User manual

34
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het appa-
raat.
Bedienings- en kontrole-inrichting
1. Lichtcontrolelampje (geel)
2. Klimaatschakelaar
3. Lichtnetcontrolelampje (groen)
4. Temperatuurregelaar en schakelaar AAN/UIT
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Temperatuurregelaar (1) die tevens dient om het toestel in- en uit te
schakelen.
Het groene kontrolelampje (6) brandt als het toestel aan netspan-
ning aangesloten en ingeschakeld is. In deze schakelstand is het koe-
lakkgre-gaat automatisch in bedrijf.
Temperatuurregeling bij een omgevingstemperatuur bene-
den +16¡C.
Indien de temperatuur in het vertrek waarin zich het apparaat bevindt
onder +16¡C daalt, dient u de klimaatschakelaar in te drukken. Het
gele controlelampje boven de schakelaar licht op. Op deze wijze
werkt de compressor gedurende langere tijden, zodat ook bij een lage
omgevingstemperatuur de bewaartemperatuur -18¡C in de vriesruim-
te behouden kan worden.
Belangrijk!
Indien de omgevingstemperatuur weer boven +16¡C stijgt, dient u de
klimaatschkelaar uit te schakelen; dit voorkomt onnodig energiever-
bruik. Het gele controlelampje dooft.
123 4
4
32
1
0