User manual

Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails
terug in de beginstand.
VOORVERWARMEN
Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
1. Stel de functie en de maximumtemperatuur
in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. De
oven kan een vreemde geur en rook afgeven. Zorg
dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EEN VERWARMINGSFUNCTIE INSTELLEN
1. Draai aan de knop van de verwarmingsfuncties
om een verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de temperatuur te
kiezen.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in werking is.
3. Draai de knoppen naar de uitstand om de oven
uit te zetten.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand
De oven staat uit.
Warme
Lucht
Voor het braden of bakken van
gerechten waarvoor dezelfde
bereidingstemperatuur nodig
is, op meer dan één rooster-
hoogte, zonder dat er smaken
worden overgebracht van het
ene naar het andere gerecht.
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht
(vochtig)
Deze functie is ontworpen om
tijdens de bereiding energie te
besparen. Zie 'Hints and tips'
hoofdstuk Hetelucht (vochtig)
voor bereidingsinstructies. De
ovendeur dient tijdens de be-
reiding gesloten te zijn zodat
de functie niet wordt onderbro-
ken en om ervoor te zorgen dat
de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Bij het gebruik van deze functie
kan de temparatuur in de ruim-
te verschillen van de ingestelde
temperatuur. Het verwarmings-
vermogen kan worden vermin-
derd. Zie voor algemene ener-
giebesparingsaanbevelingen
'Energie-efficiëntie' hoofdstuk
Energiebesparing.Deze functie
werd gebruik om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse
volgens EN 60350-1.
Onder-
warmte
Voor het bakken van taarten
met een knapperige bodem en
het inmaken van voedsel.
Grill
Om plat voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Grill Intens
Voor het roosteren van plat
voedsel in grote hoeveelheden
en voor het maken van toast.
6