Operation Manual

Aansluiten van de afwasautomaat44
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De afwasautomaat kan zowel aan koud water als aan warm water tot max. 60
°C aangesloten worden.
De afwasautomaat mag niet aan open warmwaterapparatuur of een geiser
worden aangesloten.
Toegestane waterdruk
Toevoerslang aansluiten
1 De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of ineenge
strengeld zijn.
De toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 2281:2000) aan een kraan met
buitenschroefdraad (¾ inch) aansluiten. De toevoerslang is of van een kunststof
of van een metalen aansluitmoer voorzien:
De aansluitmoer van de slangkoppeling alleen met de hand aandraaien.
Vervolgens visueel op lekken controleren (controleren of de kraan niet druppelt).
3 Opdat de beschikbaarheid van water in de keuken niet wordt beperkt adviseren
wij om een extra kraan te installeren.
1 Waarschuwing: gevaar voor elektrische
schok
(geldt alleen voor vaatwassers met veilig
heidsklep).
De elektrische kabel voor de veiligheidsklep
loopt door de dubbelwandige toevoerslang
en staat onder spanning.
De toevoerslang en de veiligheidsklep nooit
in water onderdompelen.
Laagste toegestane waterdruk:
0,1 MPa ( = 1 bar = 10 N/cm
2
)
Bij een waterdruk van minder dan
0,1 MPa verzoeken wij u contact met uw instal
lateur op te nemen.
Hoogste toegestane waterdruk:
1 MPa ( = 10 bar = 100 N/cm
2
)
Bij een waterdruk die hoger is dan 1 MPa dient
een drukverlagingsklep voorgeschakeld te wor
den (verkrijgbaar bij uw vakhandel).