LAVAMAT 75805 Wasautomaat Informatie voor de gebruiker
Geachte klant, Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar deze voor naslag op een later tijdstip. Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar door. 1 3 2 2 De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt: Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Voorschriften die voor uw eigen veiligheid dienen. Let op! Voorschriften die ter voorkoming van schade aan het apparaat dienen.
Inhoud Gebruiksaanwijzing ........................................ 5 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Beschrijving van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instructies voor plaatsing en aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Aansluiten van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat transporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 1 Veiligheid Voor de eerste ingebruikname • Volg de “Opstel- en aansluitinstructies” op. • Bij het in de wintermaanden leveren van het apparaat bij temperaturen onder het vriespunt: de wasautomaat voor de ingebruikname gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten acclimatiseren. Gebruik volgens de voorschriften • De wasautomaat is alleen voor het wassen van binnen het huishouden gebruikelijk wasgoed bestemd.
Algemene veiligheid • Reparaties aan wasautomaten dienen alleen door vakmensen uitgevoerd te worden. • Neem de wasautomaat nooit in gebruik als de stroomkabel, het bedieningspaneel, het bovenblad of de voet van het apparaat dermate beschadigd zijn dat de binnenzijde van het apparaat open toegankelijk is. • Voor de reiniging, het onderhoud en de reparatiewerkzaamheden dient de wasautomaat uitgeschakeld te worden.
Beschrijving van het apparaat Bedieningspaneel Wasmiddellade Typeplaatje (achter de vuldeur) Drie schroefvoeten in hoogte verstelbaar; links achter: automatische stelvoet Sokkelklepje/ Afvoerpomp Bedieningspaneel Toets Centrifugetoerental/ù NACHT- Multidisplay CYCLUS Indicatie van het programmaverloop Toets STARTTIJDKEUZE Extra programmatoetsen Toets START/PAUZE Indicatie DEUR Programmakeuzeknop Indicatie OVERDOSERING 7
Programmaoverzicht • 3,5kg KREUKHERSTELLEND 60, 50, 40, 30 STRIJKVRIJ 40 FIJNE WAS 40, 30 WOL/ZIJDE H (handwas) 40, 30, KOUD SPOELEN • • • • • • •3) • •4) • • • • • • • •4) • • • 1kg • • • • • • 3,5kg • • • • • 2kg • • 3,5kg • • KORT ù (NACHTCYCLUS) 7kg 1000/700/500 WITTE WAS /BONTE WAS 95, 60, 50, 40, 30 1500 • BEHOEDZAAM 7kg VLEKKEN SPOELEN + ECO2) Programma Centrifugetoerental VOORWAS Max.
Gebruik/Eigenschappen Energiesparend programma bij 60 °C voor licht tot normaal vervuild wit of bont wasgoed van katoen/linnen. Behandelingssymbolen1) MO Programma voor normaal tot sterk vervuild wit of bont wasgoed van katoen/linnen. JMO Programma voor kreukherstellende mengweefsels en synthetische weefsels. IKN Speciaal programma bij 40 °C voor kreukherstellend textiel, dat na dit programma nog slechts licht of zelfs helemaal niet hoeft te worden gestreken.
Voor het eerste gebruik van de wasautomaat 1. Wasmiddelschuiflade openen. 2. Ongeveer 2 liter water door de wasmiddelschuiflade in de wasautomaat gieten. Bij de volgende programmastart wordt daardoor het sopreservoir gesloten en kan de ECO-sluis naar behoren functioneren. 3. Om eventuele restanten van de fabricage te verwijderen uit de trommel en het sopreservoir, moet de eerste wasgang zonder wasgoed worden uitgevoerd. Programma: WITTE/BONTE WAS 95, op de toets KORT drukken, ca.
Wasprogramma uitvoeren Vuldeur openen/was in de machine doen 1. Vuldeur openen: aan de deurgreep trekken. De indicaties DEUR en START/PAUZE geven bij een ingeschakeld apparaat aan of de deur kan worden geopend: Indicatie DEUR Indicatie START/PAUZE Kan de deur worden geopend? brandt groen knippert rood of is uit ja brandt groen brandt rood ja, nadat op de toets START/PAUZE is gedrukt brandt rood of is uit knippert rood of brandt rood nee, te hoge waterstand resp. te hoge temperatuur 2.
• Vanaf waterhardheid 2 (=middel) moet waterontharder worden gebruikt. Wasmiddel kan dan altijd voor waterhardheid 1 (=zacht) worden gedoseerd. Het lokale waterbedrijf kan u informatie geven omtrent de waterhardheid in uw omgeving. 1. Trek de schuiflade voor het wasmiddel tot aan de aanslag naar buiten. 2. Was-/nabehandelingsmiddel in de lade doen. 3. Wasmiddelschuiflade helemaal naar binnen schuiven.
– In het multidisplay verschijnt de geschatte looptijd van het programma (in minuten). Centrifugetoerental wijzigen/NACHTCYCLUS kiezen 3 De wasautomaat stelt het maximaal toelaatbare toerental voor dat geschikt is voor het gekozen programma. U kunt het toerental verlagen: Druk daarvoor zo vaak op de toets Centrifugeren/ù (NACHTCYCLUS) tot de gewenste indicatie brandt. Het toerental voor het uiteindelijke centrifugeren kan tijdens het programma nog worden gewijzigd. Daarvoor: 1.
KORT Verkort wasprogramma voor licht vervuilde was. VOORWAS Warm voorwassen voor de automatisch volgende hoofdwasgang; met tussendoor centrifugeren bij WITTE/BONTE WAS en KREUKHERSTELLEND, zonder tussendoor centrifugeren bij FIJNE WAS. VLEKKEN Voor sterk vervuilde of bevlekte was. Het vlekkenmiddel wordt op het optimale tijdstip tijdens het verloop van het programma in de machine gespoeld.
Programma starten 3 1. Controleer of de waterkraan is geopend. 2. Toets START/PAUZE indrukken. Het wasprogramma wordt gestart resp. start na afloop van de ingestelde starttijdkeuze. Wanneer nadat u op de toets START/PAUZE hebt gedrukt E40 in het multidisplay knippert, de indicatie EINDE 4x knippert en gelijktijdig 4x een signaaltoon klinkt, is de deur niet goed gesloten. Druk de deur goed dicht en druk de toets START/PAUZE opnieuw in.
Programma beëindigd/Wasgoed uit de machine nemen Aan het einde van het programma brandt EINDE op de indicatie van het programmaverloop. Zodra de indicatie DEUR groen oplicht, kan de vuldeur worden geopend. 1. Vuldeur openen en het wasgoed uitnemen. 2. Programmakiezer op UIT draaien. 3. Na het wassen de wasmiddellade iets naar buiten trekken, zodat deze kan drogen. De vuldeur iets openzetten opdat de wasautomaat kan luchten.
1 Waarschuwing! De draaiknop mag zich na het instellen van de draaiknop niet in ingedrukte positie bevinden omdat anders de kinderbeveiliging niet functioneert! De draaiknop moet conform de afbeelding uitgetrokken zijn. Kinderbeveiliging opheffen: De draaiknop met een muntstuk linksom tot aan de aanslag draaien. Reiniging en onderhoud Let op! Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen reinigingsmiddelen voor meubels of agressieve reinigingsmiddelen.
5. Maak ook het gehele inspoelgedeelte van de wasautomaat en vooral ook de sproeiers aan de bovenkant van de inspoelvakjes met een borstel schoon. 6. De wasmiddellade in de geleidingsrails plaatsen en naar binnen schuiven. Wastrommel Als gevolg van roestende voorwerpen in het wasgoed of ijzerhoudend leidingwater kan roestvorming op de trommel ontstaan. Let op! De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor of ijzer bevattende schuurmiddelen of staalwol reinigen. 1.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing De stekker zit niet in het De stekker in het stopcontact stopcontact of er is een prosteken. Zekering controleren. bleem met de zekering. Wasautomaat werkt niet. Deur is niet goed gesloten. Deur goed sluiten, zodat de vergrendeling hoorbaar vastklikt. Toets START/PAUZE is niet lang genoeg ingedrukt. Toets START/PAUZE langer indrukken. Deur gaat niet dicht. Kinderbeveiliging is ingesteld. Kinderbeveiliging opheffen.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Schroefkoppeling van de toevoerslang lekt. Toevoerslang vastschroeven. Afvoerslang is lek. Afvoerslang vervangen. Er loopt water onderuit Deksel van de afvoerpomp is Deksel goed sluiten. de wasautomaat. niet goed gesloten. De wasautomaat de volgende keer zorgvuldig vullen. Aftapslang is lek. Aftapslang goed aansluiten. EF0 wordt weergegeven.
Storing Mogelijke oorzaak Deur is vergrendeld. Oplossing Wacht tot de indicatie DEUR groen brandt. Het programma gaat verder wanneer de stroomuitval voorbij is. Deur kan bij ingeschakeld apparaat niet wor- Stroomuitval! (Alle indicaties zijn uit.) den geopend. De deur blijft ca. 4 tot 10 minuten vergrendeld. Was is erg gekreukt. Mogelijk teveel wasgoed in de wasautomaat.
controleren. Met name bij donker wasgoed is het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan te bevelen. Aftappen 1 Waarschuwing! Voor het aftappen de wasautomaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact nemen! Waarschuwing! Het sop dat uit de aftapslang komt kan heet zijn. Verbrandingsgevaar! Vóór het aftappen het sop laten afkoelen! 1. De aftapslang uitnemen. 2. Een vlakke opvangbak onder de slang plaatsen. Aansluitend de afsluitstoppen door het rechtsom draaien losdraaien en uittrekken. 3.
Afvoerpomp 1 De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het openen van het pompdeksel is alleen in het geval van een storing vereist als er geen water weg wordt gepompt, bijv. bij een geblokkeerd pompwiel. Controleer altijd voor het vullen met wasgoed of er geen vreemde voorwerpen in de zakken zitten of tussen het wasgoed aanwezig is. Paperclips, spijkers, enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terechtkomen blijven in het pomphuis liggen (filter voor vreemde voorwerpen dat het pompwiel beschermt.
Afvalverwerking 2 2 Verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers. Oud apparaat verwijderen W 1 24 Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld.
Technische gegevens 5 Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richtlijn 92/31/EEG – 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn hoogte x breedte x diepte 850 x 598 x 640 mm Diepte bij geopende vuldeur. 1017 mm In hoogte verstelbaar: ca. +10/-5mm Vulhoeveelheid (programmaafhankelijk) max.
Instructies voor plaatsing en aansluiting 1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten • Deze wasautomaat is niet geschikt voor onderbouw. • Voor de ingebruikname dient het apparaat op transportschade gecontroleerd te worden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier. • Voor de ingebruikname dienen alle delen van de transportbeveiliging verwijderd te zijn.
Aansluiten van het apparaat Het apparaat transporteren 1 Waarschuwing! De wasautomaat is zwaar. Verwondinggevaar! Voorzichtigheid bij het optillen vereist. • Het apparaat niet op het voorfront en niet op de rechter zijkant (vanaf de voorzijde gezien) neerleggen. De elektrische componenten kunnen nat worden. • Het apparaat nooit zonder transportbeveiliging transporteren.
2. Zet het toestel terug recht en verwijder de bevestiging van de voedingskabel en van de afvoerleiding aan hun steun aan de achterzijde van het toestel. 3. Met de meegeleverde sleutel schroeft u de middelste schroef A achteraan boven los en verwijdert u ze. Verwijder de overeenkomstige plastic pen zorgvuldig. 4. Schroef de twee grote schroeven B achteraan en de zes kleine schroeven C, onderaan, los en verwijder ze.
5. Verwijder de transportrail D. 6. Schroef de zes kleine schroeven C terug vast. 7. Open de deur en verwijder het blok polystyreen dat met kleefband aan de deurdichting bevestigd is. 8. Stop de centrale opening en de twee openingen (onderaan) dicht met de plastieken afdekkingen die zich in de enveloppe met de gebruiksaanwijzing bevinden. Sluit de toevoerleiding aan volgens de aanwijzingen in de paragraaf "Wateraansluiting".
Opstellingsplaats Let op! Het apparaat mag niet in een aan vorst onderhevige ruimte worden gebruikt. Vorstschade of negatieve invloed op de functies! Vorstschade valt niet onder de garantie! • De opstellingsplaats dient vast en egaal te zijn. Het apparaat niet op tapijt of zachte vloerbedekking opstellen. • De opstellingsplaats dient schoon en droog te zijn en vrij te zijn van geleidende of glijdende oppervlakken zodat het apparaat niet weg kan glijden.
Wateraansluiting Toegestane waterdruk De waterdruk dient ten minste 1bar (=10N/cm2 =0,1MPa) te zijn en mag ten hoogste 10bar (=100N/cm2 =1MPa) bedragen. – Bij een druk hoger dan 10bar: een drukverlagingsventiel plaatsen. – Bij een druk lager dan 1bar: de toevoerslang aan de rechte kant van de magneetinlaatklep afschroeven en de doorstroomhoeveelheidregelaar uitnemen (tevens de zeef met een pincet verwijderen en de daaronder gelegen rubberen ring uitnemen). De zeef weer terugplaatsen.
4. Schroef het koppelstuk van de toevoerleiding op de getapte uitloop van de waterkraan. Gebruik altijd de leiding die met het toestel geleverd werd. Waterblokkeersysteem Aqua Control De toevoerleiding is voorzien van een bescherming tegen waterschade. Indien de binnenleiding beschadigd zou raken door natuurlijke slijtage, dan zal deze voorziening de watertoevoer naar het toestel blokkeren. Het defect wordt gemeld door een rode zone in het kleine venster „A".
Waterafvoer Het hoogteverschil tussen de onderkant van de wasautomaat en de waterafvoer dient ten hoogste 1 meter te zijn. Voor een verlenging mogen uitsluitend originele slangen worden gebruikt. (max. 3 meter, op de vloer gelegd en tot een hoogte van 80 cm). De klantendienst heeft afvoerslangen in diverse lengtes beschikbaar. Waterafvoer via een sifon De verbindingsplaats buis/sifon met een slangklem (in de vakhandel verkrijgbaar) vastzetten.
Garantievoorwaarden België WAARBORGVOORWAARDEN Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht. Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Service Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk ”Wat u moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen. Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze klantenservice of met een van onze servicepartners. Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig: – Modelaanduiding – Productnummer (PNC) – Serienummer (S-No.
www.electrolux.com www.aeg-electrolux.