Operation Manual

21
6. Druk op de toets OK. Het dis-
play wisselt naar het niveau
voor de speciale functies. Als
eerste wordt de program-
maopslag GEHEUGEN 1 aan-
geboden.
3 Druk op OPTIES om naar een
andere geheugen- of opslag-
plaats te wisselen.
7. Druk op de toets OK.
De programmacombinatie is nu in de stand GEHEUGEN 1 van de pro-
grammakeuzeknop opgeslagen en kan voortaan direct met de program-
makeuzeknop worden gekozen.
3 Het geheugen kan op ieder gewenst moment met een nieuwe program-
macombinatie overschreven worden (zie “Geheugen wijzigen“), maar
niet worden verwijderd.
Geheugen wijzigen
1. Nieuwe programmacombinaties naar keuze samenstellen (Zie voor
voorbeelden “Geheugen instellen“, stap 1 tot 4).
2. Druk net zo vaak op de toets OPTIES tot het symbool EXTRA’S knip-
pert.
3. Druk op de toets OK.
4. Met de toets OPTIES de te wijzigen programmaplaats kiezen, bijv. GE-
HEUGEN 1.
5. Met de toets OK, nieuwe programmacombinaties opslaan.
Geluidsvolume
Het volume van het geluidssignaal kan worden gekozen.
1. De programmakeuzeknop op een willekeurig programma draaien en zo
vaak op de toets OPTIES drukken tot het symbool EXTRA’S knippert.
2. De toets OK indrukken.
3. Zo vaak op de toets OPTIES drukken, tot op het display SIGNAALVOLU-
ME verschijnt.
4. De toets OK indrukken.
Geheugen 1:
Progr. opslaan?
aýýýýýaýaýaýaýBýaýaýaýa
TEMP. TPM OPTIES OK TIJD