GEBRUIKSAANWIJZING MODEL:ZRG31SW
Geachte klant, Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u uw nieuwe koelkast/vriezer installeert en gebruikt. Dit document bevat belangrijke informatie voor het veilige gebruik, installatie en onderhoud van het apparaat. Berg deze gebruiksaanwijzing voor toekomstige verwijzing op. Geef dit document door aan een eventueel nieuwe eigenaar van het apparaat.
Inhoudsopgave 4. 6. 7. 7. 7. 8. 9. 10. 10. 10. 10. 11. 11. 12. 12. 13. 14. 14. 14. 15. 15. 16. 16. 16. 18. 18.
Belangrijke veiligheidsinstructies Deze waarschuwingen zijn opgesteld voor uw veiligheid. Zorg dat u ze volledig begrijpt voordat u het apparaat installeert of gebruikt. Uw veiligheid is uiterst belangrijk. Als u niet zeker weet wat deze waarschuwingen betekenen, neemt u contact op met de serviceafdeling voor hulp. Bedoeld gebruik De koelkast is bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en opslaan van bevroren voedsel en ook voor het maken van ijs.
WAARSCHUWING - Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat. Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
Dagelijkse werking Verpakkingen met ontvlambare gassen of vloeistoffen kunnen bij lage temperaturen gaan lekken. Dit veroorzaakt explosiegevaar! Bewaar geen verpakkingen met ontvlambare materialen zoals bijvoorbeeld spuitbussen, nieuwe vullingen voor brandblussers enz. in de koelkast en/of vriezer. Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte geplaatst worden.
Installatie Installatielocatie Het apparaat mag alleen geïnstalleerd worden in een goed geventileerde, droge kamer. De omgevingstemperatuur heeft effect op het energieverbruik en de efficiënte prestatie van het apparaat.
Omkeerbaarheid van de deur Deze koelkast biedt de mogelijkheid voor het links of rechts openen van de deur. Dit apparaat is in de fabriek ingesteld op het openen van de deur vanaf de linkerkant. Om de draairichting van de deur te veranderen, gaat u als volgt te werk: OPMERKING: Alle verwijderde onderdelen moeten bewaard blijven om het omdraaien te kunnen uitvoeren. ¾ 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Koelkastdeur omdraaien Verwijder de schroefnagels (11).
De deur van het vriesvak verplaatsen Zet de deur van het vriesvak op een kier. Druk met een kleine schroevendraaier de veer in de opening van de onderste deurlager iets omhoog en haal de deurlager samen met de deur eraf. Plaats de afdekkap (M) op de tegenovergestelde zijde. Draai de deur van het vriesvak 180 graden en bevestig de onderste deurlager in de onderste lageropening van de vriesvakdeur.
Voor het eerste gebruik Maak voor het eerste gebruik de binnenkant van het apparaat en alle toebehoren schoon (zie hoofdstuk: Onderhoud en reiniging). Beschrijving van het apparaat Overzicht van het apparaat 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Boter/kaasvakken en verwijderbaar eierbakje Opslagruimte in de deur Flessenrek Groentenladen Legplateaus Thermostaatknop Vriesruimte Typeplaatje Opstarten en thermostaat Steek de stekker in een geaard stopcontact.
De temperaturen in de koelruimte en vriesruimte kunnen niet onafhankelijk geregeld worden. Bij een lage omgevingstemperatuur van ongeveer 16°C, moet instelling "1" geselecteerd worden. Bij een omgevingstemperatuur van ongeveer 25°C, kiest u instelling "2". Als u een lagere temperatuur wilt, selecteert u instellingen "3" of "4". Op deze instelling bent u er zeker van dat vers voedsel op betrouwbare wijze wordt ingevroren en dat de opslagtemperatuur van -12°C in de koelruimte wordt gehandhaafd.
Om het plateau op een andere hoogte terug te plaatsen, doet u hetzelfde in omgekeerde volgorde. Juiste opslag 1. Boter en kaas 2. Conserven 3. Dranken 4. Kaas, fruit en groente 5. Vlees, salami, koude stukken, zuivelproducten 6. Kant-en-klaarmaaltijden, pasteien, conserven 7. Opslag ingevroren voedsel/voedsel invriezen Tip: Voedsel in de koelkast moet altijd afgedekt of verpakt zijn om uitdroging en het 'besmetten' van ander voedsel te voorkomen.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte geplaatst worden. Deze kunnen openbarsten wanneer de inhoud bevriest, koolzuurhoudende dranken kunnen zelfs ontploffen! Bewaar nooit limonade, sap, bier, wijn, mousserende wijn enz. in de vriesruimte. Alle etenswaren moeten voor het invriezen luchtdicht verpakt worden; dit voorkomt uitdroging en smaakverlies, bovendien kunnen ze geen smaak op andere diepvriesproducten afgeven. Let op! Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen.
Ontdooien De koelkast ontdooit automatisch. De achterwand van de koelkast raakt bedekt met ijs als de compressor werkt, en ontdooit weer als de compressor is uitgeschakeld. Het dooiwater verdampt vanzelf. Het vriesvak ontdooien Tijdens het gebruik en wanneer de deur van de vriesruimte is geopend, wordt vocht in de vriezer afgezet als ijs. Verwijder dit ijs regelmatig met de zachte, kunststof schraper. Gebruik nooit een hard of scherp voorwerp om ijs te verwijderen.
Het apparaat uitschakelen Draai de thermostaatknop op de stand "0" om het apparaat uit te schakelen. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden: Verwijder al het voedsel. Draai de thermostaatknop op de stand "0" om het apparaat uit te schakelen. Haal de stekker uit het stopcontact of schakel de stroomonderbreker of zekering uit. Maak grondig schoon (zie hoofdstuk "Onderhoud en reiniging"). Laat de deur open zodat er geen nare geurtjes ontstaan.
Na het schoonmaken altijd afdrogen met een zachte doek. Ophoping van stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Maak om deze reden de condensor aan de achterkant van het apparaat een keer per jaar schoon met een zachte borstel of stofzuiger. Controleer de waterafvoeropening aan de achterkant van de koelkast. Als alles droog is, kunt u het apparaat weer gebruiken. Tips voor energiebesparing Het apparaat mag niet vlakbij kooktoestellen, radiatoren of andere warmtebronnen geplaatst worden.
Een storing kan al door een kleine fout veroorzaakt worden, die u zelf met behulp van de volgende instructies kunt verhelpen. Voer geen andere werkzaamheden aan het apparaat uit, als de volgende informatie geen hulp biedt voor uw specifieke probleem. Belangrijk! Reparaties aan koelkasten/vriezers mogen alleen worden uitgevoerd door deskundige servicemonteurs. Onjuiste reparaties kunnen aanzienlijk gevaar voor de gebruiker opleveren.
Het lampje vervangen Waarschuwing! Gevaar op elektrische schokken! Voordat u het lampje gaat vervangen, moet u het apparaat uitschakelen of de stekker uit het stopcontact halen, of de zekering loshalen of de circuitonderbreker uitschakelen. Gegevens lampje: 220~240 V, max. 15 W Draai de thermostaatknop op de stand "0" om het apparaat uit te schakelen. Trek de stekker uit het stopcontact. Draai de schroef los om het lampje te vervangen. Druk het kapje zoals getoond in en schuif het naar achter.