User manual

17
VERVANGING VAN DE GASSPROEIERS
Verwijder de roosters.
Neem het bovenste gedeelte en de gasontstekers.
Met een steeksleutel van 7 schroeft U de gassproeiers
los en neemt U ze weg (Fig. 7), om ze te vervangen
door diegene die overeenstemmen met het type gas
(zie tabel 2).
Hermonteer de delen door dezelfde handelingen te
volgen, in tegengestelde zin.
Vervang het indentificatieplaatje (geplaatst vlakbij
de gastoevoerpijp) door het plaatje dat oveneenstemt
met het nieuwe gastype. Dit identificatieplaatje
vindt u in de verpakking van het inspuitstuk
meegeleverd met het toestel.
Indien de gasdruk verschillend is (of variabel) van
dewelke voorzien, is het noodzakelijk een gepaste
drukregelaar te plaatsen op de inlaattube, conform aan
de normen.
6. Aanpassing aan verschillend gastype
Fig. 7
FO 0392
REGELING MINIMUM GASPITTEN
Ontsteek de brander.
Breng de toets op de positie van de kleinste vlam.
Verwijder de toets.
Regel de bypass vijs (Fig. 8 - "a") met een dunne
schroevendraaier. Bij het omschakelen van aardgas
naar butaangas dient de schroef volledig in wijzerszin
worden vastgedraaid tot er een kleine regelmatige
vlam wordt bekomen.
Controleer tenslotte of er geen uitdovingen van de
gaspit zijn door snel de toets van de maximale stand
op de minimum stand te draaien.
Brander Ø By-pass
1/100 mm.
Kleinbrander 28
Sterkbrander 40
Tabel 1 : diameters van by-pass
Tabel 2 : inspuitstukken - (*) ook geschikt voor G25
BRANDER MAXIMALE MINIMALE MAXIMALE CALORISCH
CALORISCH CALORISCH
DEBIET
DEBIET DEBIET AARDGAS GAS LPG
G20 - 20 mbar 28-30/37 mbar
kW kW mark 1/100 m
3
/h
mark 1/100
g/h - G30 g/h - G31
Kleinbrander 1 0,33 70(*) 0,095 50 73 71
Aardgas :
Sterkbrander 3 0,65 119(*) 0,286 86 203 200
LPG : 2,8
Fig. 8
bypass vijs