User manual
Programma
1)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Bereidingsduur
(min)
12.5 - 14.5 1.4 - 1.6 154 - 164
12 - 14 0.7 - 0.9 75 - 85
10 0.9 30
4 0.1 14
1)
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid
vaat kan de verbruikswaarden veranderen.
5.2 Aanwijzingen voor
testinstituten
Stuur voor alle benodigde informatie
over testprestaties een e-mail naar:
info.test@dishwasher-production.com
Schrijf het productnummer (PNC) op dat
u op het typeplaatje vindt.
6. INSTELLINGEN
6.1 Programmakeuzemodus en
gebruikersmodus
Als het apparaat in de
programmakeuzemodus staat, kan een
programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
In de gebruikersmodus kunnen de
volgende instellingen worden
gewijzigd:
• Het niveau van de waterverzachter
afgestemd op de waterhardheid.
• De activering of deactivering van de
glansmiddeldosering.
• Het niveau van het glansmiddel
volgens de benodigde dosering.
Deze instellingen worden opgeslagen
tot u ze weer wijzigt.
De programmakeuzemodus
instellen
Het apparaat staat in de
programmakeuzemodus als de
programma-indicator
knippert en
op het display de programmaduur staat.
Als u het apparaat activeert, staat het
meestal in de programmakeuzemodus.
Maar als dit niet gebeurt, kunt u de
programmakeuzemodus op de volgende
manier instellen:
Houd tegelijkertijd Reset ingedrukt tot
het apparaat in de
programmakeuzemodus staat.
6.2 De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen
uit van de watertoevoer die een nadelige
invloed hebben op de wasresultaten en
het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze
mineralen, des te harder is het water. De
waterhardheid wordt gemeten in de
volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden
afgesteld op de hardheid van het water
in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid van
het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor
de waterontharder in te stellen voor
goede wasresultaten.
NEDERLANDS
9