User manual
27
2. De beide slanghouders met een
krachtige ruk van het apparaat
aftrekken.
3 De speciale sleutel A en de afsluit-
doppen B (2 stuks) en C (1 stuk) zijn
bij het apparaat gevoegd.
3. Schroef D incl. drukveer met de spe-
ciale sleutel A verwijderen.
4. Opening met de afsluitdop C
afsluiten.
5. De twee schroeven E met de speciale
sleutel A uitschroeven.
6. De vier schroeven F met de speciale
sleutel A uitschroeven.
7. Transportgeleiding G afnemen.
8. De vier schroeven F weer
inschroeven.
9. De twee grote openingen met de af-
sluitdoppen B afsluiten.
Let op! Alle afsluitdoppen B
(2 stuks) en C (1 stuk) zo krachtig in-
drukken dat deze in de achterwand vastklikken (sproeiwaterbescher-
ming!).
Opstellingsplaats
Let op! Het apparaat mag niet in een aan vorst onderhevige ruimte
worden gebruikt. Vorstschade of negatieve invloed op de functies!
Vorstschade valt niet onder de garantie!
• De opstellingsplaats dient vast en egaal te zijn. Het apparaat niet op
tapijt of zachte vloerbedekking opstellen.
• De opstellingsplaats dient schoon en droog te zijn en vrij te zijn van
geleidende of glijdende oppervlakken zodat het apparaat niet weg
kan glijden.
• Bij opstellingsplaatsen op een vloer voorzien van een klein formaat
tegels dient een in de handel verkrijgbare en daarvoor geschikte rub-
bermat onder het apparaat geplaatst te worden.