User manual

1
2
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
A
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
B
Met de klep in de stand
OMLAAG:
Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
Stel de voorwasfase
niet in.
Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
10.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar. Het
bijbehorende programma-
indicatielampje gaat branden.
Het lampje van toets Start/Pauze -
Départ/Pause knippert in het rood.
De display toont de standaard
temperatuur, de centrifugesnelheid en
de lege indicatiebalkjes van de
beschikbare functies.
2. om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, drukt
u op de bijbehorende toetsen.
3. Stel de beschikbare functies in.
10.6 Een programma starten
zonder een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display gaat de aanduiding van
de werkende fase knipperen.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het symbool .
De afvoerpomp kan even
werken als het apparaat
gevuld wordt met water.
NEDERLANDS 19