User manual

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het con-
trolelampje knippert niet.
Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in het stop-
contact.
Steek de stekker goed in het stopcon-
tact.
Het apparaat krijgt geen stroom. Er is
geen spanning op het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat aan
op het stopcontact.
Neem contact op met een gekwalifi-
ceerd elektricien.
Het controlelampje knippert. Het apparaat werkt niet goed. Neem contact op met een gekwalifi-
ceerd elektricien.
Het alarmlampje knippert. De temperatuur in de vriezer is te hoog. Zie "Alarm hoge temperatuur"
De compressor werkt continu. De temperatuur is niet goed ingesteld. Stel een hogere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De deur werd te vaak geopend. Laat de deur niet langer geopend dan
noodzakelijk.
De temperatuur van het voedsel is te
hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertem-
peratuur voordat u het bewaart.
De kamertemperatuur is te hoog. Verlaag de kamertemperatuur.
De Fast Freeze -functie is ingescha-
keld.
Zie " Fast Freeze -functie".
De temperatuur in de vriezer is
te laag.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere temperatuur in.
De Fast Freeze -functie is ingescha-
keld.
Zie " Fast Freeze -functie".
De temperatuur in de vriezer is
te hoog.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
Stel een lagere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het voedsel is te
hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertem-
peratuur voordat u het bewaart.
Er worden veel producten tegelijk be-
waard.
Bewaar minder producten tegelijk.
De producten liggen te dicht op elkaar. Bewaar de producten zodanig dat er
koude lucht kan circuleren.
Er is te veel rijp. Het voedsel is niet goed verpakt. Verpak het voedsel op de juiste manier.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere temperatuur in.
18