User manual
Opstel- en aansluitaanwijzing
30
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING
Opstellen van de afwasautomaat
• De afwasautomaat moet stabiel en waterpas op een vlakke vloer
worden opgesteld.
• Schroefvoeten met de meegeleverde schroefsleutel uitdraaien om
oneffenheden in de vloer te compenseren en de hoogte van het
apparaat aan andere meubelen aan te passen. Bij onderbouw- en
geïntegreerde afwasautomaten kunnen de achterste voeten m.b.v.
een schroevendraaier aan de voorzijde van het apparaat worden
versteld.
• Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de
sokkeluitsparing achter vrij beweeglijk liggen, opdat de slangen
en het snoer niet geknikt of platgedrukt worden.
• De afwasautomaat moet bovendien vast aan het doorlopende werk-
blad of aan de meubelen ernaast geschroefd worden. Deze maatregel
is absoluut noodzakelijk, opdat de volgens de voorschriften vereiste
kiepveiligheid gewaarborgd is.
• Afhankelijk van de bouwvorm moeten de afwasautomaten als volgt
worden opgesteld:
Geïntegreerde afwasautomaten
(zie meegeleverd montagesjabloon)
3
De apparaatdeur kan worden voorzien van een decorplaat met de vol-
gende afmetingen:
breedte: 591 – 594 mm
dikte: 16 – 24 mm
hoogte:
(variabel)
afhankelijk van
– nishoogte
– sokkelhoogte
– aanpassing aan keukenmeubelen naast de
afwasautomaat
De precieze hoogtemaat moet op de plek van opstelling
van de keukenmeubelen gemeten worden.
gewicht: max. 8 kg