User manual

13Bedienen van de oven
Hulpstukken plaatsen
In de ovendeur bevinden zich 5 inschuifniveaus voor het ophangen van de hulp-
stukken.
Ophangrooster plaatsen
Ophangrooster pakken (1) en in het gewenste
inschuifniveau voeren. Ophangrooster naar on-
deren drukken (2) tot de aanslag.
3 De inschuifniveaus wordne van onderen naar
boven geteld.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Grote grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
veelheden en om te roosteren.
Grill Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
Warmhoudstand Voor het warmhouden van gerechten.
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen
de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven
wordt verhit tot circa 500 °C.
Ovenfunctie Toepassing