NL Gebruiksaanwijzing Was-droogcombinatie ZKG 2145
Inhoud Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2 Veiligheidsvoorschriften _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3 Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5 Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7 Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9 Automatische droogprogramma's _ _ _ _ _ _ 12 Tijdgestuurde droogprogramma's _ _ _ _ _ _ 12 Verbruikswaarden _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12 Nuttige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ 13 Het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Aanpassing aan persoo
Algemene veiligheid • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Respecteer het maximale laadvermogen van 6 kg (raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”). • Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Neem contact op met de serviceafdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het aansluitnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.
• Ga niet op de open deur zitten of staan. • Houd u aan de maximale belading. • Droog geen druipnatte kledingstukken in het apparaat. Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmidde- len, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Wasmiddellade Vakje voor wasmiddel voor de voorwas- en inweekfase of voor vlekkenverwijderaar die gebruikt wordt tijdens de vlekkenverwijderingsfase. Het voorwas- en inweekmiddel wordt het begin van het wasprogramma ingespoeld. De vlekkenverwijderaar wordt tijdens de VLEKKEN-fase ingespoeld. Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas. Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt, schenk dit net voor het begin van het programma in. Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
Bedieningspaneel Op de volgende pagina staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Hier ziet u de programmakeuzeknop en de verschillende toetsen, controlelampjes en het display. Deze onderdelen worden op de volgende pagina's met verwijzing naar de relevante nummers uitgelegd.
Beschikbare keuzemogelijkheden: Extra kort Kort programma voor licht vervuild wasgoed of voor was die alleen opgefrist moet worden. Wij adviseren u om een kleinere hoeveelheid was in de machine te doen. Extra Spoelen Dit apparaat is ontworpen om energie te besparen. Als het noodzakelijk is het wasgoed te spoelen met een extra hoeveelheid water (extra spoelgang), kiest u deze optie. De machine voert enkele extra spoelgangen uit.
• Alarmcodes Indien de werking van de wasmachine problemen oplevert, kunnen er alarmcodes worden weergegeven, bijvoorbeeld (zie hoofdstuk «Problemen oplossen...») • Onjuiste optieselectie Indien een optie gekozen is die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma, wordt de melding Err gedurende enkele seconden onder aan het display weergegeven en begint het geintegreerde rode lampje van toets 7 te knipperen.
Programma – Maximale en minimale temperatuur Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid – Maximale belading - Type wasgoed Opties Katoen 40° - Koud Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren Max. belading 6 kg - gereduceerde lading 3 kg1) Wit en kleurecht katoen (normaal tot licht vervuild wasgoed). CENTRIFUGEREN SPOELSTOP EXTRA KORT EXTRA SPOELEN Katoen + voorwas 60° - 40° Voorwas - hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 1400 toeren Max.
Programma – Maximale en minimale temperatuur Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid – Maximale belading - Type wasgoed Opties Handwas 30° - Koud Hoofdwas - spoelgangen Maximale centrifugesnelheid bij 900 toeren Max. belading 2 kg Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en voor met de hand wasbare wol en fijne stoffen. Opmerking! Een enkel of groot stuk wasgoed kan een onbalans van de trommel tot gevolg hebben.
Automatische droogprogramma's Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading Kastdroog Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen Katoen en linnen (badjassen, badhanddoeken, enz.) 3 kg Kastdroog Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen Synthetische en gemengde weefsels (truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen) 2 kg Strijkdroog Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden Katoen en linnen (lakens, tafelkleden, overhemden, enz.
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de omgevingstemperatuur Nuttige aanwijzingen en tips De was sorteren Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch, fijne was, wol. Voordat u de was in de machine doet Was witte en bonte was nooit samen.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden gebruikt: • waspoeder voor alle soorten weefsels; • waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol; • vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet.
2. Na drukken op de toets 7: ingestelde programma's of opties kunnen niet veranderd worden Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de toetsen 2 en 3 drukken tot het pictogram verschijnt of verdwijnt. Dagelijks gebruik Wasgoed in de machine doen Open de deur voorzichtig door de handgreep naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mogelijk uit. Sluit de vuldeur.
centrifugetoerental voor dat programma voor. (Zie "Wasprogramma's" voor de maximaal toegestane centrifugesnelheid). Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed op een andere snelheid wordt gecentrifugeerd. Het desbetreffende lampje gaat branden Selecteer de beschikbare opties door op de toetsen 5 en 6 te drukken Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden.
Een programma onderbreken Druk op toets 7 om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende controlelampje gaat knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten. Een programma annuleren om een lopend proDraai de keuzeknop op gramma te annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen. De deur openen nadat het programma is gestart Zet de machine eerst op pauzeren door op toets 7 te drukken. Als het lampje 9 uit gaat, kan de deur geopend worden.
1. 2. 3. 4. 5. Wasgoed in de machine doen. Selecteer voor optimale droogresultaten een centrifugeercyclus op het maximaal toegestane centrifugesnelheid voor het type wasgoed. Selecteer het droogprogramma voor katoen of synthetica in de sector DROGEN van de programmakeuzeknop. Als u automatisch drogen wilt selecteren (alleen voor katoen en synthetica), drukt u op de toets 3 totdat het controlelampje dat correspondeert met de gewenste droogtegraad gaat branden.
6. 7. Start het programma door te drukken op toets 7. De resterende tijd wordt elke minuut bijgewerkt op het display. Draai aan het einde van het programma de om de programmakeuzeknop op stand machine uit te schakelen. De trommel legen. NON-STOP-programma - Wassen en Tijdgestuurd drogen De aanbevolen lading bedraagt 3 kg voor katoen en 2 kg voor synthetica. Het is ook mogelijk om tot 4 kg katoenen wasgoed te drogen (zie de tabel «Droogprogramma»).
Ontkalken Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voorkomt u de vorming van kalkaanslag. Buitenkant reinigen Maak de buitenkant van het apparaat alleen schoon met water en zeep, droog het daarna grondig af.
Druk de twee hendels in en trek het afvoerkanaal naar voren om het water eruit te laten stromen. Zorg dat het schoepenrad op de juiste wijze kan draaien. Neem als dit niet lukt, contact op met de klantenservice. 1 2 Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal terug en leegt u de bak. Herhaal stap 3 en 4 tot er geen water meer uit de afvoerpomp stroomt. 1 2 Duw het afvoerkanaal terug. Schroef het filter los en verwijder het. Verwijder stof en voorwerpen uit de pomp.
De watertoevoerfilters schoonmaken Belangrijk! Als het apparaat niet met water wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat het water wordt gevuld, de startknop geel knippert of het display (indien aanwezig) het bijbehorende alarm toont (zie hoofdstuk "Problemen oplossen" voor meer informatie), moet u controleren of de watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn. De watertoevoerfilters schoonmaken: • Draai de waterkraan dicht. • Schroef de slang van de kraan.
8. Reinig de pomp indien nodig (zie het gedeelte ‘Pomp reinigen’ ) 9. Sluit het afvoerpompdeurtje. Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren: 1. 2. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldoseerlade. Start het programma om water af te voeren. Problemen oplossen Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of onoplettendheid.
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing Er stroomt water in de machine en dat loopt meteen weer weg: Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag. • Zie hoofdstuk "Waterafvoer". De machine pompt het water niet weg en/of centrifugeert niet: De afvoerslang is bekneld of geknikt. • Controleer de aansluiting van de afvoerslang. De afvoerpomp is verstopt. • Maak het afvoerfilter schoon.
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing De machine staat te schudden of maakt lawaai: De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwijderd. • Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is. De pootjes zijn niet afgesteld • Controleer of het apparaat goed waterpas staat. Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld. • Verdeel het wasgoed opnieuw. Misschien zit er maar heel weinig wasgoed in de trommel. • Doe meer wasgoed in de trommel.
Probleem Het wasgoed zit vol met pluisjes van verschillende kleuren: Mogelijke oorzaak/Oplossing De stoffen die in de vorige cyclus gewassen werden, hebben pluisjes van een andere kleur achtergelaten (raadpleeg "Pluisjes in kleding" in het hoofdstuk "Gebruik - Wassen en drogen"). • De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijderen. • Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Montage Ontpakken Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten worden verwijderd alvorens de machine in gebruik te nemen. Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden gemonteerd als de machine ooit nog eens moet worden vervoerd. Open de vuldeur, verwijder het polystyreen blokje bevestigd op de afdichting van de deur en haal alles uit de trommel.
Watertoevoer Let op! • Deze machine moet worden aangesloten op een koudwatertoevoer. • Voordat u de machine op nieuwe leidingen aansluit, of op leidingen die lange tijd niet zijn gebruikt, moet u een aanzienlijke hoeveelheid water gebruiken om vuil dat zich in de leidingen heeft opgehoopt, weg te spoelen. • Gebruik voor aansluiting op de waterleiding geen eerder gebruikte slangen. De toevoerslang wordt meegeleverd met de machine en zit in de trommel van de machine.
In een aftakking van een gootsteenafvoer. De aftakking dient zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten minste 60 cm boven de grond bevindt. Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van min. 60 cm en max. 90 cm. Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang. De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
www.zanussi.
132941441-A-082013 www.zanussi.