User manual
Gebruiksaanwijzing
32
Onder de wasauto-
maat komt water te
voorschijn.
De koppeling van de toe-
voerslang is lek.
Toevoerslang vastschroeven.
De afvoerslang is lek.
Afvoerslang controleren en
eventueel vervangen.
Het deksel van de afvoer-
pomp is niet goed gesloten.
Deksel goed sluiten.
Er zit wasgoed tussen de
deur geklemd.
Programma afbreken, was-
goed uit de deur verwijderen,
nieuw programma starten.
Aftapslang is niet goed
afgesloten resp. lek.
Aftapslang goed afsluiten
(zie hoofdstuk "Water aftap-
pen"). Als de aftapslang lek
is, contact opnemen met
onze service-afdeling.
De afvoerpomp van de
wasautomaat loopt
voortdurend - ook als
het apparaat is uitge-
schakeld.
De beveiliging tegen watero-
verlast aqua-control is in
werking getreden.
Waterkraan sluiten, dan stek-
ker uit het stopcontact trek-
ken en contact opnemen met
de service-afdeling.
De wasverzachter is
niet ingespoeld, vak æ
voor nabehandelings-
middel is met water
gevuld.
Het inzetbakje in het vak
voor nabehandelingsmiddel
is niet goed opgezet of ver-
stopt.
Wasmiddellade schoonma-
ken, inzetbakje goed opzet-
ten.
Het wasgoed is erg ge-
kreukeld.
Waarschijnlijk hebt u te veel
wasgoed in de machine ge-
daan.
Let op het maximale vulge-
wicht (zie programmatabel-
len). Bij kreukherstellend
goed het programma STRIJK-
VRIJ kiezen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing