Operation Manual

16 - De computer beveiligen
Wachtwoorden invoeren
Als er een wachtwoord is ingesteld, wordt middenin het scherm een
wachtwoordvenster weergegeven.
Als er een [Supervisor Password] (Beheerderswachtwoord) is
ingesteld, wordt dit gevraagd wanneer u de BIOS opent.
Voer het [Supervisor Password] (Beheerderswachtwoord) in en druk
op <Enter> als u de BIOS wilt gebruiken. Als u een onjuist
wachtwoord invoert, verschijnt er een waarschuwing. Probeer het
opnieuw en druk op <Enter>.
Als het [User Password] (Gebruikerswachtwoord) is ingesteld en het
wachtwoord bij opstarten is ingeschakeld, wordt tijdens het
opstarten het wachtwoord gevraagd.
Voer het [User Password] (Gebruikerswachtwoord) in en druk op
<Enter> als u de computer wilt gebruiken. Als u een onjuist
wachtwoord invoert, verschijnt er een waarschuwing. Probeer het
opnieuw en druk op <Enter>.
Belangrijk
U krijgt drie kansen om het correcte wachtwoord in te voeren. Als u
driemaal een onjuist wachtwoord invoert, wordt het systeem
geblokkeerd. Verschuif de stroomschakelaar en houd de aan/uit knop
vier seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen. Schakel de
computer weer in en probeer het opnieuw.