User manual

17
Adviezen en tips bij gebruik
van de kookzones
Als u onderstaande adviezen
opvolgt, kunt u energie besparen
en de plaat gemakkelijker
schoonhouden.
Stel de kookzones correct in. U moet
deze op de hoogste stand zetten tot het
eten kookt. Daarna draait u naar een zo
laag mogelijke stand zonder dat het
koken stopt.
Gebruik vlakke pannen. Een
holle of bolle pan kan het
elektriciteitsverbruik met 50%
doen toenemen.
De pan moet op de kookzone
passen, of iets groter zijn.
Bedenk dat er ook weinig eten in
een grote pan past.
Gebruik een goed sluitend deksel
op de pan. Zonder deksel op de
pan gebruikt u drie keer zo veel
elektriciteit.
Bespaar water. Kook aardappelen
en groenten met 1, 2 of 3 dl
water.
Gebruik 1 dl water op de 14 cm
kookzone.
Gebruik 2 dl water op de 18 cm
kookzone.
Gebruik 3 dl water op de 21 cm
kookzone.
Controleer of de pannen goed vlak
zijn door deze met de bodem naar
boven op een aanrecht te zetten en
een lineaal op de bodem te leggen.
Een kromme bodem, zowel naar
binnen als naar buiten gebogen,
verlengt de kooktijd en verhoogt
het energieverbruik. Als de
diameter van de bodem te klein is,
neemt het energieverbruik toe, en
eten dat overkookt, brandt vast op
de warme kookzone.
Pannen met een zeer
glimmende/lichte bodem vergen
een enigszins langere bereidingstijd
dan pannen met een matte/donkere
bodem.
Doe een goed sluitend deksel op de
pan. Breng het eten op de hoogste
stand aan de kook en zet de stand
zo laag mogelijk als er flink veel
stoom onder het deksel vandaan
komt.
Bereken de kooktijd vanaf het
moment dat u de stand lager zet en
wacht met kijken naar de
aardappelen/groenten tot de
kooktijd verstreken is.