User manual
PROBLEMEN OPLOSSEN
Tijdens de werking van het apparaat kun-
nen vaak kleine, maar storende proble-
men optreden waarvoor niet meteen een
monteur hoeft te worden gebeld. Om on-
nodige onderhoudskosten te voorkomen,
wordt in de onderstaande tabel informa-
tie gegeven over deze problemen.
De werking van het apparaat gaat
gepaard met bepaalde geluiden
(geluid van compressor en circula-
tie). Dat is geen probleem, maar
de normale werking.
Het apparaat werkt niet continu
dus als de compressor stopt, be-
tekent dit niet dat er geen stroom
is. Daarom mag u geen elektri-
sche onderdelen van het apparaat
aanraken voordat u de stroom
hebt uitgeschakeld.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt
lawaai.
Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat (alle vier de
pootjes en wielen moeten
op de vloer staan). Zie 'Wa-
terpas zetten'.
De zoemer klinkt.
Het pictogram Alarm
knippert.
De temperatuur in de vrie-
zer is te hoog.
Zie 'Alarm hoge tempera-
tuur'.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'Alarm deur open'.
Er wordt een vier-
kantje boven- of on-
derin het tempera-
tuurdisplay weerge-
geven.
Er is een fout opgetreden
in de temperatuurmeting.
Neem contact op met de
klantenservice (het koelsys-
teem blijft werken om uw
levensmiddelen koud te
houden, maar de tempera-
tuur kan niet aangepast
worden).
“dEMo” verschijnt op
het display.
Het apparaat staat in de
demonstratiestand.
Houd de OK-toets onge-
veer 10 seconden ingedrukt
tot een lange zoemer te ho-
ren is en de display kort uit-
gaat; het apparaat gaat
weer werken.
De compressor werkt
continu.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De deur is te vaak geo-
pend.
Laat de deur niet langer
dan nodig openstaan.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen
tot kamertemperatuur voor-
dat u het conserveert.
NEDERLANDS
15