User manual

25
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan cirkuleren.
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht
te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in
plastic- of alluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen,
aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat u
de platen naar wens op verschillende hoogten kunt
plaatsen.
IJslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes voor
het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los
te wrikken.
Ontdooien
Tijdens de normale werking wordt de verdamper van
de koelruimte geleidelijk bedekt met rijp.
De rijp fungeert als thermische isolering en moet
verwijderd worden om te voorkomen dat het
koelvermogen in de koelruimte aanzienlijk
verminderd en het energieverbruik beduidend groter
wordt.
1. Voor het ontdooien de thermostaatknop op “O”
zetten.
2. Als de verdamper ontdooid is, het geheel goed
afdrogen en vervolgens de thermostaat weer op de
gewenste stand zetten. Het opgevangen water in de
bak onden de verdamper moet weggegooid worden.
N
D040