User manual

Gebruiksaanwijzing
26
0 1. Na een spoelstop dient het water eerst weggepompt te worden:
Ofwel op de toets START/PAUZE drukken (het water wordt wegge-
pompt en het wasgoed overeenkomstig het afgelopen programma
gecentrifugeerd; met de toets Centrifugetoerental/GEEN CENTR. kan
het centrifugetoerental ook tijdens het centrifugeren nog veranderd
worden), of
de programmakeuzeknop op POMPEN draaien en op de toets START/
PAUZE drukken (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt),
of
de programmakeuzeknop op CENTRIFUG. of KORT CENTRIFUG.
draaien en op de toets START/PAUZE drukken (het water wordt weg-
gepompt en het wasgoed gecentrifugeerd of kort gecentrifugeerd.
Aan het einde van deze programmastap brandt de aanduiding EINDE .
2. Vuldeur openen.
Van zodra de aanduiding naast de toets DEUR/LICHT groen brandt, kan
de vuldeur geopend worden (dat is niet het geval wanneer de program-
mabeveiliging geactiveerd is, zie daartoe Programmabeveiliging).
3. Wasgoed uitnemen.
4. Draai de programmakeuzeschakelaar in de stand UIT.
5. De wasmiddelschuiflade na het wassen iets uittrekken zodat deze kan
drogen. De vuldeur laten aanstaan opdat de wasmachine zou kunnen
uitluchten.
3
Wanneer de aanduiding OVERDOS. brandt, werd er in het
afgelopen wasprogramma teveel wasmiddel gebruikt.
Tijdens de volgende wasgang de door de wasmiddelenfa-
brikant aangegeven doseringen alsook het vulgewicht naleven!
Opgelet! Wanneer de wasmachine gedurende lange tijd niet wordt
gebruikt:
De waterkraan sluiten en de stekker van de wasmachine uit het stop-
contact halen. (De waterbeveiliging Aqua Control met Aqua Alarm
functioneert niet ingeval van een onderbroken stroomtoevoer.)