ICW Condenserend hoogrendement doorstroomtoestel 0312225 2 2 1 6 - W ijzigingen voorbehouden. ICW - 25/35/60 Installatie-, Gebruikers-, Service- en Onderhoudshandleiding NL 62403664 - R00 10-11-2016_NL Innovation has a name.
INHOUD 1 - ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...............................................................................................4 1.1 - Nationale wetten en voorschriften............................................................................................................................. 5 2 - ALGEMENE INFORMATIE...............................................................................................................................6 2.1 - Presentatie..................................
INHOUD 8.1.4 - Controleer of de rookgas- en luchttoevoerkanalen in goede staat en goed afgedicht zijn;....................... 44 8.1.5 - Systeemleidingen controleren..........................................................................................................................44 8.1.6 - Besturingsinstellingen controleren............................................................................................................. 45 8.1.7 - De bedrading en aansluitingen controleren..................
1 - ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Als u gas ruikt 1. - Sluit de gaskraan. 2. - Ventileer de ruimte. 3. - Schakel geen elektrisch toestel in, inclusief de telefoon. 4. - Bel vanuit een andere ruimte onmiddellijk een professionele, gekwalificeerde technicus of het gasbedrijf. Bel de brandweer als de laatstgenoemde niet bereikbaar is.
1 - ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1.1 - Nationale wetten en voorschriften Als (eind)gebruiker, installateur of service- en onderhoudsmonteur dient u ervoor te zorgen dat de gehele installatie tenminste voldoet aan de ter plekke geldende: • voorschriften m.b.t. bouwbesluiten; • richtlijnen voor bestaande gasinstallaties opgesteld door uw energieleverancier; • richtlijnen voor aardgasinstallaties en de bijbehorende praktijkrichtlijnen; • veiligheidseisen voor laagspanningsinstallaties; • voorschriften m.
2 - ALGEMENE INFORMATIE 2.1 - Presentatie Van harte gefeliciteerd! U heeft één van de beste producten op de markt gekocht. Ieder afzonderlijk onderdeel is met trots ontworpen, geproduceerd, getest en gemonteerd in de fabriek van A.O. Smith en garandeert dus de beste kwaliteitscontrole. Dit product is met zeer veel respect voor het milieu ontworpen door het bedrijf A.O. Smith, dat is geclassificeerd voor klasse 5 als zijnde minst vervuilend, zoals vastgesteld door de technische norm EN26 (en EN 483). 2.
2 - ALGEMENE INFORMATIE 2.3 - Fabrikant 2.5 - Onderhoud A.O. Smith Water Products Company Postbus 70 5500 AB Veldhoven Nederland Telefoon: (gratis) 0870-AOSMITH 0870 -2676484 R0 Algemeen: +31 40 294 25 00 Fax: +31 40 294 25 39 E-mail: info@aosmith.nl Website: www.aosmithinternational.
3 - BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 16 19 20 16 21 45 020003.01.059 22 23 15 24 25 46 26 11 27 7 8 14 28 29 30 31 6 3 2 1 16 - Beugels voor bevestiging aan de muur 17 - ---------18 - ---------19 - Aansluiting voor luchttoevoer en rookgasafvoer 20 - Meetpunt CO2 21 - Rookgasafvoertemperatuursensor (1006) 22 - Vonkengenerator 23 - Ontsteekkabels 24 - Terugslagklep voor verbrandingsgassen.
3 - BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 33 35 37 36 38 40 39 41 43 020003.01.
3 - BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 19 16 16 45 21 15 22 23 11 24 46 25 8 26 27 14 28 020008.01.
3 - BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 47 33 35 36 37 38 39 40 7 28 41 41 43 020008.01.
4 - BEDIENING Legenda van figuur 4-1: 1 = Warmwaterdoorstroomtoestel 2 = Luchttoevoer 3 = Rookgasafvoer 4 = Rookgasafvoertemperatuursensor (par.
4 - BEDIENING 4.1 - Bediening en bedoeld gebruik van Dit toestel is niet geschikt voor plaatsing in de open lucht. Stel het toestel niet bloot aan temperaturen onder nul het toestel Dit product is een condenserend, gasgestookt toestel bedoeld voor de productie van warm water voor huishoudelijk gebruik. Neem het drukverlies over het toestel zoals weergegeven in figuur 4-2 in overweging. of hoger dan 50°C. De temperatuur van het warme water kan volgens de in paragraaf 7.
4 - BEDIENING 4.2 - Voorbeeld van installatie Figuren 4-3, 4-4 en 4-5 geven een paar voorbeelden van correcte installatie, terwijl figuur 4-6 een voorbeeld van verkeerde installatie toont. Figuur 4-3 - Voorbeeld van standaardinstallatie Figuur 4-4 - Voorbeeld van installatie met recirculatie uitgevoerd door een externe pomp (zie paragraaf 5.
5 - INSTALLEREN 5.1 - De verpakking openen Het toestel wordt in een kartonnen doos geleverd. 5.2 - Afmetingen en minimumafstanden Zorg voor vrije ruimte rondom het toestel voor installatie en onderhoud, zoals weergegeven in figuur 5-1. 5.3 - Een geschikte installatieplaats kiezen LET OP !!! Installeer het toestel uitsluitend op een stevige, verticale muur die het gewicht kan dragen.
5 - INSTALLEREN niet tegen deze temperatuur en druk bestand zijn, moet de aannemer een voorziening leveren en installeren die het toestel uitschakelt voordat het materiaal van het systeem de maximumbedrijfstemperatuur en de maximumdrukwaarde bereikt. In figuren 5-2 en 5-3 worden de service- en onderhoudsafsluiters niet weergegeven. Hydraulische en gasaansluitingen moeten worden voorzien van afsluiters voor service- en onderhoudswerkzaamheden. 5.
5 - INSTALLEREN (figuur 5-5 onderdeel “5”) om stankafgifte aan de omgeving te voorkomen. De condenswaterafvoer moet aan de volgende voorwaarden voldoen: de afvoer moet door middel van een geschikte sifon op het riool worden aangesloten met een afsluiter die voorkomt dat het systeem onder druk komt te staan en stank uit het riool naar buiten komt (onderdeel “5” in figuur 5-5).
5 - INSTALLEREN 7.- als het kraanpictogram blijft knipperen, betekent dit dat de interne pomp het water in het recirculatiecircuit met meer dan 2 l/min kan laten stromen (te verifiëren via parameter 1062); 8.- stel met klep “A” in figuur 4-4 het recirculatiedebiet lager dan 2 l/min in; 9.- nu kan het toestel correct werken. Het toestel moet met gebruikmaking van een kabelkoppelaar op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Het gebruik van verloopstukken, meervoudige contactdozen, enz.
5 - INSTALLEREN 5.11.1 - De voedingskabel aansluiten Ga voor het aansluiten van de voedingskabel als volgt te werk (zie figuur 5-6): 1.- gebruik een drie-aderige kabel met dubbele isolatie en een minimumdoorsnee van 1,5 mm² 2.- verwijder de kast van het toestel volgens de instructies in paragraaf 8.2; 3.- draai het paneel “A” naar de voorzijde van het toestel; 4.- duw op de lipjes “C” en open de klep “B” zoals aangegeven door de pijl; 5.
5 - INSTALLEREN 5.12 - Rookgassystemen LET OP !!! Neem bij het installeren van de afvoerbuizen voor rookgas en toevoerlucht de betreffende nationale en lokale voorschriften strikt in acht. LET OP !!! De van het toestel afkomstige afvoerrookgassen kunnen onder bepaalde omstandigheden een temperatuur van 90°C bereiken. Daarom moeten de kunststof rookgasonderdelen bestand zijn tegen hoge temperaturen en moeten zij voor dit specifieke toestel zijn goedgekeurd.
5 - INSTALLEREN deze ruimte direct kan worden geventileerd in overeenstemming met de bovenstaande punten; LET OP !!! Bij het C63 type afvoer kan het uit de rookgasafvoer afkomstige condenswater niet in het toestel afvloeien. alleen dit gastoestel in de te ventileren ruimte is geplaatst; de aangrenzende ruimte geen slaapkamer is; de aangrenzende ruimte geen gezamenlijk deel van het - C83, gescheiden met luchtinlaat via de muur of een ander punt. Onafhankelijk van de luchttoevoer van andere toestellen.
5 - INSTALLEREN 5.12.2 - “Split 80/80PP” systeem (polypropyleen) (type C13; C33) ICW 25 en 35 A B 020003.01.069 Het toestel wordt standaard met bevestigingen voor aansluiting van de rookgas/luchtinlaat geleverd. Installeer voor aansluiting op een “80/80PP Split” systeem de betreffende set volgens figuur 5-8. Bevestiging “A” kan 360° vrij draaien, waardoor optimale toepasbaarheid bij de installatie wordt gegarandeerd.
5 - INSTALLEREN A B 020008.01.024 5.12.3 - “Split 80/80PP” systeem (polypropyleen) (type C13; C33) ICW 60 Het toestel wordt standaard zonder bevestigingen voor aansluiting van de rookgas/luchtinlaat geleverd. Vraag voor aansluiting op een “80/80PP Split” systeem de betreffende set aan en installeer deze volgens figuur 5-9. Bevestiging “A” kan 360° vrij draaien, waardoor optimale toepasbaarheid bij de installatie wordt gegarandeerd.
5 - INSTALLEREN Onderwerp Beschrijving Split verloopstuk (op toestel) Ø 60/100mm naar 2x Ø 80 mm Art.nr. ICW 25, ICW 35 0312 273 (1) Splitsverloopstuk (op toestel) Ø 80/125 mm naar 2x Ø 80 mm Art.nr. ICW 60 0312 209 (1) Split verloopstuk (naar doorvoer Art.nr. in dak of muur) 2x Ø 80 mm naar Ø 80/125 mm ICW 25, ICW 35, ICW 60, 0307 177 (1) Dakdoorvoer Art.nr. ICW 25, ICW 35, ICW 60, 0310 753 * Muurdoorvoer Art.nr.
5 - INSTALLEREN 5.12.4 - “60/100PP verticaal coaxiaal” systeem (polypropyleen) (type C13; C33) ICW 25 en 35 C Het toestel wordt standaard met bevestigingen voor aansluiting van het verticale 60/100 systeem voor de rookgas/luchtinlaat geleverd. D A LET OP !!! De coaxiale afvoer- en inlaatpijpen moeten correct worden ondersteund door onbuigzame beugels en mogen maximaal 1 meter van elkaar zijn geplaatst. Bevestig de beugels aan stevige muren die het gewicht van de pijp zelf kunnen dragen. B 020002.01.
5 - INSTALLEREN Onderwerp Muurdoorvoer Pijpmateriaal Pijpdiameters Beschrijving Art.nr. ICW 25, ICW 35 Fabrikant Muelink & Grol Type Coax line Plus Constructie Concentrisch Rookgasafvoer PP polypropyleen met afdichtring met lipjes Luchttoevoer Dunwandig verzinkt plaatstaal Rookgasafvoer ICW 25, ICW 35 Luchttoevoer 0312 247 (1) Ø 60 mm Ø 100 mm (1) = Een andere muurdoorvoer is niet toegestaan.
5 - INSTALLEREN 5.12.4 - “80/125PP verticaal coaxiaal” systeem (polypropyleen) (type C13; C33) ICW 60 C Het toestel wordt standaard met bevestigingen voor aansluiting van het verticale 80/125 systeem voor de rookgas/luchtinlaat geleverd. A B LET OP !!! De coaxiale afvoer- en inlaatpijpen moeten correct worden ondersteund door onbuigzame beugels en mogen maximaal 1 meter van elkaar zijn geplaatst. Bevestig de beugels aan stevige muren die het gewicht van de pijp zelf kunnen dragen. 020008.01.
5 - INSTALLEREN Figuur 5-19 - Voorbeelden van installaties van de coaxiale pijp 28
6 - BEDIENING 6.1 - Bediening 5.- plaats alles in omgekeerde volgorde weer terug. 6.1.1 - Gebruikersinstructies LET OP !!! Vul als het toestel langer dan 3 maanden uitgeschakeld is geweest de sifon weer zoals boven beschreven. Geef de gebruiker de installatie- en 6.2 - Algemene aanbevelingen betreffende de toevoer van gas Voer voordat u het toestel opstart de volgende handelingen uit. Instrueer de gebruiker met betrekking tot het juiste gebruik van het toestel en het systeem in het algemeen.
6 - BEDIENEN 6.3 - Het type gas waarop het toestel is afgesteld. C D Aan de voorzijde van het toestel is een label aangebracht met daarop het type gas en de druk waarop deze is ingesteld. Het toestel kan de volgende tekst bevatten: H E 2K-G25.3-25mbar AARDGAS dat het toestel is ingesteld op werking met K-gas F betekent van de tweede familie (aardgas) bij een toevoerdruk van 25 mbar. (NEDERLAND).
6 - BEDIENEN Alleen voor modellen 60, (uitsluitend voor de omzetting van en naar G25.3), vervang lucht membraan (detail “Z” zie figuur 6-10) met die in de gasombouwkit (zie figuur 6-10) B OFF ON 18 - plaats de gasklep weer terug (zie figuur 6-4, onderdeel “P”) en zorg dat u ook de veer “M” terugplaatst.
6 - BEDIENEN 6.5 - Ontsteking A 1.- Open de gaskraan; 2.- Schakel de elektrische voeding in; en de 3. - Stel met behulp van de toetsen voor de warmwatervoorziening gewenste temperatuur af. Het op de display verschaft informatie betreffende pictogram de bedrijfsstatus van de warmwatervoorziening: : warmwatervoorziening niet actief a) vast pictogram (niemand tapt warm water). : er wordt warm water b) knipperend pictogram getapt. 4.- Open een warmwaterkraan maximaal om de het toestel te ontluchten.
6 - BEDIENEN 6.7 - CO2-niveaus meten en afstellen A B C D 020002.01.015 Figuur 6-11 Meetpunt CO2 op ICW 25 en 35 B D 020008.01.023 E Onder normale bedrijfsomstandigheden en op een hoogte van minder dan 1000 m moet het CO2-niveau (koolstofdioxide) van de rookgassen binnen de in hoofdstuk 9 gegeven parameters vallen. Een hiervan afwijkende waarde kan storingen veroorzaken en is strikt verboden. Voer een verbrandingsanalyse uit en stel indien nodig deze waarde af. Ga als volgt te werk: 1.
6 - BEDIENEN 6.8 - Zelf inleren en het minimum en maximum uitgangsvermogen ijken Dit warmwaterdoorstroomtoestel heeft een zelfinleerprocedure voor optimale regeling van de watertemperatuur. Hiervoor ijkt het toestel automatisch het maximum- en minimumvermogen op basis van het standaardwatergebruik. Omdat bij de eerste installatie het standaardwatergebruik niet bekend is, wordt voor een snelle regeling aangeraden het toestel zichzelf te laten inleren. Ga als volgt te werk: 1.
7 - GEBRUIK Figuur 7-1 - Besturingspaneel Legenda van figuur 7-1 A - Aan/uitschakelaar B - Resettoets C - Branderstatus (de brander brandt als dit pictogram wordt weergegeven) D - Status van de watervoorziening: Pictogram uit = water uit Icon aan = water aan, maar niet in werking Icon knippert = water actief en in werking F - Indicator van de verschillende parameters in de verschillende menu's G - Pictogram voor het openen van het Installatiemenu H - Warmwatertemperatuur of indicator van de door d
7 - GEBRUIK 7.5 - Pomp regeling en timers 7.3 - Gebruikersmenu Het openen van het Gebruikersmenu wordt gemarkeerd Voor een langere levensduur van het toestel, voor verhoging door weergave “F”, in figuur 7-1, die parameters aangeeft van het comfort en voor meer energiebesparing beschikt het toestel over een aantal timers. die waarden van t/m kunnen aannemen. Het Deze timers zijn: Gebruikersmenu openen: - Nacirculatie van de pomp: iedere keer na levering van warm 1.
7 - GEBRUIK 7.7 - Parameters van het Gebruikersmenu Volg om het Gebruikersmenu te openen de instructies in paragraaf 7.3. In dit menu kunnen de volgende parameters worden opgevraagd: Parameter 1001 1002 1003 1004 1005 1006 1007 1008 1009 1010 1011 1012 1013 1014 1040 1041 1042 1043 1051 1052 1053 1055 1056 1057 1058 1059 1060 1061 1062 Beschrijving van de parameter M.E. (meeteenheid) °C °C / (N.v.t.
7 - GEBRUIK 7.8 - Installatiemenu en parameters LET OP !!! Wijziging van deze parameters kunnen storingen in het toestel en dus ook in het systeem veroorzaken. Om deze reden mag uitsluitend een technicus die dit toestel door en door kent deze parameters wijzigen. Het Parametermenu is via het bedienings- en besturingspaneel van het toestel beschikbaar voor de technicus voor het analyseren van de werking en het afstellen van het toestel op het systeem. Open als volgt het Installatiemenu: tegelijkertijd 1.
7 - GEBRUIK 2022 2060 Klimaatafstelling: toevoertemperatuur bij ontwerp buiten(N.v.t.) temperatuur (winter) (n.v.t.) Klimaatafstelling: buitentemperatuur lente-achtig (n.v.t.) (N.v.t.) Klimaatafstelling: toevoertemperatuur bij ontwerp buiten(N.v.t.) temperatuur lenteachtig (n.v.t.) Temperatuur middels openen van de ruimtethermostaat (N.v.t.) verlagen (n.v.t.) Klimaatafstelling: temperatuur centrale verwarming verho(N.v.t.) gen (n.v.t.) Klimaatafstelling: tijd centrale verwarming verhogen (n.v.t.) (N.v.t.
7 - GEBRUIK 7.9.1 - Diagnose “Loc” blokkeringsfoutcodes en mogelijke oplossingen Blokkering Loc 0 Loc 1 Beschrijving van de blokkering Controles Oplossingen Fout intern geheugen E2prom bij bedieningspaneel Geen vlam gedetecteerd Controleer of de toevoergasdruk (zie paragraaf na drie pogingen tot 6.6) een vonk geeft aan de ontsteekpennen (zie ontsteking paragraaf 8.
7 - GEBRUIK Loc 16 Loc 17 Loc 18 Loc 19 Loc 20 Loc 21 Loc 22 Maximumtemperatuur rookgasen LET OP !!! Komt deze fout meerdere keren per dag voor dan schakelt het apparaat uit. Neem contact op met een gekwalificeerd service punt. PROBEER NIET ZELF OP TE LOSSEN. Softwarefout in het bedieningspaneel Softwarefout in het bedieningspaneel Softwarefout in het bedieningspaneel De vlam brandt 10 sec.
7 - GEBRUIK 7.9.
7 - GEBRUIK Err 122 Circuit warmwateruitlaat- Controleer of de elektrische weerstand van de sensensor (1002) open sor met het diagram in paragraaf 8.14 overeenkomt. Controleer de aansluiting van de elektrische kabels tussen de sensor en het bedieningspaneel. Err 123 Circuit rookgassensor (1006) open Controleer of de elektrische weerstand van de sensor met het diagram in paragraaf 8.14 overeenkomt.
8 - ONDERHOUD 8.1 - Service en onderhoud De installateur moet dit hoofdstuk onder de aandacht van de gebruiker brengen, zodat de gebruiker met een gekwalificeerd onderhoudsbedrijf de nodige regelingen kan treffen voor periodieke service en onderhoud van het toestel. De installateur moet de gebruiker ook laten weten dat gebrek aan de juiste service en onderhoud van het toestel en alle brandstofverbrandingsapparatuur tot gevaarlijke situaties kan leiden.
8 - ONDERHOUD 8.1.6 - Besturingsinstellingen controleren 1. Stel het instelpunt van de verwarmer zo laag in dat geen warmtevraag aanwezig is (zie paragraaf 7.4). De gasklep moet sluiten en de brander moet doven. De ventilator blijft nog even doordraaien en schakelt vervolgens uit. 2. Test voor de veiligheid het uitschakeling van de besturing: sluit terwijl de brander brandt de afsluiter van de gaskraan (onderdeel “2” in figuur 5-5). De gasklep moet sluiten en de brander moet doven.
8 - ONDERHOUD 8.3 - De brander en de ventilator verwijderen Ga voor het verwijderen van de brander en de ventilator als volgt te werk (zie figuur 8-2 indien niet anders gespecificeerd): 1.- verkrijg toegang tot de interne onderdelen volgens paragraaf 8.2; 2.- verwijder de luchtinlaat (onderdeel “C” in figuur 6-3) door deze naar de buitenzijde van het toestel te draaien en vervolgens naar rechts te trekken (zie figuur 6-3); 3.- draai schroef "C" van klep "D" los; 4.
8 - ONDERHOUD E B H L F G C D A 020003.01.062 Figuur 8-2 – De brander en de ventilator verwijderen PAKKING DEUR VAN DE WARMTEWISSELAAR 020009.01.032 LET OP !!! De pakking dient voor afsluiting van de verbranding. Gebruik deze indien beschadigd NIET LANGER en vervang de pakking. Bij beschadiging van de deur vervang volledige deur. Neem voor het vervangen van de deur van de warmtewisselaar contact op met de fabriek.
8 - ONDERHOUD 8.5 - Reinigingsprocedure voor de condenswatersifon 020003.01.063 Figuur 8-3 - De sifon voor opvang van condenswater verwijderen Ga voor het correct reinigen van de opvangsifon en het transporteren van het bij de verbranding geproduceerde condenswater als volgt te werk (zie figuren 8-3, 8-4 en 8-5): 1.
8 - ONDERHOUD 8.6 - Positie van de ionisatie- en onsteekpennen Voor goede werking van het toestel is correcte plaatsing van de elektroden van essentieel belang (zie figuur 8-6): - De afstand tussen de ontsteekpennen “A” en “B” moet tussen 2,0 en 2,5 mm liggen; - De afstand tussen de ontsteekpennen en het branderoppervlak moet tussen 5 en 5,5 mm liggen; - De afstand tussen de ionisatiepen "C" en het branderoppervlak moet tussen 5,5 en 6,5 mm liggen. Figuur 8-6 - De elektroden op de brander afstellen 8.
8 - ONDERHOUD 8.8 - Procedure voor het vervangen van de waterdebietmeter Ga als volgt te werk volgens figuur 8-8: 1.- leeg het warmwatercircuit volgens de procedure in paragraaf 8.10; 2 - koppel de elektrische voeding naar het toestel af; 3.- verkrijg toegang tot de onderdelen in het toestel volgens paragraaf 8.2; 4.- koppel de kabels die vanuit de debietmeter lopen (onderdeel "B" in figuur 8-8) af; 5.
8 - ONDERHOUD 8.10 - Procedure voor het aftappen van 8.13 - De ionisatiestroom controleren In iedere bedrijfsstatus, ook tijdens het controleren van het warmwaterdoorstroomtoestel het minimum- en maximumvermogen zoals beschreven Ga voor het legen van het toestel als volgt te werk (zie figuur 5-5): 1.- sluit de afsluiters "10" en "3"; 2.- sluit een afvoerpijp op de aftapkranen "4" aan; 3.- open de aftapkranen "4"; 4.
8 - ONDERHOUD 8.15 - Elektrische aansluitingen ICW 25, 35 en 65 LET OP !!! Raadpleeg referenties K met volgnummer voor een correcte vervolging van het bedradingsschema (zie bovenstaand voorbeeld).
8 - ONDERHOUD GS - Vonkengenerator IG - Hoofdschakelaar J1 - 8-pens Molex-connector J12 - 6-pens Molex-connector J2 - 6-pens Molex-connector J26 - 4-pens Molex-connector J3 - 10-pens Molex-connector J4 - 6-pens Molex-connector J5 - 4-pens Molex-connector J6 - 14-pens Molex-connector J7 - 10-pens Molex-connector J9 - 4-pens Molex-connector SDC - Aansluitpaneel TF - Zekering voor maximumrookgastemperatuur TU - Debietmeter voor warm water VG1 - Gasklep 53
8 - ONDERHOUD 8.
8 - ONDERHOUD 55
9 - TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS M Type (type rookgasafvoer/verbrandingsluchtinlaat) ICW 25 ICW 35 ICW 60 B23; B23P; C13; C33; C43; C53; C63; C83; C93 Categorie CE-certificaat (PIN) II2EK3B/P II2EK3B/P II2EK3B/P 0476CQ1097 0476CQ1097 0476CQ1097 Nominale vermogen max. OW (BW) kW 25,5 (28,3) 32,0 (35,5) 57,8 (64,2) Nominale vermogen min. OW (BW) kW 3,2 (3,6) 6,0 (6,7) 12,0 (13,3) Nominale belasting (bw) max. kW 27,0 33,5 60,9 Rendement bij nominale belasting max.
10 - SCHEMA VAN HET BEDIENINGSMENU Legenda van figuur 10-1 Symbool Beschrijving Druk de toets RESET in en houd deze ingedrukt Houd de toets RESET gedurende 2 seconden ingedrukt. Houd de toets RESET gedurende 5 seconden ingedrukt. Houd de toetsen RESET en gelijktijdig gedurende 5 seconden ingedrukt. Druk de toets in en houd deze ingedrukt Druk de toets in en houd deze ingedrukt Het Installatiemenu openen (zie paragraaf 7.8) Parameters van het Installatiemenu (zie paragraaf 7.
11 - TESTMODUS VOOR MONTEURS LET OP !!! Wijziging van deze parameters kunnen storingen in het toestel en dus ook in het systeem veroorzaken. Om deze reden mag uitsluitend een technicus die dit toestel door en door kent deze parameters wijzigen. Verschuif om dit menu te openen de schakelaar op het paneel zoals beschreven in figuur 6-6 onderdeel “B”. Parameter Beschrijving van de parameter 3001 3002 Cascadepositie (n.v.t.
12 - CE CONFORMITEITSVERKLARING Conformiteitsverklaring Distributeur: A.O. Smith Water Products Company b.v.
13 - GARANTIE Voor registratie van uw garantie dient u de garantiekaart in te vullen en te retourneren. Uitsluitingen De in artikel 1 en 2 beschreven garantie is niet van toepassing in de onderstaande gevallen: • schade aan het toestel veroorzaakt door een externe Als binnen twee jaar na de oorspronkelijke installatiedatum, factor; na verificatie en uitsluitend naar oordeel van A.O.
14 - PRODUCTKAART INFORMATIE SYMBOOL EENHEID WAARDE Handelsmerk - - A.O.
uw installateur A.O. Smith Hoofdkantoor Europa, De Run 5305, 5503 LW Veldhoven www.aosmith.