User manual

16
– le jus de citron ou les pelures d’orange ;
– l’acide butyrique ;
– les agents de nettoyage contenant de l’acide acétique.
Ne pas amener de telles substances en contact avec les partiess de l’appareil.
• Ne pas utiliser de produits de nettoyage abrasifs..
1. Enlever les aliments refroidis et surgelés. Envelopper les aliments surge-lés
dans plusieurs couches de papier journal. Entreposer le tout couvert dans un
endroit frais.
2. Dégivrer le compartiment surgélateur avant le nettoyage.
3. Mettre l’appareil hors service et tirer le cordon d’alimentation de laprise ou
débrancher/dévisser le fusible.
4. Nettoyer l’appareil ainsi que les parties intérieures à l’aide d’un chiffon et
d’eau tiède. Ajouter éventuellement quelques gouttes d’un produit de net-
toyage de la vaisselle du commerce.
5. Essuyer ensuite avec de l’eau pure et sécher.
Les dépôts de poussière sur le condenseur augmentent la consommation
d’énergie. Par conséquent, nettoyer prudemment le condenseur à l’arrière
de l’appareil avec une brosse souple ou un aspirateur une fois par an.
6. Contrôler le trou d’écoulement de l’eau de dégivrage dans la paroi arrière du
compartiment frigo. S’il est bouché, vous pouvez déboucher le trou d’écou-
lement de l’eau de dégivrage à l’aide de bouchon vert.
7. Lorsque tout est sec, replacer les aliments et remettre l’appareil en service.
Conseils d’économie d’énergie
• Ne pas installer l’appareil à proximité de cuisinières, radiateurs ou autres
sources de chaleur. En cas de température ambiante élevée, le compres-
seur tourne plus souvent et plus longtemps.
• Veiller à une ventilation suffisante du socle de l’appareil. Ne jamais recou-
vrir les ouvertures de ventilation.
• Ne pas placer d’aliments chauds dans l’appareil. Laisser d’abord refroidir les
aliments chauds.
• Ne pas ouvrir la porte plus longtemps que nécessaire.
• Ne pas régler la température plus bas que nécessaire.
• Placer les aliments surgelés dans le compartiment frigo pour les dégeler.
Le froid des aliments surgelés est ainsi utilisé pour le refroi-dissement du
compartiment frigo.
• Tenez bien prope le condenseur dégageant de la chaleur, la grille métalli-
que sur la paroi arrière de votre appareil.
33
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse leven-
smiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vrie-
sruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
1. De in te vriezen levensmiddelen in de vriesruimter van het apparaat plaat-
sen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds
bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
2 Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur
voorkomen en wordt stroom bespaard.