Operation Manual

NEDERLANDS
81
GESCHIKT SERVIES
TIPS EN ADVIEZEN
TIJDEN INSTELLEN
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn over het
algemeen aanzienlijk korter dan in een
conventionele oven. Houd u daarom aan de in
deze gebruiksaanwijzing aangegeven tijden. Stel
de tijden liever korter dan langer in. Controleer de
gerechten na het bereiden. Liever nog even koken
dan te gaar laten worden.
UITGANGSTEMPERATUUR
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn afhankelijk
van de uitgangstemperatuur van de levensmiddelen.
Bevroren en gekoelde levensmiddelen hebben
bijvoorbeeld langer tijd nodig dan levensmiddelen
op kamertemperatuur. Voor het verwarmen en
koken van levensmiddelen gaan we uit van normale
bewaartemperaturen (koelkasttemperatuur ongeveer
5 °C, kamertemperatuur ongeveer 20 °C). Voor het
ontdooien van levensmiddelen gaan we uit van
-18° C.
ALLE AANGEGEVEN TIJDEN …
in deze gebruiksaanwijzing zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht
en aard (water-, vetgehalte enz.) van de
levensmiddelen.
ZOUT, SPECERIJEN EN KRUIDEN
In de magnetron bereide gerechten behouden hun
eigen smaak beter dan bij conventionele
bereidingsmethoden. Wees daarom zeer zuinig bij
gebruik van zout en voeg dit pas na het bereiden
toe. Zout bindt vloeistof en droogt het oppervlak
uit. Specerijen en kruiden kunt u als gewoonlijk
gebruiken.
WATER TOEVOEGEN
Groente en andere waterhoudende
levensmiddelen kunnen in hun eigen vocht of met
weinig water worden gekookt. Daardoor blijven
vele vitamines en mineralen in de levensmiddelen
behouden.
VETTE GERECHTEN
Vlees met vet is sneller gaar dan mager vlees. Dek
daarom deze delen met wat aluminiumfolie af of
leg de levensmiddelen met de vette kant naar
beneden.
LEVENSMIDDELEN MET SCHIL OF VEL
zoals worstjes, kip, aardappelen, tomaten, appels,
eidooier e.d., met een vork of houten prikker
inprikken. Daardoor kan de stoom die ontstaat
ontsnappen zonder dat de schil of het vel springt.
KLEINE EN GROTE HOEVEELHEDEN
De benodigde tijden zijn direct afhankelijk van de
hoeveelheid levensmiddelen die u wilt ontdooien,
verwarmen of koken. Dat betekent: kleine porties
zijn sneller gaar dan grote. Als vuistregel geldt:
dubbele hoeveelheid = bijna dubbele tijd
halve hoeveelheid = halve tijd
HOGE EN LAGE SCHALEN
Beide schalen hebben dezelfde inhoud, maar in
de hoge schaal is de bereidingstijd langer dan in
de lage. Gebruik daarom liefst lage schalen met
een groot oppervlak. Hoge schalen alleen
gebruiken voor gerechten die kunnen overkoken,
bijv. pasta, rijst, melk enz.
ovenwanden worden aangehouden, omdat deze
anders door mogelijke vonkvorming beschadigd
kunnen worden. Geen servies met metalen
versieringen of metalen delen, zoals
schroeven, hengsels of grepen gebruiken.
GESCHIKTHEIDSTEST
Als u niet zeker weet of uw servies geschikt voor
de magnetron is, voer dan de volgende test uit. Het
servies in de magnetron zetten. Een glas met 150
ml water op of naast het servies zetten.
Het apparaat 1 tot 2 minuten op 800 W vermogen
inschakelen. Als het servies koel of
handwarm blijft, is het geschikt.
Voer deze test niet uit met kunststof
servies, dat kan smelten.
3. ZD-22D-EU Dutch 13/10/2004 10:51 Page 81