User manual

Gebruiksaanwijzing
34
Braden
Gebruik voor het braden de ovenfunctie INFRATHERM of
BOVEN + ONDERWARMTE.
1
Let op: Zet bij het braden het vetfilter in de oven!
Servies
Voor het braden is elke hittebestendige pan/schaal geschikt.
Let er bij pannen/schalen met kunststof grepen op, dat deze hittebe-
stendig zijn.
Grote stukken vlees kunnen direct in de braadslede of op het roos-
ter met daaronder geplaatste braadslede gebraden worden
(bijv. kalkoen, gans, 3-4 kippenpoten).
Alle magere vleessoorten kunt u het beste in de braadpan met dek-
sel braden (bijv. kalfs- en rundstoofvlees, diepgevroren vlees). Zo blijft
het vlees sappig.
Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen, kunnen in de
braadpan zonder deksel gebraden worden (bijv. varkensvlees,
gehakt, lams- en schapenvlees, eend, 1-2 kippenpoten, klein gevo-
gelte, rosbief, filet, wild).
Tip: Als u in een pan/schaal braadt (in het bijzonder kleinere hoeveel-
heden), wordt de oven minder vuil!
Inzetniveaus
De inzetniveaus staan in de volgende tabel.
Aanwijzingen bij de braadtabellen
In de tabel vindt u voor diverse vleessoorten informatie over de oven-
functie, temperatuurinstelling, gaartijd en inzetniveau. De gaartijdge-
gevens zijn alleen richtwaarden.
Wij raden aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
In het algemeen is voor zeer mager vlees, zoals vis of wild, de functie
BOVEN + ONDERWARMTE geschikt. Voor alle andere vleessoorten (in
het bijzonder gevogelte) raden wij de functie INFRATHERM aan.
De noodzakelijke gaartijd hangt af van het soort en de kwaliteit van
het vlees.
Om het inbranden van vrijgekomen vleessap of vet te voorkomen,
raden wij u aan wat vocht in de braadpan te doen.
Draai het vlees na ca. 2/3 van de gaartijd om.
2
Schakel de oven 10-15 minuten voor het einde van de braadtijd uit om
de nawarmte te gebruiken.