User manual

12
Vanaf waterhardheid 2 (=middel) dient waterontharder gebruikt te
worden. Het wasmiddel kan dan voor waterhardheid 1 (=zacht) wor-
den gedoseerd. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u
bij het betreffende waterleidingbedrijf verkrijgen.
1. De wasmiddellade zo ver mogelijk uittrekken.
2. Was-/nabehandelingsmiddel doseren.
3. De wasmiddellade geheel inschuiven.
Waspoeder/-tabletten voor de hoofdwas
Als u gebruik maakt van een waterontharder en het rechtervakje voor
voorwasmiddel nodig heeft, de waterontharder op het hoofdwasmiddel
in het linkervakje doseren.
Wasverzachter, stijfsel
Het vakje ten hoogste tot de markering MAX vullen. Dikvloeibaar con-
centraat voor het doseren volgens de aanwijzingen van de fabrikant
verdunnen. Poedervormig stijfsel oplossen.
Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
Vloeibaar wasmiddel met de door de wasmiddelfabrikant aangeboden
doseerhouder doseren.
Apparaat inschakelen/Programma kiezen
Programma en temperatuur met de
programmakiezer instellen
3 Als u een programma kiest, schakelt
u gelijk het apparaat in.
De indicatie van het programma-
verloop geeft de programmastap-
pen aan die door het gekozen
programma worden uitgevoerd.
In de multidisplay verschijnt de
vermoedelijke programmaduur (in minuten).
Vlekkenzout/-tabletten
Waspoeder/-tabletten
voor de hoofdwas
Wasverzachter/
stijfsel
Waspoeder/-tabletten
voor de voorwas
of waterontharder