Operation Manual

10
6. ONDERHOUD EN REINIGING
Voordat u de machine gaat reinigen altijd eerst de stek-
ker uit het stopcontact trekken.
6.1. Machine ontkalken
Als u op de juiste wijze wasmiddel doseert, is ontkalken
niet nodig.
Als ontkalken toch noodzakelijk is, gebruik dan een in
de handel verkrijgbaar niet-bijtend product dat speciaal
voor wasautomaten is bedoeld. Volg de aanwijzingen
m.b.t. dosering op de verpakking op.
6.2. Buitenkant
Maak de buitenkant van de machine schoon met lauw
water en een mild schoonmaakmiddel. Nooit alcohol,
oplosmiddelen of dergelijke producten gebruiken.
6.3. Wasmiddelbakje
Demonteren:
Druk op de lipjes aan weers-
kanten van het wasmiddelbakje
en trek het omhoog.
Maak het bakje onder stro-
mend water schoon en gebruik
een borstel of doekje.
Controleer of de hevels aan de
achterkant van het bakje niet
geblokkeerd worden.
Monteren:
Zet het wasmiddelbakje in de
openingen en klik het vast.
6.4. Afvoerfilter
Maak het filter aan de onderzijde van de machine regel-
matig schoon. Lampje FILTER* gaat branden als het fil-
ter verstopt is. In dt geval het filter onmiddellijk
schoonmaken. Als u erg pluizig wasgoed wast, het filter
in elk geval schoonmaken.
Open het deurtje met bijvoorbeeld een schroe-
vendraaier :
Restwater weg laten lopen:
Zet een bak onder de afvoer.
Draai de dop tegen de wijzers
van de klok in tot hij verticaal
staat en het restwater weg-
loopt.
Filter verwijderen:
Dop helemaal losdraaien.
Goed onder stromend water
schoonmaken. Dop weer aan-
brengen en met de wijzers van
de klok mee vastdraaien.
Als u het filter heeft schoongemaakt, sluit dan het pomp-
deurtje. Het pompdeurtje moet altijd dicht zijn als de
machine aan staat.
* afhankelijk van model