User manual
31
Wateraansluiting
Toegestane waterdruk
De waterdruk dient ten minste 1bar (=10N/cm
2
=0,1MPa) te zijn en
mag ten hoogste 10bar (=100N/cm
2
=1MPa) bedragen.
– Bij een druk hoger dan 10bar: een drukverlagingsventiel plaatsen.
– Bij een druk lager dan 1bar: de toevoerslang aan de rechte kant van
de magneetinlaatklep afschroeven en de doorstroomhoeveelheidre-
gelaar uitnemen (tevens de zeef met een pincet verwijderen en de
daaronder gelegen rubberen ring uitnemen). De zeef weer terug-
plaatsen.
Water inlet
Let op!
• De toevoerleiding, die samen met het toestel geleverd wordt, bevindt
zich in de trommel.
• Gebruik hiervoor nooit een gebruikte leiding.
• Dit apparaat mag niet aan de warmwatervoorziening worden aange-
sloten!
1. Open de deur en neem de toevoerleiding eruit.
2. Sluit het gebogen koppelstuk van de
leiding aan op de machine.
Let op!
Richt de toevoerleiding niet naar be-
neden. Laat de leiding naar links of
rechts buigen naargelang de plaats
van de watertoevoerkraan.
3. Plaats de leiding op de juiste wijze
door de klemring los te schroeven.
Na het plaatsen van de toevoerlei-
ding schroeft u de klemring opnieuw
goed vast om lekken te vermijden.