User manual

8
Avant la mise en service
Votre appareil étant destiné au stockage des aliments, prenez la précaution
de nettoyer l’intérieur avec de l’eau tiède et un savon inodore (produit uti-
lisé pour la vaisselle) avant toute utilisation.
Rincez et séchez soigneusement.
Attendez 2 heures avant de brancher votre appareil et de procéder au régla-
ge du thermostat.
Utilisation de votre appareil
1. Le thermostat
Il commande :
1. La mise en marche et l’arrêt de l’appareil. Le repère 0 correspond à la
position arrêt des deux compartiments.
2. Le réglage de la température à l’intérieur des deux compartiments.
Le repère 6 correspond à la position la plus froide.
A la mise en service de l’appareil ou après un arrêt prolongé
1. Si vous utilisez le compartiment congélateur.
Placez le thermostat sur la position 6 pendant 2 heures environ, avant d’in-
troduire les produits surgelés ou congelés dans le compartiment congéla-
teur.
Ramenez ensuite le thermostat sur la position d’utilisation normale.
2. Si vous n’utilisez pas immédiatement le congélateur
Les repères 1 et 6 étant des repères extrêmes, effectuez un premier réglage
sur une position intermédiaire (3 ou 4) en tenant compte des remarques ci-
dessous. Ensuite, seule votre expérience vous permettra de déterminer la
position convenant le mieux.
A la 1èr
e utilisation du compartiment congélateur :
Placez directement les produits surgelés ou congelés dans le compartiment
congélateur.
Remarque 1 :
La température à l’intérieur de l’appareil est fonction de plusieurs facteurs,
tels que la température ambiante, la quantité de denrées stockées, la fré-
quence d’ouverture des portes, etc...Prenez ces facteurs en considération lors
du réglage du thermostat.
41
Maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend
water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken.
Ontdooien van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koelruim-
te een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer de
compressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de ach-
terwand van de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar
een verzamelbak boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak slaat het vocht dat ontstaat tijdens de werking van het
apparaat en tijdens het openen van de deur neer. Daardoor vormt zich in
de vriesruimte een rijplaag. Deze dient regelmatig verwijderd te worden met
behulp van de speciale kunststof schraper. Ontdooi daarom minstens één-
Diepvrieskalender
De symbolen geven de diverse soorten diepvriesproducten aan.
De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven
bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een
hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.