Operation Manual

22
PRAKTISCHE TIPS
OVER KOOKPOTTEN EN PANNEN
Denk er steeds aan dat een brede, grote pan een grote
warmteoppervlakte heeft en de ingrediënten dus
sneller koken dan een in een smallere, kleinere pan.
Gebruik dus steeds pannen die aangepast zijn aan wat
u klaarmaakt. Let in het bijzonder goed op dat de
pannen niet te klein zijn voor vloeistoffen die makkelijk
kunnen overkoken of dan weer niet te groot zijn voor
ingrediënten die snel klaar moeten zijn. Op een bodem
die niet met vet of braadjus bedekt blijft kunnen de
ingrediënten makkelijk aanbranden.
Voor taarten en gebak gebruikt u best vormen in staal
die niet opengaan. Een vorm die opengaat laat
vruchtenjus en suiker door die wanneer ze op de
bodem van de oven vallen, karameliseren en moeilijk
te verwijderen zijn. Vermijd ood pannen met plastic
handgrepen in de oven te zetten; ze zouden immers
de hitte niet kunnen weerstaan.
Om het maximale rendement uit de branders te halen
en dus ook gas te besparen, raden we u aan pannen
te gebruiken waarvan de diameter gelijk is of groter dan
de gebruikte brander. (fig. 1)
We raden u ook aan de pannen waarin u iets kookt af
te dekken en wanneer het aan de kook komt, de vlam
te verminderen zodat alles rustig verder kookt.
Fig. 1
Voor zoveel het nodig is, kunnen de toetsen van de
electrische kookplaten geregeld worden in vier
verschillende posities, vanaf de vierde positie
(maximum toevoer warmte) tot aan de eerste positie
(minimum toevoer warmte).
Voor een lange duur van de kookplaten en voor een
grotere electrische energiebesparing, raadt men aan :
om enkel kookpannen te gebruiken met een vlakke
bodem en een diameter niet groter dan deze van de
kookplaten;
om te vermijden dat de vloeistoffen in kooktoestand
overlopen en op de kookplaten eindigen;
om nooit de aangestoken platen zonder kookpan of
met een lege kookpan te vergeten.
Voor de modellen uitgerust met een deksel, raadt men
aan deze nooit te sluiten wanneer de gaspitten nog
warm zijn.
ELECTRISCHE KOOKPLATEN