User manual
kwaliteit en versheid hebben invloed
op de bewaartijd.
• De gehele opslagtijd hang af van de
bewaaromstandigheden voor de
uiteindelijke opslag in de koelkast.
• Voedsel, fruit of groenten moet altijd
worden verpakt voordat het wordt
bewaard.
• Dierenvoedsel: altijd droog en
verpakt bewaren
• Voedsel dat rijk is aan proteïnen zal
sneller bederven. Dat betekent dat
schaal- en schelpdieren eerder
bederven dan vis en dat vis eerder
bederft dan vlees. Hoewel de
bewaartijd tot drie keer verlengd kan
worden zonder kwaliteit te verliezen
voor dat soort voedsel dat wordt
bewaard in een LongFresh-vak.
• Al het eten dat in een LongFresh-vak
wordt bewaard, dient ongeveer 15-30
minuten voor consumptie uit de lades
te worden gehaald - met name fruit
en groenten die worden
geconsumeerd zonder aanvullend
bereidingsproces. Als u fruit en
groenten op kamertemperatuur laat
komen, komt dat ten goede aan de
structuur en smaak.
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
5.1 Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal
tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door
leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en
ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
5.2 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
5.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in
het bijzonder als het een sterke geur
heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de
lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
5.4 Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude
gerechten: bedekken en op een
schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in
een speciale lade leggen. Bananen,
aardappelen, uien en knoflook
moeten als deze niet verpakt zijn niet
in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte
bakjes leggen of in aluminiumfolie of
plastic zakjes wikkelen om zoveel
mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in
de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
NEDERLANDS
11