User manual

Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De wasautomaat start niet:
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw
woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De keuzeknop staat niet op de juiste stand en
toets 8 is niet ingedrukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op
toets 8 .
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet
worden, annuleer dan de uitgestelde start.
Het KINDERSLOT is geactiveerd.
Schakel deze voorziening uit.
De machine wordt niet met water gevuld:
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoe-
voerslang.
Het filter in de toevoerslang is verstopt.
Maak het zeefje van de toevoerslang schoon.
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
Er stroomt water in de machine en dat loopt
meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te
laag.
Zie hoofdstuk "Waterafvoer".
De machine pompt het water niet weg en/of
centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
De afvoerpomp is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij
het water in de trommel niet wordt wegge-
pompt of een programma dat alle spoelgangen
onderdrukt.
Schakel de optie uit.
Kies programma POMPEN of CENTRIFUGE-
REN.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Problemen oplossen
23