User manual
Gebruiksaanwijzing
29
Onderhoud en reiniging
1
In geen geval onderhoudsmiddelen voor meubels of agressieve reini-
gingsmiddelen gebruiken.
• Bedieningselementen van de afwasautomaat alleen met een zachte
doek en schoon warm water schoonmaken.
• De sproeiarmen hoeven niet gereinigd te worden.
• Kuip, deurafdichting en watertoevoer regelmatig controleren en
eventueel schoonmaken.
Schoonmaken van de zeven
3
De zeven in de kuipbodem zijn in hoge mate zelfreinigend.
Toch moet u de zeven af en toe con-
troleren en eventueel schoonmaken.
Verontreinigde zeven hebben een
nadelige invloed op het afwasresul-
taat.
0 1. Deur openen, onderste korf uit de
machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasauto-
maat bestaat uit een grove/fijne zeef,
microfilter en vlakke zeef. M.b.v. de
greep van het microfilter het zeefsys-
teem ontgrendelen en uit de machine
nemen.
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en uitnemen.
4. Grove/fijne zeef (1/2) aan het oogje
pakken en uit het microfilter (3) trek-
ken.
5. Alle zeven onder stromend water
grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (4) uit de kuipbodem
nemen en aan beide kanten grondig
schoonmaken.