User manual

Beschrijving apparaat
818 14 31-01/9 17
Toetsen voor het instellen van de temperatuur
De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen +
(WARMER) en - (KOUDER).
De toetsen staan in verbinding met de temperatuurindicatie.
Door te drukken op één van de twee toetsen + of - wordt de tem-
peratuurindicatie van de WERKELIJKE temperatuur (er brandt een
lampje) op de GEWENSTE temperatuur (er knippert een lampje)
omgeschakeld.
Door weer te drukken op één van de twee toetsen gaat de GEWENSTE
temperatuur steeds 1 stap omhoog resp. omlaag.
Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuuraanwijzing
na korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE tempe-
ratuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de vriesruimte moet heersen, kan op de op het
display aanwezige temperaturen ingesteld worden. De GEWENSTE tem-
peratuur wordt knipperend aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de vriesruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt
door het branden van een lampje aangegeven.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten
informatie aangeven.
Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat
moment in de vriesruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur), het
betreffende lampje brandt.
Als de temperatuur in de vriesruimte hoger is dan het indicatiebereik
van de temperatuurindicatie, knippert het rode waarschuwingslampje
en alle lampjes van de temperatuurindicatie zijn uit.
Als de temperatuur in de vriesruimte lager is dan het indicatiebereik
van de temperatuurindicatie, knippert het lampje voor de laagste
indicatie (-24) verder.