Operation Manual

34 - De camera en camcorder gebruiken
Met de bedieningselementen boven in het cameravenster, kunt u
instellingen wijzigen. Met de bedieningselementen onderaan kunt u
een foto maken, de camera of camcorder selecteren, in- en
uitzoomen of de laatst gemaakte foto/video bekijken.
Tik op de knop [Record] (Opnemen) om de camcorder direct te laten
opnemen. Tijdens de opname kunt u de instellingen voor de camera/
camcorder niet wijzigen. Druk op de rode knop [Stop recording]
(Opname stoppen) om te stoppen met opnemen.
Instellingen
Pictogram Beschrijving
Instellingen
Camera-instellingen
Capture mode (Vastlegmodus): Normal (Normaal) of
Panorama (Panorama)
Resolutie: 2 MP, HD720, VGA
Exposure (Belichting): Beeld wordt over- of
onderbelicht.
White balance (Witbalans): Auto (Automatisch),
Daylight (Daglicht), Cloudy (Bewolkt), Fluorescent
lamp (TL) of Incandescent (Gloeilamp).
Timer: Uit, 2 seconden, 5 seconden of 10 seconden
Grid (Raster): Schakelt het raster in of uit.
Camcorderinstellingen
Resolutie: HD 720p of QCIF
Time lapse interval (Interval tijdvertraging): Uit, 1
seconde, 2 seconden, 5 seconden of 10 seconden
Algemene instellingen
Location (Locatie): U kunt instellen of de locatie (op
basis van GPS) moet worden opgeslagen in de
afbeeldingsgegevens. Er wordt een satellietpictogram
op het scherm weergegeven als deze optie actief is.
Opslag: Interne opslag of SD-kaart
Reset to default (Standaardwaarden herstellen): De
camera-instellingen terugzetten op de oorspronkelijke
waarden.