Operation Manual

22
Nederlands ...
Besturingselementen
Color (Kleur)
(Computer-/
Videomodus)
Display Mode (Weergavemodus)
Er zijn talrijke instellingen, die vooraf werden ingesteld en die
geoptimaliseerd zijn voor verschillende beeldtypes.
Bright (Helderheid): voor de optimalisatie van de helderheid.
PC : voor computer of notebook.
Video : voor het afspelen van video’s in een heldere omgeving.
Theater : voor gebruik als thuisbioscoop in een donkere kamer.
sRGB: voor een optimale afstelling van de kleur.
User: van gebruikersinstellingen.
Brightness (Helderheid)
Past de helderheid van het beeld aan.
Druk op om het beeld donkerder te maken.
Druk op om het beeld lichter te maken.
Contrast
Met het contrast beheert u de graad van het verschil tussen de
lichtste en donkerste delen van de afbeelding. Het aanpassen van
het contrast wijzigt de waarden voor zwart en wit in de afbeelding.
Druk op om het contrast te verminderen.
Druk op om het contrast te vermeerderen.
Color Temperature (Kleurtemperatuur)
Past de kleurtemperatuur aan. Bij een hogere temperatuur ziet
het beeld er koeler uit; bij een lagere temperatuur ziet het beeld er
warmer uit.