User manual

39
NL
In gebruik nemen en
temperatuurregeling
Afb. 10
U steekt de steker van de koelkast in een kontakt-
doos met randaarde.
Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenver-
lichting ingeschakeld.
De draaiknop voor de temperatuurkeuze bevindt
zich rechts in de koelruimte.
Stand "0" betekent: uit.
Draaien in de richting van "1" (met de wijzers
van de klok mee): koelaggregaat aan, dit werkt
dan automatisch.
Stand "1" betekent: hoogste binnentemperatuur,
warmste instelling.
Stand "6" betekent: laagste binnentemperatuur,
koudste instelling.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen
niet gescheiden geregeld worden.
Bij een lage omgevingstemperatuur van ca. 16°C
bevelen wij stand "1" aan. Bij een omgevingstempe-
ratuur van ca. 25°C stand "2". Als u een lagere
temperatuur wenst stand "3" of "4". Bij deze instel-
ling kunt u er zeker van zijn dat verse levensmid-
delen op de juiste wijze kunnen worden ingevroren
en dat de bewaartemperatuur in het vriesvak ca. -
18°C is. Als verse levensmiddelen snel moeten
worden ingevroren, kunt u stand "6" kiezen. Let u
erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet
beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar
tijdig op stand "3" of "4" terug.
Een hoge omgevingstemperatuur (25°C tot 32°C)
en een koudere instelling van de temperatuurre-
gelaar, stand "5" of "6", kunnen ertoe leiden dat het
koelaggregaat kontinu werkt. In dat geval wordt de
verdamper aan de achterzijde van de koelruimte
niet meer automatisch ontdooid. Zet dan de tempe-
ratuurregelaar op een warmere instelling, "3" of "4",
terug, opdat het koelaggregaat wordt geregeld en
het ontdooiproces automatisch wordt begonnen.
Omgevingstemperatuur, belading en vaak openen
van de deur hebben invloed op de binnentempera-
tuur. Bij wijziging van de instelling begint het koelag-
gregaat niet dadelijk te werken, als er op dat
moment juist ontdooid wordt.
Op de juiste wijze indelen
Afb. 11
1 =boter, kaas
2 =eieren, tubes, konserven
3 =dranken
4 =kaas, fruit, groente
5 =vlees, vleeswaren, zuivelprodukten
6 =kant-en-klare gerechten, deegwaren,
konserven
7 =diepvriesprodukten, ijsblokjes en konsumptie-
ijs
= Deze aanduiding wil zeggen dat in dit
vriesvak diepvriesprodukten enkele maanden be
waard kunnen worden.
De bewaartijd is afhankelijk van de soort produkten,
zie de aanwijzingen van de fabrikant.
U kunt ook kleine hoeveelheden verse levensmid-
delen zelf invriezen, zie "lnvriezen en bewaren".
Uit veiligheidsoverwegingen (explosiegevaar!)
mogen geen bussen of flessen met brandbaar gas,
bijv. spuitbussen, navultankjes voor aanstekers
enz., in het toestel bewaard worden.
In hoogte verstelbare
legvalkken/roosters
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken
van glas, kunststof of roosters meegeleverd.
Op de onderste gleiders, boven de groente- en
fruitbak, moet beslist een legvlak liggen en ook
blijven liggen.
De overige legvlakken resp. roosters zijn meer-
voudig in hoogte verstelbaar.
Trek het legvlak/rooster iets naar voren, tot u het
omhoog of omlaag kunt draaien en uitnemen.
Inzetten op een andere hoogte geschiedt in omge-
keerde volgorde.
Glazen VARIO-legvlak
Als u bijvoorbeeld flessen, blikken of potten rechtop
wilt bewaren, schuift u de voorste helft van het
VARlO-legvlak onder de achterste helft.
Daardoor kunt u op het legvlak daaronder hoge
essen e. d. neerzetten.