Operation Manual

23
ENKELE TIPS BIJ HET GEBRUIK VAN DE OVEN
KONVENTIONEEL GEBRUIK
VERWARM-SYSTEEM
Warmte komt van onder en boven. Normaal gebruik u
de middelste geleiderichels. Moet het gerecht meer
warmte van boven dan van onder hebben, gebruik dan
hogerliggende geleiderichels; evenzo omgekeerd.
BAKKEN MET HETE LUCHT
Verwarmen gebeurt door middel van hete lucht; de
lucht wodt door middel van een ventilator in de oven-
achterwand gecirculeerd. Daardoor verdeelt de hete
lucht zich snel en gelijkmatig over de gehele
ovenruimte. Zodoende kunnen meerdere gerechten,
over de gehele ruimte verdeeld, tegelijk gebakken
worden. De gerechten nemen geen geur van elkaar
over.
Bij het gebruik van hete-lucht kunnen 3 bakblikken
tegelijk in de oven geplaatst worden. Bij het gebruik
van slechts één richelhoogte raden wij de onderste
aan; daardoor heeft u ook beter zicht op het gerecht.
Hete-lucht is zeer geschikt voor het steriliseren of
drogen van champignons en fruit.
RAADGEVINGEN VOOR HET BAKKEN EN
BRADEN
Gebak vergt doorgaans een matige temperatuur (150-
200°C); zodoende moet de oven cirka 10 minuten
voorverwarmd worden. Open tijdens het bakken de
ovendeur niet voordat 3/4 van de baktijd verstreken is.
Gebak wat gegarneerd wordt eerst 2/3 van de baktijd
laten bakken en dan garneren en verder bakken. De
resterende baktijd hangt sterk af van de soort en
hoeveelheid garnituur. Roerdeeg moet moeilijk van de
lepel gaan; de baktijd wordt anders onnodig lang door
teveel vocht.
Bij gebruik van twee bakblikken moet een richel
vrijgelaten worden (Fig. 6).
Licht vlees, gevogelte en vis, vergt daarentegen een
lage temperatuur (150-175°C). Sauzen alleen bij een
korte braadtijd direkt toevoegen, in andere gevallen in
het laatste half uur.
Of het vlees gaar is test u met een lepel: laat het zich
niet indrukken, dan is het gaar. Rosbief en biefstuk, dat
van binnen rose moet blijven, snel bij hoge temperatuur
braden. Bij braden zonder schaal, direkt op het rooster,
een lekschaal in de onderste richels plaatsen. De
rooster kan met de randen omhoog of omlaag in de
richels geschoven worden (Fig. 7). Laat vlees na het
braden minstens 15 minuten staan alvorens het aan te
snijden: hiermee voorkomt u het verloren gaan van
vleesnat.
Doe wat water in de lekschaal om het ontstaan van
rook, door verbranden van vet, te vermijden. Herhaal
dat af en toe om kondensvorming tegen te gaan.
Borden kunt u in de oven, op de laagste temperatuur-
instelling, verwarmen.
Opgepast!
Geen kookgerei zoals braadschaal of bakblik op de
ovenbodem plaatsen.
Bodem evenmin bedekken met aluminium-folie. Door
het bedekken van de bodem kan warmtestuwing
optreden, waardoor het bak-of braadresultaat nadelig
beïnvloed wordt en eventueel schade aan het email op
kan treden.
GEBRUIK VAN DE GRILL
Bijna alle vleessoorten kunnen gegrilleerd worden,
behalve rollades, gehakt vlees en bepaalde magere
stukken wild.
Vlees en vis aan beide kanten met olie invetten en op
de grillrooster leggen. De richelhoogte hangt van het
vleessoort af. De rooster kan in de oven geplaarst
worden met zijn randen omhoog of omlaag waardoor
aldus een verandering in de afstand van het
grillelement gebracht wordt.
De lekschaal moet in de eerste richel van onderaf
geschoven worden. Bij het grilleren is het aan te
beleven om voortijds een weinig water in de lekschaal
te doen.
BEREIDINGSTIJDEN
De bereidingstijden kunnen varieren volgens de aard
van de spijzen, hun homogeniteit en hun volume.
Men raadt aan om in het begin te waken en de
resultaten na te gaan om, wanneer U dezelfde
gerechten klaarmaakt in dezelfde condities,
gelijkaardige resultaten te bekomen.
Ter informatie geven we U een tabel met de tijden en
relatieve temperaturen voor het bereiden in de oven en
met de grill.
De ervaring zal U vervolgens eventuele aanpassingen
suggereren aan de vermelde waarden in de tabel.
Vlees dat gebraden wordt mag niet minder dan 1 kg
wegen; kleinere stukken kunnen uitdrogen. Donker
vlees dat van buiten gaar maar van binnen rose of rood
moet blijven vergt een hoge temperatuur (200-250°C).
Fig. 6
Fig. 7
FO 0061
FO 0344