User manual

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water over de achterkant
van de koelkast.
Tijdens het automatische ontdooipro-
ces ontdooit de rijp tegen de achter-
wand.
Dit is normaal.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer schoon.
Producten verhinderen het water om in
de wateropvangbak te lopen.
Zorg ervoor dat de producten de achter-
wand niet raken.
Er loopt water over de vloer. De dooiwaterafvoer loopt niet in de
verdamperbak boven de compressor.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de ver-
damperbak.
De temperatuur in het apparaat is
te laag.
De thermostaatknop is niet goed inge-
steld.
Stel een hogere temperatuur in.
De temperatuur in het apparaat is
te hoog.
De thermostaatknop is niet goed inge-
steld.
Stel een lagere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het product is te
hoog.
Laat het product afkoelen tot kamertem-
peratuur voordat u het opbergt.
Er zijn veel producten tegelijk opge-
borgen.
Berg minder producten tegelijk op.
De temperatuur in de koelkast is
te hoog.
Er is geen koude luchtcirculatie in het
apparaat.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie
in het apparaat is.
De temperatuur in het vriesvak is
te hoog.
Producten liggen te dicht op elkaar. Berg de producten zodanig op dat er
koude lucht kan circuleren.
Er is te veel rijp. Het product is niet goed verpakt. Verpak het product op de juiste manier.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De thermostaatknop is niet goed inge-
steld.
Stel een hogere temperatuur in.
Het lampje vervangen
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Druk op de achter-
ste haak en trek te-
gelijkertijd het lam-
penkapje in de
richting van de pijl.
3. Vervang het kapotte
lampje door een
nieuw lampje met
hetzelfde vermogen
dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke appara-
ten. (het maximale vermogen wordt getoond op de af-
dekking van het lampje)
4. Installeer het lampenkapje door het terug te schuiven
in zijn oorspronkelijke positie.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
6. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen.
Neem contact met de service-afdeling.
11