Operation Manual

84
Installatie
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden
aangesloten:
Over de rand van een wasbak met hulp van een kunststof
slangenhouder die samen bij de machine
is geleverd. In dit geval dient u er voor te
zorgen dat de houder waarin de slang over
de rand van de wasbak is bevestigd niet kan
losschieten, als de machine aan het pompen
is.
Om het wegglijden van de slang te
voorkomen kunt u hem het beste met een
stuk touw vastmaken aan de waterkraan of
aan een haak in de muur bevestigen.
Op een afvoerpijp van de wasbak. De hoogte van de afvoerpijp moet
zich minstens 60 cm boven de grond bevinden.
Rechtstreeks op een afvoerpijp op een hoogte van minimaal 60 cm
en maximaal
90 cm.
Het uiteinde van
de afvoerslang
moet altijd zijn
belucht, d.w.z. de
binnendiameter
van de afvoerpijp moet groter zijn dan de buitendiameter van de
afvoerslang.
In de afvoerslang mag geen knik zitten.
Belangrijk:
De afvoerleiding mag in geen geval verlengd worden.
Het niet naleven van deze regels zou tot een abnormale werking van uw
toestel kunnen leiden.
132976190nl.qxd 15/09/2006 15.15 Pagina 84