User manual

Gebruiksaanwijzing
11
Vóór het in gebruik nemen
Voordat u de afwasautomaat in gebruik neemt, moeten alle klemmen
waarmee de korven voor het transport zijn vastgezet verwijderd wor-
den.
Daarna gaat u als volgt te werk:
1. Waterontharder instellen
2. Speciaal zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
Waterontharder
Om kalkneerslag op servies en in de afwasautomaat te verhinderen,
moet het servies met zacht, d.w.z. kalkarm water worden afgewassen.
Daartoe heeft de afwasautomaat een waterontharder waarin leiding-
water met een hardheid vanaf 4 (Duitse graad) met behulp van speciaal
zout wordt ontkalkt.
3
Over de hardheid van het water in uw buurt kan het lokale waterbedrijf
u nader informeren.
De waterontharder wordt mechanisch met de hardheidsschakelaar en
bovendien elektronisch met de toetsen van het bedieningspaneel
ingesteld.
Waterhardheid
Instelling van de hard-
heidsgraad
Aantal
knipperindicaties
en signaaltonen
1
in °d
2
in mmol/l
3
Bereik mechanisch elektronisch
51 - 70
43 - 50
37 - 42
29 - 36
23 - 28
9,0 - 12,5
7,6 - 8,9
6,5 - 7,5
5,1 - 6,4
4,0 - 5,0
IV
1
10
4
9
8
7
6
10
9
8
7
6
0*
19 - 22
15 - 18
3,3 - 3,9
2,6 - 3,2
III
5
4*
5
4
11 - 14 1,9 - 2,5 II 3 3
4 - 10 0,7 - 1,8 I/II 2 2
minder
dan 4
minder dan
0,7
I
1
geen zout
noodzakelijk
1