Operation Manual

Gebruiksaanwijzing
35
Water loopt onder de
wasautomaat uit.
De koppeling van de toe-
voerslang zit niet vast.
Toevoerslang vastschroeven.
Afvoerslang is niet dicht.
Afvoerslang controleren en
zo nodig vervangen.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Deksel goed sluiten.
Het wasgoed zit tussen de
deur geklemd.
Programma afbreken, was-
goed uit de deur verwijderen.
Programma opnieuw starten.
De afvoerslang is niet goed
afgesloten of lekt.
Afvoerslang goed afsluiten
(zie paragraaf “Afvoer”). Bij
lekkende afvoerslang, con-
tact opnemen met de ser-
vice-afdeling.
De afvoerpomp van de
wasautomaat loopt
voortdurend- ook bij
uitgeschakeld appa-
raat.
Beveiliging tegen waterover-
last Aqua control heeft ge-
reageerd.
Waterkraan dichtdraaien,
vervolgens de stekker uit het
stopcontact trekken en de
service-afdeling op de
hoogte stellen.
De wasverzachter is
niet ingespoeld, vak æ
voor nabehandelings-
middel is met water
gevuld.
Het inzetbakje voor wasver-
zachter in het vak voor na-
behandelingsmiddel is niet
goed opgezet of verstopt.
Wasmiddellade schoonma-
ken, inzetbakje vaszetten.
Het wasgoed is erg ge-
kreukt.
Waarschijnlijk heeft u teveel
wasgoed in de machine ge-
daan.
Maximale vulgewicht aan-
houden (zie programmata-
bellen). Bij kreukherstellend
textiel het programma
STRIJKVRIJ kiezen.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing