User manual

l
69
3
Opmerking 3: Tips voor afgifte van
hetere koffie:
1) Als u meteen na het inschakelen van
de koffiemachine een sterk kopje (min-
der dan 60 ml) wilt zetten, gebruik dan
het hete water van het spoelproces om
de kopjes te verwarmen.
2) Als er echter sinds het zetten van
het laatste kopje meer dan 2 of 3
minuten verstreken zijn, moet u de
koffiezeteenheid voor het volgende
kopje voorverwarmen door op de toets
te drukken.
Laat het water dan in het eronder
staande afdruipbakje lopen. U kunt dit
water gebruiken om het kopje dat u
voor de koffie gebruikt voor te verwar-
men. In dat geval doet u het hete
water gewoon in het kopje (dat u
daarna leegt).
3) Gebruik geen te dikke kopjes, ook
niet als ze voorverwarmd worden, want
die absorberen te veel warmte.
4) Gebruik altijd voorverwarmde kopjes
door ze met warm water te spoelen of
minstens 20 minuten op de warm-
houdplaat op de deksel van de inge-
schakelde koffiemachine te zetten.
3
Opmerking 4: Opmerking 4: Terwijl het
apparaat koffie zet, kan de afgifte op
elk moment worden gestopt door op
de toets (afb. 13) of de toets
(afb. 14) te drukken of door de draai-
knop hoeveelheid koffie (afb. 10) tegen
de klok in de draaien.
3
Opmerking 5: Als u na afloop van de
koffieafgifte meer koffie in het kopje
wilt hebben, houdt u gewoon de toets
(afb. 13) of de toets (afb. 14)
ingedrukt tot de gewenste hoeveelheid
koffie bereikt is of draait u de knop
hoeveelheid koffie (afb. 10) met de
klok mee (dit moet gebeuren onmid-
dellijk nadat de koffie is afgegeven en
voordat de verbruikte koffie in het kof-
fiedikreservoir wordt uitgeworpen).
3
Opmerking 6: Als het controlelampje
continu brandt, moet de watertank
gevuld worden. Anders kan er geen
koffie worden gezet. De watertank kan
alleen verwijderd worden als de mel-
kopschuimer eerst naar het midden van
de machine is gericht. (Het is normaal
dat de tank nog wat water bevat wan-
neer het controlelampje gaat bran-
den).
3
Opmerking 7: De koffiemachine telt
het aantal gezette koppen koffie. Tel-
kens na 14 apart (of 7 paarsgewijs)
gezette koppen koffie gaat het contro-
lelampje continu branden om aan
te geven dat het koffiedikreservoir vol
is en geleegd en gereinigd moet wor-
den (zie 9.2 „Koffiedikreservoir legen“,
pagina 73.
3
Opmerking 8: Bij het gebruik van de
koffiemachine kan het op den duur
gebeuren dat het maalmechanisme slijt
en de koffie te snel en zonder crema
afgegeven wordt omdat de bonen de
grof gemalen zijn.
Om deze storing te verhelpen moet de
maalgraad van het maalmechanisme
opnieuw worden ingesteld. Hiervoor
moet de draaiknop voor het instellen
van de maalgraad (afb. 17) één stand
naar links worden gedraaid (zie hoofd-
stuk 5 „Instellen van het maalmecha-
nisme“, pagina 70).
3
Opmerking 9: Als de koffiemachine
lang niet is gebruikt, moet de koffie-
zeteenheid gereinigd worden zoals
beschreven in par 9.3 „Reinigen van de
koffiezeteenheid“, pagina 73, voordat
hij weer wordt gebruikt.
3
Opmerking 10: Tijdens de koffieafgifte
nooit de watertank weghalen. Als deze
eruit genomen wordt, kan de koffie-
machine geen koffie meer zetten en
begint het controlelampje (geen
water) te knipperen. Als u dan probeert
nog een kopje te zetten, maakt de kof-
fiemachine veel lawaai en zet geen
koffie. Om de koffiemachine weer te
starten draait u de stoomknop hele-
maal naar links en laat u een paar
seconden lang water uit de melkop-
schuimer lopen.
822_949_352 CS5200.book Seite 69 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19