Operation Manual

electrolux
58
pasteivulling laat circuleren.
Voor de beste resultaten raden wij u het gebruik van de
onderste inzetniveaus aan.
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer de Pizzafunctie door op de functieknop
te drukken, tot het symbool in het dis-
play verschijnt.
3. Druk, indien nodig, op de toetsen
of “ “ om
de temperatuurinstelling aan te passen.
Instellen
De ovenventilator werkt zonder warmte en laat de lucht
in de oven op kamertemperatuur circuleren. Dit verhoogt
de snelheid waarmee het ontdooien plaatsvindt. Houd er
echter rekening mee dat de temperatuur in de keuken
van invloed is op de snelheid van het ontdooien. Deze
functie is bijzonder geschikt om kwetsbare
levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen
beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling,
geglazuurd gebak, brood en andere producten van
gistdeeg.
Instellen
1) Schakel de oven in.
2) Selecteer de functie Ontdooien door op de functieknop
te drukken, tot het symbool in het display
verschijnt.
3) Op het display verschijnt “def”.
Aanwijzingen en tips
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gematigde
temperatuur (150°C-200°C) en daarom is het nodig om
de oven ongeveer 10 minuten voor te verwarmen.
Doe de ovendeur niet open, voordat 3/4 van de baktijd
verstreken is.
Kruimeldeeg moet in een springvorm of op een bakblik
tot 2/3 van de baktijd gebakken worden en daarna
gegarneerd, voordat het kan worden afgebakken. Deze
extra baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid van
de garnering. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel
lopen. De baktijd zou door te veel vloeistof onnodig
langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in de
oven worden geschoven, dan moet er tussen de blikken
een niveau vrijgelaten worden.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in de
oven worden geschoven, dan moeten de blikken na
ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden
verwisseld en omgedraaid worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1 kg.
Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen.
Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van
binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere
temperatuur (200°C-250°C) gebraden worden.
Licht vlees, gevogelte, en vis daarentegen op een lagere
temperatuur (150°C-175°C). Ingrediënten voor de saus
alleen bij korte bereidingstijd al aan het begin in de
braadslee doen. Anders deze pas het laatste half uur
toevoegen.
Of het vlees gaar is, kunt u controleren met een lepel: als
het vlees niet ingedrukt wordt, dan is het goed gaar.
Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten
blijven, moeten op een hogere temperatuur in kortere tijd
gebraden worden.
Als u vlees direct op het rooster braadt, de braadslede
op het onderste niveau schuiven om de sappen op te
vangen.
Het braadstuk minstens 15 minuten laten staan, voordat