SPECIALE MEDEDELINGEN PRODUCT VEILIGHEIDS MARKERINGEN:De elektronische producten van Yamaha zijn voorzien van labels, zoals de tekeningen die hieronder afgebeeld zijn, of gegoten/ geperste reproducties van deze tekeningen op de behuizing. De uitleg van deze plaatjes wordt op deze bladzijde beschreven. Neem alstublieft alle hier genoemde waarschuwingen en de waarschuwingen in de veiligheids instructie sectie in acht. CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
VOORZORGSMAATREGELEN LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT * Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering. WAARSCHUWING Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren.
Aansluitingen Backup batterij • Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aan of uitzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau. Onderhoud • Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte droge doek. Gebruik bij het schoonmaken geen verfverdunners (b.v.
Bediening en Installatie van Opties WAARSCHUWING • Voordat u begint met de installatie moet u de RS7000 en alle aangesloten randapparatuur uitzetten en alle stekkers uit het stopcontact halen. Verwijder vervolgens alle kabels die de RS7000 met andere apparaten verbinden. (Als het netsnoer aangesloten blijft terwijl u werkt dan kan dat elektrische schokken tot gevolg hebben. Als andere kabels aangesloten blijven dan kan dat uw werk belemmeren.
Bijgeleverde accessoires I N T R O D U C T I E Dank u voor uw aankoop van de Yamaha MUSIC PRODUCTION STUDIO RS7000. Met de Yamaha R7000 krijgt u het allemaal voor elkaar. Alles wat u nodig heeft voor op professioneel-niveau geproduceerde muziek en remix — vooral in dance, techno, hip hop, R&B, en aanverwante genres — zit in dit apparaat en is naadloos geïntegreerd in een systeem dat specifiek ontworpen is om moderne productietechnieken te vergemakkelijken.
RS7000 EIGENSCHAPPEN RS7000 EIGENSCHAPPEN ● Krachtige 16-track Sequencer In de frase-gebaseerde PATTERN Mode kunnen complete patterns snel samengesteld worden door individuele frases te combineren vanuit de uitgebreide reeks aan preset frases, of u kunt uw eigen frases opnemen door de uitgebreide selectie aan drum kits en andere voices te gebruiken die door de interne AWM2 toongenerator worden aangeboden.
Het Gebruik van de Nederlandstalige Handleiding ● Geheugen Kaart Opslag, SCSI en Geheugen Uitbreiding Sequences, frases, en samples kunnen gemakkelijk worden opgeslagen op compacte, hoge capaciteit geheugen kaarten, of op zowat elk type externe SCSI opslag medium (harddisk, MO, ZIP, enz.) dat aangesloten is op de SCSI poort van de RS7000. U kunt ook zogenaamde "read-only" (alleen lezen) apparaten, zoals een CD-ROM drive aansluiten om gemakkelijk samples en andere gegevens te laden.
Het Vinden van Specifieke Informatie Het Vinden van Specifieke Informatie Gebruik één van de hieronder beschreven methodes om de informatie te vinden waar u op zoek naar bent. ● De Inhoudsopgave...(blz. 10) De Inhoudsopgave kan het best gebruikt worden voor het vinden van hoofdstukken of secties die de soort informatie behandeld die u zoekt. ● De Index...(blz. 300) De index is de plek waar u moet kijken als u naar een specifieke functie of informatie zoekt die gerelateerd is aan bepaalde terminologie.
INHOUD INHOUD RS7000 EIGENSCHAPPEN............................................ 7 De handleiding gebruiken............................................. 8 Specifieke informatie vinden ........................................ 9 Symbolen........................................................................ 9 INHOUD......................................................................... 10 De Regelaars & Aansluitingen.................................... 12 Opmerkingen over muziekkopieerrechten ..............
INHOUD 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Real-Time opname ............................................ 186 Step opname ..................................................... 187 Grid Step opname.............................................. 189 Groove aan een Pattern toevoegen ................... 191 Speeleffecten ....................................................... 192 MIDI Delay (vertraging) ....................................... 193 Niveau en effecten aanpassen van elke track (Mixer) ........
De Regelaars & Aansluitingen De Regelaars & Aansluitingen Het Top Paneel (Bovenste Sectie) 1 2 3 4 MUSIC PRODUCTION STUDIO Integrated Sampling Sequencer MASTER EFFECT SAMPLING MULTI COMP CTRL DELAY D-FILTER ISOLATION EFFECT ON/OFF RING MOD V-DIST LO-FI SLICE REAL TIME LOOP REMIX SAMPLE EDIT IN STANDBY OUT A OUT B START/STOP REC VOLUME MIDI MASTER VOLUME EFFECT SEND / VOLUME SEQUENCE PLAY FX SELECT 8 5 9 BEAT STRETCH CLOCK SHIFT GATE TIME MIDI DELAY SWING VELOCITY DRY VARI DELAY/CH
De Regelaars & Aansluitingen [REAL TIME LOOP REMIX] Knop (blz. 239) Zet de real-time loop remix functie aan of uit. De indicator licht op als de real-time remix eigenschap aan is. [SAMPLE EDIT] Knop (blz. 241) Schakel de SAMPLE EDIT mode in. De indicator licht op als de SAMPLE EDIT mode actief is. [STANDBY START/STOP] Knop (blz. 229) Schakelt over naar de sampling mode en begint/stopt het samplen.
De Regelaars & Aansluitingen [SWING/VELOCITY] Knop 0 LFO Knoppen Met de initiële standaard instellingen levert deze knop real-time besturing van de PLAY FX SWING en VELOCITY parameters. SWING past het tijdstip van de 8e up (back) beats aan om zodoende een bounce of swing feel te creëren (blz. 89). VELOCITY past de snelheid van de noten aan (blz. 88).
De Regelaars & Aansluitingen [ATTACK] Knop [PORTAMENTO TIME] Knop (blz. 100) Met de initiële standaard instellingen levert deze knop real-time besturing van de AMPLITUDE EG, FILTER EG of PITCH EG ATTACK parameter. De doel EG wordt geselecteerd door de [AMP/FILTER/PITCH] knop B. Met de initiële standaard instellingen levert deze knop real-time besturing van de PORTAMENTO TIME parameter. [PORTAMENTO TYPE] Knop (blz.
De Regelaars & Aansluitingen Het Top Paneel (Onderste Sectie) EM F F1 F2 G F3 J H I F4 MODE PATT CHAIN PATTERN NUM UTILITY GROOVE PLAY FX MIDI DELAY MIXER 7 8 9 +/- VOICE EDIT EFFECT SETUP MASTER 4 5 6 0 SAVE LOAD JOB EDIT 1 2 3 ENTER PLAY STOP SHIFT MUTE KEYBOARD OCT DOWN ARPEGGIO ON OCT UP STORE L 1 SCENE 2 MEMORY 3 4 5 EXIT N K A SECTION B C D E F UTILITY SYSTEM MIDI SETUP MIDI FILTER SUB MODE BPM REC SONG G H I J GROOVE PLAY FX GRID G
De Regelaars & Aansluitingen H MODE Knoppen [GROOVE] Knop Selecteert de algemene werking mode van de RS7000. De indicator boven de geselecteerde MODE knop zal oplichten. Selecteert de GROOVE quantizering sub mode. [PATTERN] Knop [SONG] Knop PATTERN Selecteert de PLAY FX sub mode en de verscheidene daar beschikbare display pagina’s. [MIDI DELAY] Knop MODE PATT CHAIN [PLAY FX] Knop SONG UTILITY Selecteert de MIDI DELAY sub mode en de verscheidene daar beschikbare display pagina’s.
De Regelaars & Aansluitingen K SCENE/MUTE Knoppen M [ARPEGGIO ON] Knop Maximaal 5 complete scene en mute setups kunnen in het geheugen worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgeroepen met één druk op de knop. Een “scene” bevat alle parameter instellingen voor alle tracks (alle knop instellingen en mute aan/uit instellingen). Een mute setup bevat ook de mute aan/uit status voor alle tracks.
De Regelaars & Aansluitingen T [PAD 1] en [PAD 2] Aanslagsnelheid-gevoelige pads voor de invoer van speeldata. Door op deze pads te tikken komt u in de voorafgespecificeerde noot gegevens met de gespecificeerde toonhoogte. De toonhoogte voor elke pad kan worden ingesteld door het bespelen van de juiste toets op het toetsenbord, terwijl de [TAP] knop en [PAD 1] of [PAD 2] ingedrukt zijn. U KAART Sleuf (CARD Slot) Sleuf voor geheugen insteekkaart.
De Regelaars & Aansluitingen Achter Paneel met Optionele AIEB2 I/O Uitbreidings Board Geïnstalleerd THIS CLASS B DIGITAL APPARATUS COMPLIES WITH CANADIAN ICES-003. MUSICAL INSTRUMENT 379U CET APPAREIL NUMÉRIQUE DE LA CLASSE B EST CONFORME À LA NORME NMB-003 DU CANADA. MIDI US LISTED THIS DEVICE COMPLIES WITH PART 15 OF THE FCC RULES.
Opmerkingen over Muzikaal Auteursrecht (Musical Copyright) Voorzorgsmaatregelen bij de Aankoop van Uitbreidings SIMM Geheugen Het is mogelijk dat sommige soorten, normaal verkrijgbaar, SIMM geheugen, niet goed werken met de RS7000 en wij kunnen geen garantie geven dat ongeteste geheugen soorten goed werken. Controleer alstublieft, voordat u uitbreidings SIMM geheugen koopt, in de winkel waar u uw RS7000 gekocht heeft of bij een geautoriseerde Yamaha vertegenwoordiger of het geheugen geschikt is.
Voorbereiding en Setup Voorbereiding en Setup Spanningsvoorziening en andere apparatuur aansluitingen zullen in deze sectie beschreven worden. Spanningsaansluitingen Aansluiten op Audio Apparatuur WAARSCHUWING PAS OP • Wees er zeker van dat de spanningsschakelaar van de RS7000 UIT staat (OFF), voordat u het snoer aansluit. • Let er op dat uw RS7000 geschikt is voor de netspanning zoals die in uw gebied geleverd wordt (de vereiste spanning wordt vermeld op het achterpaneel).
Voorbereiding en Setup ■ Aansluiten op een Mengpaneel (Mixer) Sluit de uitgang aansluitingen (L/MONO, R) op twee kanalen aan van het mengpaneel. Het kanaal dat op de L/MONO aansluiting aangesloten is moet op het mengpaneel links aangesloten worden en het kanaal dat op de R aansluiting aangesloten is moet op het mengpaneel rechts aangesloten worden.
Voorbereiding en Setup RS7000 Gesynchroniseerd naar Externe MTC 3. Zet de audio apparatuur aan en draai dan het volume van de RS7000 en de audio apparatuur omhoog tot een redelijk luister niveau.
De Initiële Fabrieksinstellingen Terugzetten De Initiële Fabrieksinstellingen Terugzetten De originele fabrieksinstellingen van de RS7000 kunnen als volgt worden teruggezet. Als de fabrieksinstellingen teruggezet worden zullen alle voice en sequence gegevens die u gemaakt heeft, alsook de systeem setup gegevens, verwijderd worden. Zorg ervoor dat u alle belangrijke gegevens op een geheugen kaart (Smart Media) of een SCSI disk opslaat (blz. 114, 166, 204), voordat u deze procedure opstart. [Procedure] 1.
De Initiële Fabrieksinstellingen Terugzetten 26 RS7000
Zelfstudie Ofschoon alle informatie die u nodig heeft om de RS7000 te kunnen bedienen beschikbaar is in de referentie sectie van deze handleiding, zult u wellicht de tijd willen nemen om door de zelfstudie heen te lopen om bekend te raken met enkele van zijn meest belangrijke eigenschappen op een stap-voor-stap “lineaire” manier. De zelfstudie wordt gepresenteerd in 6 secties, die hieronder uiteengezet worden, waarvan elk voortbouwt op de informatie gepresenteerd in de voorgaande sectie. 1.
1. RS7000 Systeem Overzicht 1. RS7000 Systeem Overzicht De Yamaha RS7000 brengt het allemaal samen. Alles wat u nodig heeft voor op professioneel-niveau geproduceerde muziek — vooral in dance, techno, R&B, en aanverwante genres — zit in dit apparaat en is naadloos geïntegreerd in een systeem dat specifiek ontworpen is om moderne productie technieken te vergemakkelijken.
1. RS7000 Systeem Overzicht Diepgaande Jobs en Het creëren van sequences die echt goed klinken kan een lastig karwei zijn, maar de RS7000 maakt deze taak zo vloeiend en gemakkelijk mogelijk met een uitgebreide selectie aan jobs en bewerkingsfuncties. Er is bijvoorbeeld "GRID GROOVE" die uw tracks de soort "groove" en "feel" geven die u met recht-toe-recht-aan sequencen eenvoudig niet voor elkaar krijgt.
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases 2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases Laten wij beginnen met het “hands-on” gedeelte van onze zelfstudie door te ontdekken hoe gemakkelijk het is om goed-klinkende grooves te creëren door een aantal preset frases van de RS7000 te combineren. De RS7000 biedt een enorme database van 5980 preset frases … denk u eens in hoeveel mogelijke combinaties dat zijn.
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases 3 Selecteer een SECTIE Hint Als u secties toekent is het een goed idee als u dat met een bepaalde logica doet, zodat u zich later kunt herinneren wat wat is, vooral als u real-time secties gaat wisselen. In het algemeen zullen de verschillende secties binnen een stijl de verscheidene secties vormen van een complete compositie of dance groove.
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases 6 Stel BPM bij benadering in De BPM (aantal tellen per minuut) instelling kan op elk gewenst moment gewijzigd worden (zelfs real-time tijdens het afspelen), maar het is een goed idee om hier de uiteindelijke BMP bij benadering in te stellen zodat u een beter gevoel kunt krijgen hoe de pattern uiteindelijk zal klinken. Om de BPM in te stellen, draait u eenvoudig aan [Knop 4]. Ons zelfstudie pattern is ontworpen om bij een BPM van ongeveer 120 gespeeld te worden.
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases 8 Schakelaar over naar de PATTERN Patch Mode Frases worden toegewezen aan de pattern tracks via het PATTERN Patch display. Selecteer het PATTERN Patch display door op de [PATTERN] knop te drukken (de [PATTERN] knop selecteert beurtelings het hoofd PATTERN Play display en het PATTERN Patch display).
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases 0 Selecteer een Frase voor de Eerste Track De preset frases van de RS7000 zijn ingedeeld in categorieën. Zie het Frase Categorie Overzicht op blz. 313MH voor een complete lijst van de frase categorieën. Om een frase te selecteren moet u zowel zijn categorie als zijn nummer opgeven. Gebruik [Knop 1] om de frase categorie te selecteren en [Knop 2] om het frase nummer te selecteren voor de eerste track.
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases MODE PATT CHAIN PATTERN SONG UTILITY Deze tracks bevatten afspeel gegevens ZelfstudieL Zelfstudie E Keer terug naar het PATTERN Play display Druk op de [PATTERN] knop om naar het PATTERN Play display terug te gaan. U kunt dit doen terwijl de pattern afgespeeld wordt of als de pattern gestopt is.
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases SOLO SOLO lijkt op uitschakelen maar dan in tegenovergestelde zin: als een track “solo” afgespeeld wordt dan zal alleen die track afgespeeld worden terwijl alle andere tracks uitgeschakeld zijn. Druk op de [MUTE] knop (merk op dat de knop ook een “SOLO” label heeft) terwijl de [SHIFT] knop ingedrukt is om de momenteel geselecteerde track solo af te spelen (dat wil zeggen: de track met het gemarkeerde track nummer).
2. Een Pattern samenstellen met Preset Frases De Opslag Procedure 1. Druk, als het afspelen van de pattern is gestopt, op de [SAVE] knop vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de Opslag pagina te gaan.
3. Real-time geluidsregelingen 3. Real-time geluidsregelingen Onze pattern is nog niet klaar — we moeten nog steeds een originele frase opnemen en wat gesampled materiaal toevoegen — maar het is nu een goed moment om een klein uitstapje te maken en iets van de real-time besturing te onderzoeken die geboden wordt door de paneel knoppen van de RS7000.
4. Originele Frases Opnemen 4. Originele Frases Opnemen Zelfstudie ZelfstudieL Tot nu toe hebben wij een basis 4-track pattern gecreëerd door gebruik te maken van preset frases die met de RS7000 meegeleverd zijn. Laten wij nu eens proberen om een originele frase op te nemen om deze toe te voegen aan de bestaande pattern van sectie-A. Niets bijzonders — misschien een paar “slagen” gebruikmakend van de “HiQ 1” voice.
4. Originele Frases Opnemen 5 Selecteer een Opname Mode Normaal zult u, als u een nieuwe track van het begin af wilt opnemen, de REPLACE opname mode willen gebruiken. Gebruik [Knop 2] om “REPLACE” te selecteren (als het nog niet geselecteerd is). Als u reeds wat materiaal op een track heeft opgenomen en u wilt additionele noten opnemen zonder het bestaande materiaal te wissen, moet u in plaats van de REPLACE mode de OVERDUB opname mode selecteren.
4.
4. Originele Frases Opnemen Step (stapsgewijze) Opname Het maken van real-time opnames is prima voor vele opname taken, maar als u het plaatsen van noten nauwkeurig wilt regelen, of u probeert een frase op te nemen die moeilijk op het toetsenbord te spelen is, dan is de Step opname mode ideaal. Zie blz. 80 voor alle details over step opname. Hier volgt een kort overzicht van de procedure om een idee te geven hoe het werkt. Step Opname Procedure (Noot Gegevens) 1.
5. Samples Toevoegen 5. Samples Toevoegen Zelfstudie ZelfstudieL Ofschoon het gemakkelijker zou zijn om één van de vooraf opgenomen samples te laden, aanwezig op de bij de RS7000 geleverde SmartMedia geheugen kaart, en die toe te voegen aan onze pattern, raden wij u aan de tijd te nemen om daadwerkelijk te proberen uw eigen samples op te nemen. De Bron U zult in een bron moeten voorzien voor sampling.
5. Samples Toevoegen Basis Sampling Procedure 1 Selecteer een track voor de sample Gebruik, in de PATTERN mode, [KNOP 2] om sectie-A te selecteren en selecteer de track die voor sampling gebruikt wordt door op een witte/grijze toets op het toetsenbord te drukken, terwijl de [TRACK SELECT] knop ingedrukt is. Selecteer, in ons voorbeeld, track 6.
5. Samples Toevoegen 6 Ga naar de Sampling Standby pagina Druk op [F4] (OK) om naar de Sampling Standby pagina te gaan. Zelfstudie ZelfstudieL 7 Stel de Trigger Mode/Level in Gebruik [Knop 3] (TRIGGER MODE) om de trigger mode op “NIVEAU” in te stellen en [Knop 4] (TRIGGER LEVEL) om het trigger niveau op “64” in te stellen.
6. Uw Sound afmaken 6. Uw Sound afmaken In deze sectie zullen wij een kijkje nemen bij enkele van de belangrijke eigenschappen van de RS7000 die u kunt gebruiken om uw sound te verfijnen en af te maken. Grid Groove Met de RS7000 zijn er een verrassend aantal manieren waarop u uw sound kunt wijzigen, zelfs nadat de tracks zijn opgenomen. De Grid Groove functie is één van deze.
6. Uw Sound afmaken Grid Groove wijzigingen kunnen opgenomen worden Zelfs als u met een preset frase werkt kunnen de resultaten van uw Grid Groove worden opgenomen voor het nageslacht. Zie, voor dit en details over andere Grid Groove eigenschappen, blz. 85 van de referentie sectie. ZelfstudieL Zelfstudie VELO OFFSET Verhoogt of verlaagt de snelheid van de geselecteerde beat(s). Positieve instellingen voor een hogere snelheid en negatieve instellingen voor een lagere snelheid.
6. Uw Sound afmaken 3 Pas de parameters desgewenst aan Gebruik de functie knoppen om de gewenste parameter(s) aan te passen. Gebruik [Knop 1] om het volume van de geselecteerde track aan te passen. De grafische “fader” zal overeenkomstig bewegen. [Knop 2] past de stereo panorama positie aan. [Knop 3] regelt willekeurig de panorama diepte en [Knop 4] selecteert de uitgang waar de geselecteerde track naar toe gestuurd zal worden — zie, voor details, blz. 94 van de referentie sectie.
6. Uw Sound afmaken 2 Selecteer een Effect MASTER EFFECT MULTI COMP CTRL DELAY D-FILTER ISOLATION EFFECT ON/OFF ZelfstudieL Zelfstudie Gebruik de MASTER EFFECT keuzedraaiknop om een effect te selecteren — ISOLATION, D-FILTER, CTRL DELAY, MULTI COMP, RING MOD, V-DIST, LO-FI of SLICE. Merk op dat als u een effect selecteert, de namen van de parameters die bij dat effect horen in de bovenste balk van het display verschijnen.
6.
Hoofdstuk 1. Basis 1. RS7000 Systeem Overzicht ........................ 52 2. RS7000 Interne Structuur ........................... 58 3. Basis Bediening ..........................................
1. RS7000 Systeem Overzicht 1. RS7000 Systeem Overzicht Mode Structuur Om de bediening van de RS7000 zo uitgebreid en zo vloeiend mogelijk te maken, zijn alle functies en handelingen in “modes” gegroepeerd, waarvan er velen ook over een aantal “sub modes” beschikken. Opname, afspeel, bewerking en andere displays zijn gegroepeerd in de volgende 5 modes. PATTERN mode ................. Creatie en afspelen van frases en patterns. PATTERN CHAIN mode .... Sequentieel afspelen van patterns. SONG mode ............
1. RS7000 Systeem Overzicht Deze mode wordt gebruikt om een sequence van patterns in te stellen om af te spelen en om de resulterende chain af te spelen. Het volgende display zal altijd getoond worden als de PATTERN CHAIN mode voor het eerst geselecteerd wordt. • Afspeel Effecten [PLAY FX]...(blz. 192) Voegen diepte en harmonie toe aan individuele tracks. • MIDI Delay [MIDI DELAY]...(blz. 193) Voegt een speciaal MIDI-gebaseerd delay effect toe aan individuele tracks. 1 • Mixer [MIXER]...(blz.
1. RS7000 Systeem Overzicht SAMPLING mode...(blz. 228) Deze mode wordt gebruikt om samples op te nemen en te bewerken. De SAMPLING mode bestaat uit de volgende 3 sub modes. • Sampling [STANDBY/START/STOP]...(blz. 229) Neemt samples op. OPM. “Samples” zijn digitaal opgenomen wave gegevens die sample parameter gegevens bevatten welke definiëren hoe het getriggerd en afgespeeld moet worden. • Real-time Loop Remix [REAL TIME LOOP REMIX]...(blz.
1. RS7000 Systeem Overzicht ● PATTERN MODE Pattern Afspelen [PATTERN]............................................. blz.72 Patch [PATTERN]................................................................... blz.75 Frase Opname [REC] Opnemen Standby........................................... blz.78 Real Time Opnemen ....................................... blz.80 Step (stapsgewijze) Opname........................... blz.80 Grid Step Opname........................................... blz.
1. RS7000 Systeem Overzicht ● SONG Mode Song [SONG] ........................................................................ blz.182 Song opname [REC] Standby Opnemen......................................... blz.184 Real Time Opnemen ..................................... blz.186 Step (stapsgewijze) Opname......................... blz.187 Grid Step Opname......................................... blz.189 Opslaan [SAVE] Opslaan..........................................................blz.205 Exporteren .....
1. RS7000 Systeem Overzicht ● PATTERN CHAIN Mode ● SAMPLING Mode PATTERN CHAIN [PATT CHAIN] ................................... blz.159 Pattern Chain opname [REC] SAMPLING .............................................................................blz.228 Sampling [STANDBY/START/STOP] Standby Opnemen......................................... blz.161 Real Time Opnemen ..................................... blz.162 Step opname.................................................. blz.163 Sampling Setup......
2. RS7000 Interne Structuur 2. RS7000 Interne Structuur De 6 Functionele Blokken Het RS7000 systeem bestaat uit 6 algemene functionele blokken: de sequencer, de toongenerator, regelaars, de arpeggiator, effecten en master EQ & effecten. UITGANG INGANG EFFECTEN MASTER EQ MASTER EFFECTEN SAMPLING PERFORMANCE OPNAME MIDI IN MIDI OUT SEQUENCER AF SPELEN TOONGENERATOR AFSPELEN OPNAME ARPEGGIATOR PERFORMANCE REGELAARS ● Sequencer...(blz. 59) ● Arpeggiator...(blz.
2. RS7000 Interne Structuur ● Pattern Organisatie (Stijlen & Secties) Sequencer Het sequencer blok neemt speeldata op van de eigen regelaars van de RS7000 of externe MIDI apparatuur en speelt de gegevens af door gebruik te maken van de interne toongenerator of externe MIDI apparatuur. Patterns zijn gegroepeerd in “stijlen”. Elke stijl kan maximaal 16 patterns bevatten, waarvan elke stijl bekend staat als een “sectie”.
2. RS7000 Interne Structuur ● Songs Toongenerator Songs op de RS7000 lijken veel op songs die u zou creëren met een conventionele sequencer. Songs zijn op de volgende manieren verschillend ten opzichte van patterns: • Speeldata kan direct naar de tracks opgenomen worden. • Er kunnen lange songs met maximaal 999 maten gecreëerd worden. • Scene/mute wijzigingen en tempo wijzigingen kunnen opgenomen worden naar respectievelijk de scene/mute en BPM tracks.
2. RS7000 Interne Structuur Sample voices zijn verder onderverdeeld in twee typen: “sample kit voices” en “toonhoogte voices”. “Sample kit voices” bieden de mogelijkheid maximaal 128 verschillende samples toe te wijzen aan verschillende noten van C-2 tot G8. Verschillende samples kunnen dus desgewenst individueel of tegelijkertijd gespeeld worden. Stereo samples gebruiken twee van de beschikbare toewijzingen, dus maximaal 64 stereo samples kunnen toegewezen worden aan één sample kit voice.
2. RS7000 Interne Structuur (063 004) .......... Cls&Wind: Klassieke snaar en blaas instrumenten. (063 005) .......... Eth&Perc: Exotische en percussie instrumenten. (063 006) .......... SFX1: Sound effect bank 1. (063 009) .......... SFX2: Sound effect bank 2. • (MSB LSB) = (126 000) bevat de drum voices van de RS7000 — allemaal up-to-date en een perfecte match voor hedendaagse muziek. • (MSB LSB) = (127 000) is de GM drum voice bank die één enkele standaard GM drum kit voice bevat.
2. RS7000 Interne Structuur ● Sequencer Knoppen Deze besturen de basis functies van het sequencer blok. [ ] .....................................Gaat meteen naar de eerste maat van de huidige pattern of song. [ ]...................................Gaat één maat vooruit, indien het kort wordt ingedrukt, of bladert continu vooruit (versneld vooruit), indien het ingedrukt gehouden wordt. [ ]...................................
3. Basis handelingen 3. Basis handelingen Modes selecteren Sub Modes selecteren De MODE knoppen worden gebruikt om tussen modes te schakelen. Als een MODE knop wordt ingedrukt zal zijn indicator oplichten en de corresponderende mode zal geselecteerd worden. De meeste modes hebben een aantal sub modes waartoe toegang verkregen kan worden door gebruikmaking van de juiste SUB MODE knoppen, of de [REC] knop. De [EXIT] knop kan gebruikt worden om de sub modes te verlaten.
3. Basis handelingen Als één knop toegang geeft tot meerdere pagina’s Sommige modes en sub modes hebben meer dan één display pagina. In dergelijke gevallen kunnen de verscheidene aangeboden pagina’s opeenvolgend betreden worden door de betreffende knop in te drukken. U kunt door de pagina’s heen terug bladeren door de [EXIT] knop te gebruiken. MASTER PATTERN PLAY blz. EXIT REC [REC].........................Selecteert de record standby pagina.
3. Basis handelingen Parameter waarden bewerken Parameters kunnen over het algemeen bewerkt worden door [Knop 1] ~ [Knop 4] te gebruiken. De parameters die door elke knop aangepast kunnen worden verschijnen direct boven elke knop in elke display pagina. SHIFT F1 F2 of F3 of F4 of Opdracht selectie en uitvoering [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] Opdracht selectie en uitvoering wordt uitgevoerd door de [F1] ~ [F4] knoppen te gebruiken.
3. Basis handelingen Job Selectie 3. Druk op [F4] om het geselecteerde karakter daadwerkelijk in te voeren. In de PATTERN mode, PATTERN CHAIN mode, SONG mode en SAMPLING mode worden job overzicht pagina’s [Knop 1] en [Knop 2] gebruikt om de cursor naar de gewenste job te verplaatsen en dan wordt [F4] ingedrukt om de job daadwerkelijk te selecteren.
3. Basis handelingen Tap Tempo invoer Auto Repeat (Automatisch herhalen) Met deze functie kunt u een BPM instelling invoeren door op de [TAP] knop te tikken in het gewenste tempo. Tik 3 of 4 keer op de [TAP] knop in de PATTERN, PATTERN CHAIN of SONG mode om automatisch de corresponderende BPM in te voeren. De sequencer [ ] en [ ] knoppen bevatten een automatische herhaal functie toets. Houd (één van) beide knoppen ingedrukt om continu door de maten heen te bladeren in de corresponderende richting.
Hoofdstuk 2. De Pattern Mode Over de Pattern Mode ...................................... 70 1. Pattern Afspelen.......................................... 72 2. Frases combineren om Patterns te creëren (Patch) ............................................ 75 3. Frase Opname ............................................. 77 4. Groove aan een Pattern toevoegen........... 85 5. Speeleffecten............................................... 87 6. MIDI Delay (vertraging) ............................... 90 7.
Over de Pattern Mode Over de Pattern Mode Deze mode wordt gebruikt om patterns af te spelen en te creëren. Patterns kunnen gecreëerd worden door gebruik te maken van 16 tracks in totaal. Frases, waar de patterns uit bestaan, kunnen ook opgenomen en bewerkt worden in deze mode. Druk op de [PATTERN] knop om de PATTERN Play mode binnen te gaan. Het pattern play blz. display zal op de LCD verschijnen. PATTERN Play OPM. Zie, voor meer informatie over patterns en frases, “Hoofdstuk 1: Basis”, blz. 59.
Over de Pattern Mode ● Effect...(blz. 104) ● Job...(blz. 133) Stelt de effecten voor de REVERB, DELAY/CHORUS en VARIATION effect niveaus in. Geeft toegang tot de pattern en frase bewerking jobs. ● Frase bewerking...(blz. 154) Geeft toegang tot de arpeggiator, knop toewijzing, MIDI kanaal en AD ingang instelling. Maakt bewerking of invoering mogelijk van nieuwe gegevens in opgenomen frases. 2 De Pattern Mode ● Setup...(blz. 107) ● Master...(blz.
1. Pattern Afspelen 1. Pattern Afspelen Selecteer en speel patterns af. Dit display verschijnt altijd eerst als de [PATTERN] knop ingedrukt wordt om de PATTERN mode binnen te gaan. Procedure voor het afspelen van een Pattern [Sectie Selectie Procedure] 1. Selecteer de af te spelen pattern door de STYLE en Secties A t/m J kunnen ook geselecteerd worden via het toetsenbord.
1. Pattern Afspelen [SHIFT]+[F4] → Numeriek toetsenbord 0 Track [Instellingen] 01 ~ 16 [Instellingen] 001,0 ~ 300,0 (BPM) Toont de track nummers. Het huidige geselecteerde track nummer wordt gemarkeerd. Stelt het afspeel tempo van de pattern in. Gebruik [Knop 4] om de BPM in stappen van 1 aan te passen, of druk op [F4] om de cursor naar de rechterkant van de decimale punt te verplaatsen en gebruik [Knop 4] om in stappen van 0,1 aan te passen.
1. Pattern Afspelen A Track Status Geeft aan of de corresponderende track gegevens bevat, alsook de mute of solo status van de track. : De track bevat sequence gegevens. : De track is leeg. : De track wordt gedempt (er wordt geen geluid geproduceerd door deze track). [S]:De track wordt solo afgespeeld (alle andere tracks zijn tijdelijk gedempt en alleen deze track zal geluid voortbrengen). : Sample gegevens worden aan deze track toegewezen.
2. Frases combineren om Patterns te creëren (Patch) 2. Frases combineren om Patterns te creëren (Patch) Frases kunnen gecombineerd worden om patterns te creëren. Het drukken op de [PATTERN] knop selecteert beurtelings de PATTERN play pagina en deze pagina (PATTERN Patch). Display Parameters 7 84 9 0 1 2 [Knop 1] [Knop 2] [SHIFT]+[F2] 3 5 [Knop 3] [SHIFT]+[F3] Toont de frases die aan elke track zijn toegewezen. Frase toewijzing wordt tot stand gebracht door gebruikmaking van [Knop 1] en [Knop 2].
2. Frases combineren om Patterns te creëren (Patch) 9 Track Tracknummers. Het huidige geselecteerde tracknummer wordt gemarkeerd. OPM. Zie blz. 72 in “1. Pattern Afspelen” voor de track selectie procedure. 0 Track Status Geeft aan of de corresponderende track gegevens bevat, alsook de status van de track. : Sample gegevens worden aan deze track toegewezen. : De track wordt gedempt (er wordt geen geluid geproduceerd door deze track).
3. Frase Opname 3. Frase Opname Creëer originele frases door speeldata op te nemen naar user frases. Er zijn drie opname modes beschikbaar: real-time opname, step opname en grid-step opname. OPM. Zorg ervoor, voordat het opnemen begint, dat de UTILITY mode MEMORY PROTECT functie “UIT” (“OFF”) is (blz. 257). Opname is niet mogelijk als memory protection aan staat. Het Frase Opname Display Frase opname heeft de volgende display pagina’s. ● Opname Standby (PATTERN Play)...(blz.
3. Frase Opname 1 REC LOOP (Record Loop) ............................ [Knop 1] Opname Standby [Instellingen] ON, OFF Tref voorbereidingen om naar de huidige geselecteerde user frase op te nemen. Opname Standby Procedure 1. Druk op [PATTERN] om de PATTERN Play mode in te Zet loop recording aan (ON) of uit (OFF). Als het aan staat (ON), zal de frase herhaaldelijk afgespeeld worden tijdens de real-time opname.
3. Frase Opname Opname Standby (PATTERN Patch) OPM. • Als het OVERDUB opname type geselecteerd is, zal quantizering ook toegepast worden op de bestaande gegevens in de track. Dit heeft echter geen invloed bij de eerste keer dat er afgespeeld wordt (quantizering zal echter worden toegepast). • Als record quantize niet UIT (OFF) staat, wordt quantizering, behalve op de noot gegevens, op alle regelaar gegevens toegepast. Gebruik de Quantize job om alleen de noot gegevens te quantizeren.
3. Frase Opname Real-Time Opname Real-Time opname maakt het mogelijk om alles wat op het RS7000 toetsenbord gespeeld wordt, de werking van de toewijsbare knoppen en gegevens die ontvangen zijn van een externe MIDI regelaar, op te nemen in real time. In deze sectie zullen wij een kijkje nemen bij de real-time REPLACE of OVERDUB opname procedure. Opname Procedure (REPLACE, OVERDUB) 1. Druk op [PATTERN] om de PATTERN Play mode binnen te 12.
3. Frase Opname Display Parameters OPM. Als u op de [PLAY] knop drukt zal de [PLAY] indicator knipperen en u zult horen hoe uw step-opgenomen frase vorm krijgt. Druk op [STOP] om het afspelen te stoppen en het invoeren van de noten te hervatten. Als “NOTE” geselecteerd is via de EVENT knop 2 1 13. Stop de opname en keer naar de Pattern Play (of PATTERN Patch) mode terug door op de [STOP] knop te drukken.
3. Frase Opname 3 STEP (Stap Tijd)[Knop 2], [SHIFT]+[F2] → Numeriek toetsenbord [Instellingen] Instellingen gemaakt via de knop 0001 ~ 0059, 32e noot , 16e noot triool , 16e noot , 8e noot triool , 8e noot , 1/4 noot triool , 1/4 noot , halve noot , hele noot Instellingen gemaakt via het numerieke toetsenbord 0001 ~ 9999 clocks Specificeert de lengte van de noot of de in te voeren rust.
3. Frase Opname OCT DOWN OCT UP A B ALL 1 Houd ingedrukt K ! 1~8 2 L # M $ ALL 1 K ! C 1~8 2 9~16 3 L # D TR- 4 M $ E 5 N % O & F H I J O & H I J TAP PAD ASSIGN TR+ 6 P ' G 7 Q ( 8 R ) 9 S - 10 T @ 11 U ^ 12 V _ 13 W { Neemt toe met 5 of 6 bij elke halve toon.
3. Frase Opname Als de geselecteerde meter meer dan 4 tellen per maat bevat (5/4, bijvoorbeeld), kunnen noten vanaf de 5e tel en verder ingevoerd worden nadat de [OCT UP] knop ingedrukt is. Druk op [OCT DOWN] om terug te gaan naar de tellen 1 tot en met 4. Deze ritmische pattern, bijvoorbeeld, kan als volgt in een 4/4 maat ingevoerd worden ( A B ALL 1 K ! 1~8 2 L # D 9~16 3 M $ C N % E TR- 4 5 O & F G H I J TAP PAD ASSIGN TR+ 6 P ' ).
4. Groove aan een Pattern toevoegen 4. Groove aan een Pattern toevoegen De GROOVE functie kan gebruikt worden om feel en groove aan patterns toe te voegen. Dit wordt bereikt door het variëren van noot timing, gate tijd en aanslaggevoeligheid op een makkelijk-te-gebruiken grid. Door gebruik te maken van de GROOVE functie kunt u de feel van de preset frases, alsook uw eigen frases, variëren. Geef droog-klinkende patterns meer drive en maak uw grooves over het algemeen muzikaler.
4. Groove aan een Pattern toevoegen 4. Druk op [PLAY] om het afspelen te starten en gebruik [Knop 1] tot en met [Knop 4] om de groove parameters desgewenst aan te passen. 5. Druk op [EXIT] om naar de PATTERN Play of Patch mode terug te gaan. OPM. Draai, als het noodzakelijk is grote waarde wijzigingen te maken, aan een knop terwijl de [SHIFT] knop ingedrukt is om wijzigingen aan te brengen in toenamen van 10 in plaats van 1.
5. Speeleffecten 5. Speeleffecten Speeleffecten kunnen gebruikt worden om tijdelijk parameters zoals gate tijd en aanslaggevoeligheid aan te passen, of effecten toe te voegen zoals harmonie om de rijkdom en diepte van het geluid gedurende het afspelen van de pattern te vergroten. Speeleffecten worden ingesteld en toegepast via deze sub mode. Er worden drie display pagina’s aangeboden: Harmoniseren, Noot en Timing.
5. Speeleffecten Display Parameters 1 NOOT OFFSET ......................................... [Knop 1] [Instellingen] -99 ~ +99 [1] Harmonisering Pagina [PATTERN] → [PLAY FX] Verplaatst de noten in de frase naar boven of naar beneden in toenamen van een halve toon. 2 GATE TIME ............................................... [Knop 2] [Instellingen] 000% ~ 200% Wijzigt de gate tijd van noten in de frase door het opgegeven percentage. 1 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 1 UNISON (UNISONO) ..
5. Speeleffecten 3 SWING .................................................................... [Knop 3] [3] Timing Pagina [PATTERN] → [PLAY FX] × 3 [Instellingen] -120 ~ +120 Vertraagt de timing van de 8e back beats (even-genummerd) in de frase in clock toenamen. Opname van de Speeleffect Instellingen naar een Frase door gebruikmaking van de 2 3 [Knop 2] [Knop 3] Overdub Opname Mode 1 BEAT STRETCH (TEL VERLENGING) .....
6. MIDI Delay 6. MIDI Delay Deze sub mode kan gebruikt worden om een speciaal MIDI delay effect op een pattern toe te passen. MIDI delay werkt door een kopie van de originele gegevens te creëren die verscheidene keren enigszins na de originele gegevens wordt afgespeeld, zodat het geluid van een normaal delay effect gesimuleerd wordt. MIDI delay bevat echter enkele speciale eigenschappen die niet beschikbaar zijn in standaard delay effecten. Twee display pagina’s worden aangeboden: Delay en Feedback.
6. MIDI Delay 6. Gebruik [EXIT] om naar de Delay pagina terug te gaan en [2] Feedback Pagina dan naar de PATTERN Play (of Patch) mode terug te keren. [PATTERN] → [MIDI DELAY] × 2 OPM. Display Parameters 1 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 2 1 FB VELOCITY (Feedback Aanslaggevoeligheid) .....................................
6. MIDI Delay Als RND (RANDOM) geselecteerd is zal de toonhoogte van de delay noten willekeurig gewijzigd worden. Aanslaggevoeligheid Delay gegevens Originele gegevens Als, bijvoorbeeld, de delay tijd van een originele noot 240 clocks is en de FB CLOCK parameters zijn ingesteld op – 50%, dan zal de delay tijd van de 1e herhaling 120 clocks zijn, de tweede herhaling zal 60 clocks zijn, de derde 30 clocks, enzovoorts.
7. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) 7. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) Deze sub-mode wordt gebruikt om individueel voor elke track, volume niveaus, effect niveaus en andere parameters voor het afspelen van patterns bij te stellen. Er zijn 4 pagina’s beschikbaar: Voice Selectie (Voice Select), Volume/Pan/Out, Equalizer en Effect Send. De equalizer parameters zijn beschikbaar op 2 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen.
7. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) 2 PROGRAM (Programma Nummer) ........... [Knop 3] [Instellingen] 1 VOLUME ................................................................
7. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) 2 Q (Bandbreedte) ................................................ [Knop 2] EQ TYPE = BOOST [Instellingen] 0 ~ 31 Specificeert de bandbreedte, of het bereik van de frequenties, die door versterking (boost) of verzwakking (cut) beïnvloed worden als het PEQ type geselecteerd wordt. Het gespecificeerde frequentie bereik wordt gecentreerd bij de gespecificeerde EQ frequentie (zie hieronder).
7. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) [4] Effect Send Pagina [PATTERN] → [MIXER] × 4 1 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 1 VARIATION (VARIATIE) ................................. [Knop 1] [Instellingen] 000 ~ 127 Stelt de variatie in van het verzend niveau van het effect van de geselecteerde track en dus de diepte van het variatie effect voor die track. 2 DELAY (VERTRAGING) ..................................
8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) 8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) Deze sub mode maakt het mogelijk voices te bewerken voor elke pattern track. U kunt de helderheid, aanslag en andere parameters wijzigen om zo uw eigen geluid te creëren. Er zijn 5 hoofd display pagina’s: LFO, Portamento, Pitch, EG (Envelope Generator) en Filter. De LFO en EG pagina’s hebben elk 3 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen.
8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) 1 KEY ON RESET (RESET BIJ TOETS AAN)..[Knop 1] 4 LFO PHASE (LFO FASE) .............................. [Knop 4] Absoluut Absoluut [Instellingen] OFF, EACH-ON, 1st-ON [Instellingen] 0, 90, 120, 180, 240, 270 OFF (Resetten Uit).....Fase niet terugzetten. EACH-ON ..................Fase terugzetten voor elke gespeelde noot. 1st-ON .......................
8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) Specificeert de LFO golfvorm. Er worden in totaal 7 golfvormen aangeboden. Druk op [F4] om naar de USER wave setup pagina te gaan. ■ User Wave Pagina TRI (Driehoeksgolf) Variatie [F1] 9 0 A B C [Knop 1] [Knop 2] [F2] [Knop 3] [Knop 4] [F4] Tijd 9 SLOPE (HELLING) ............................................
8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) A STEP VALUE (STAP WAARDE) ................. [Knop 3] Absoluut 2 PORTAMENTO SW (Portamento Switch) ....................................... [Instellingen] 0 ~ 127 [Knop 2] Absoluut Stelt de amplitude in van de huidige geselecteerde stap in de gebruikers golfvorm. Selecteer de stappen via de STEP parameter, hierboven, en gebruik de STEP VALUE om van elk het niveau te veranderen om de golfvorm te creëren. B TEMPLATE (SJABLOON) ............................
8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) 4 PITCH BEND ........................................................ [Knop 4] 3 AEG SUSTAIN (Amplitude Envelope Generator Absoluut Sustain) .................................................................. [Knop 3] [Instellingen] -8192 ~ +8191 Relatief [Instellingen] -64 ~ +63 Stelt de hoeveelheid aan pitch bend in.
8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) 3 FEG SUSTAIN (Filter Envelope Generator Sustain)................................................................. 3 PEG DCY (Pitch Envelope Generator Decay) [Knop 3] ........................................................................
8. De klank van Voices wijzigen (Voice Bewerking) 1 CUTOFF (Filter Afsnij Frequentie) ............ [Knop 1] Relatief [Instellingen] -64 ~ +63 Frequenties die lager zijn dan de afsnij frequentie worden afgesneden. BPF .............................. Band-doorlaatfilter Stelt de afsnij frequentie van het filter in. Positieve waarden verplaatsen de afsnijding naar hogere frequenties, terwijl negatieve waarden de afsnijding naar lagere frequenties verplaatsen.
9. Effecten toevoegen 9. Effecten toevoegen Deze mode wordt gebruikt om effecten voor het afspelen van patterns te selecteren en om de effecten instellingen desgewenst te wijzigen. Er zijn 4 pagina’s beschikbaar: Effect Type, Variatie Parameters, Delay/Chorus Parameters en Reverb Parameters.
9. Effecten toevoegen [2] Variatie Parameter Pagina [3] Delay/Chorus Pagina [PATTERN] → [EFFECT] × 2 2 3 4 [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] [F1] 1 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] [F4] 5 6 7 8 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 1 ~ 4 EFFECT PARAMETERS .....[Knop 1] ~ [Knop 4] Stelt u in staat de gedetailleerde parameters voor elk effect in te stellen. De beschikbare parameters zijn voor elk effect verschillend.
9. Effecten toevoegen [4] Reverb Pagina [PATTERN] → [EFFECT] × 4 1 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 1 [F1] [Knop 1] 2 5 [Knop 2] [Knop 3] [F4] 6 [Knop 4] 1 ~ 4 EFFECT PARAMETERS .................................................................[Knop 1] ~ [Knop 4] Stelt u in staat de gedetailleerde parameters voor elk effect in te stellen. De beschikbare parameters zijn voor elk effect verschillend. Zie, voor informatie over de individuele parameters, de “Appendix”, blz. 315MH.
10. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) 10. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) Deze sub-mode wordt gebruikt om arpeggio’s, de toewijsbare knoppen en andere RS7000 functies in te stellen. Er zijn 4 pagina’s beschikbaar: Arpeggio Setting, A/D Setup, Knob Assign en MIDI Out Channel. De A/D Setup parameters zijn beschikbaar op 3 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen. Druk op de [SETUP] knop vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de SETUP mode te gaan.
10. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) Display Parameters 2 SORT ....................................................................... [Knop 2] [Instellingen] OFF (UIT), ON (AAN) [1] Arpeggio Setting Pagina [PATTERN] → [SETUP] De automatische arpeggio’s die door de RS7000 gecreëerd worden zijn een onmisbaar element van moderne techno en dance muziek. 1 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] Bepaalt of de arpeggio noten gesorteerd zullen worden op toonhoogte of niet.
10. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) OPM. Als de MONO/STEREO parameter is ingesteld op MONO × 2, kunnen de [F1] en [F4] knoppen worden gebruikt om te schakelen tussen pagina’s die toegang verlenen tot individuele REVERB SEND 1/2, DELAY SEND 1/2, VARIATION SEND 1/2 en PAN 1/2 parameters voor elk kanaal. A/D instellingen voor de INPUT L aansluiting worden aangeboden in A/D Setup pagina 2/3 en instellingen voor de INPUT R aansluiting worden aangeboden in A/D Setup pagina 3/3.
10. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) 3 TR (Track) OPM. Als een knop tijdens het afspelen van een pattern wordt bediend, zal het afspelen van de stijl gegevens, corresponderend aan de parameter die aan die knop is toegewezen, stoppen. Als, bijvoorbeeld, een knop, die toegewezen is aan reverb send, tijdens het afspelen van een pattern bediend wordt, zal het afspelen van de reverb-send stijl gegevens stoppen.
11. Master EQ en Effecten 11. Master EQ en Effecten Master Setup Procedure Master Effect 1. Druk op [MASTER] terwijl u in de PATTERN Play of Patch Master Effecten bieden een aantal geavanceerde geluids verwerkings opties bij de uiteindelijke uitgangstrap van de RS7000. mode bent om toegang te verkrijgen tot de Master EQ display pagina. 2. Gebruik [Knop 1] ~ [Knop 4] om de gewenste instellingen te maken. 3. Druk op [MASTER] om naar de Master Effect pagina te gaan. 4.
11. Master EQ en Effecten 3 MID2 GAIN ............................................................ [Knop 3] 0 MID 1 Q ................................................................... [Knop 2] [Instellingen] -12 dB ~ +12 dB [Instellingen] 0,01 ~ 12,0 Stelt de hoeveelheid aan hoge-midden gain in (versterken of verzwakken). Stelt de Q (bandbreedte) van de lage-midden EQ band in.
11. Master EQ en Effecten 5 KNOB4 ASSIGN ................................................. [Knop 4] [Instellingen] Effect parameter 1 ~ 16 (Zie het “Effect Parameter overzicht” op blz. 315MH) H I J K [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 1 EFFECT TYPE ............. MASTER EFFECT Selectie Knop [Instellingen] ISOLATION, D-FILTER, CTRL DELAY, MULTI COMP, RING MOD, V-DIST, LOFI, SLICE Selecteert het master effect type uit de 8 geleverde typen. 2 KNOB1 ASSIGN .............................................
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk 12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk De SAVE sub-mode geeft u de mogelijkheid gegevens op te slaan en te laden op of vanaf standaard geheugenkaarten — die beschikbaar zijn bij vele elektronica en computer winkels — of SCSI disks. Er worden 5 display pagina’s aangeboden: Save, Export, Rename, Delete en Format. Druk op [SAVE] vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de SAVE sub mode te gaan.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk ● Over de geheugenkaarten De beveiligingshaak installeren Om uw gegevens te beveiligen (schrijfbeveiliging): Plak, om onbedoeld wissen van belangrijke gegevens te voorkomen, de schrijfbeveiligingsafsluiting (meegeleverd in de geheugenkaart verpakking) op de daarvoor bestemde plaats (in een cirkel) van de geheugenkaart.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Iets over disks • Alleen DOS-geformatteerde disks (Het CD-ROM format is ISO9660 Level 1) kunnen door de RS7000 gebruikt worden. Disks die geformatteerd zijn door de RS7000 worden in DOS format geformatteerd. • Disks die door een personal computer in DOS format geformatteerd zijn kunnen door de RS7000 gebruikt worden, maar we raden het gebruik aan van door de RS7000 geformatteerde disks.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk OPM. Als de te laden stijl gemeenschappelijke sample voices bevat, en deze gemeenschappelijke sample voices bestaan reeds in het interne geheugen met dezelfde nummers dan komen de “ALL SKIP” en “RENUMBER” opties beschikbaar. Als “ALL SKIP” wordt geselecteerd, worden gemeenschappelijke sample voices met dubbele nummers niet geladen. Als “RENUMBER” wordt geselecteerd, worden de gemeenschappelijke sample voices in nog vrij beschikbare nummers geladen.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Structuur Save Pagina De SAVE sub-mode bevat de volgende display pagina’s. [1] Save Pagina Slaat interne gegevens op op een geheugenkaart of disk. ● Save...(blz. 118) Slaat gegevens uit het interne geheugen op naar geheugenkaart of disk. Save Procedure 1. Druk op de [SAVE] knop vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de Save pagina te gaan. 2. Gebruik [Knop 1] (FILE TYPE) om het type bestand te selecteren dat u wilt opslaan. 3.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Display Parameters 2 PATTERN .............................................................. [Knop 2] [Instellingen] Style 01 ~ 64 [PATTERN] → [SAVE] FILE TYPE = PATTERN, CARD of DISK = CARD Beschikbaar Selecteert de pattern die wordt opgeslagen. Deze parameter is niet beschikbaar als de FILE TYPE parameter is ingesteld op “ALL”. Icoon OPM. Lege stijlen zonder gegevens kunnen niet opgeslagen worden.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk [2] Export Pagina OPM. Bestandsnamen kunnen maximaal 8 karakters lang zijn (exclusief de extensie). Verder, kan de bestandsextensie niet veranderd worden. Karakters die niet gebruikt kunnen worden in bestandsnamen worden automatisch omgezet naar “_”. Slaat de geselecteerde sample of pattern op naar een geheugenkaart of disk in een standaard format — WAV of SMF — dat door een personal computer gebruikt kan worden. Export Procedure 6 Map Selectie .....................
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Display Parameters 3 NOTE ....................................................................... [Knop 3] [Instellingen] C-2 ~ G8 [PATTERN] → [SAVE] × 2 FILE TYPE = WAV, sample kit voice geselecteerd Sample Naam Sample Nummer Beschikbare Ruimte Icoon Als de sample die gebruikt wordt door de geselecteerde track een sample kit voice is, selecteert deze parameter de noot waaraan de te exporteren sample is toegewezen.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Rename Procedure 7 Map Selectie ....................................................... [Knop 3] Selecteert de map waarnaar het bestand wordt opgeslagen. Selecteer, om naar de huidige geselecteerde map op te slaan, “CurrentDir” bovenaan de lijst. 1. Druk driemaal op de [SAVE] knop vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de Rename pagina te gaan. 2. Druk op [F1] (CARD/SCSI) om op te geven of u een bestand 8 NEW ...................................................
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Als CARD geselecteerd is en er bevindt zich een juist geformatteerde geheugenkaart in het kaartslot, dan zal er een geheugenkaart icoon verschijnen. Als SCSI geselecteerd is en er is een juist geformatteerde disk op de SCSI aansluiting aangesloten, dan zal er een disk icoon verschijnen samen met de disk beschrijving, SCSI ID nummer, en de naam van de partitie. 3. Druk driemaal op [SAVE] om naar de Delete pagina te gaan. 4.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Display Parameters [5] Format Pagina [PATTERN] → [SAVE] × 5 Formatteert geheugenkaarten en disks. CARD of DISK = SCSI Formatteer Procedure Naam Partitie 1. Druk vijfmaal op de [SAVE] knop vanuit de PATTERN Play SCSI ID Type Disk Icoon of Patch mode om naar de Format pagina te gaan. 2. Druk op [F1] (CARD/SCSI) om op te geven of u een geheugenkaart of een disk wilt formatteren. 3.
12. Opslaan op Geheugenkaart of Disk 2 FORMAT TYPE ................................................... [Knop 3] [Instellingen] LOGICAL, PHYSICAL, PARTITION LOGICAL....... Past logisch formatteren toe op de geselecteerde SCSI disk. PHYSICAL..... Past fysiek formatteren toe op de geselecteerde SCSI disk. Gebruik deze optie als LOGISCH (LOGICAL) formatteren een fout produceert. FYSIEK (PHYSICAL) formatteren duurt langer dan LOGISCH (LOGICAL) formatteren. PARTITION ...
13. Laden van Geheugenkaart of Disk 13. Laden van Geheugenkaart of Disk Deze sub mode wordt gebruikt om gegevens te laden van een geheugenkaart of disk. Er worden 4 display pagina’s aangeboden: Load, Import, SCSI Setup, en SCSI Communication. Druk op [LOAD] vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de Load pagina te gaan. OPM. • Zie “Hoofdstuk 12: Opslaan op Geheugenkaart of Disk” voor informatie over de typen geheugenkaarten en disks die door de RS7000 gebruikt kunnen worden. (blz.
13. Laden van Geheugenkaart of Disk 1 FILE TYPE ............................................................. [Knop 2] Als de bestemmingsstijl of sample voice reeds gegevens bevat zal de “Are You Sure? (“Weet u het zeker? NO[F2]/ YES[F3]” bevestigingsboodschap getoond worden. De bevestigingsboodschap zal altijd verschijnen als het bestandstype “ALL” geselecteerd wordt. Druk op [F3] als het OK is om de corresponderende geheugeninhoud te overschrijven.
13. Laden van Geheugenkaart of Disk Als de geselecteerde FILE TYPE SMPL is Selecteert de track waarnaar de gegevens zullen worden geladen. Als een sample voice wordt toegewezen aan de geselecteerde track en het nummer van de toegewezen sample is hetzelfde als dat van de te laden sample, dan zal “REPLACE” verschijnen om aan te geven dat de bestaande sample vervangen zal worden door de geladen sample.
13. Laden van Geheugenkaart of Disk 9. Druk tweemaal op [EXIT] om naar de PATTERN Play of OPM. Patch mode terug te gaan. OPM. Als de import bron een SCSI disk is, moeten de juiste SCSI ID en partitie in de SCSI Setup pagina geselecteerd worden. Display Parameters [PATTERN] → [LOAD] × 2 CARD of DISK = CARD [2] Import Pagina Laadt sequence of sample gegevens die door andere apparatuur of een personal computer zijn opgeslagen op een SCSI disk of geheugenkaart.
13. Laden van Geheugenkaart of Disk Specificeert het type gegevensbestand dat geïmporteerd wordt. Enkele geïmporteerde samples kunnen met een onverwachte toonhoogte afgespeeld worden, loop playback kan veranderen, of de kwaliteit van het geluid kan variëren. Voice bewerking en effect instellingen zullen niet gereproduceerd worden als een RM1x PATT bestand geïmporteerd wordt. Voices kunnen ook veranderen.
13. Laden van Geheugenkaart of Disk Voert de import handeling uit. Als de bestemmingspattern of sample voice reeds gegevens bevat dan zal de “Are You Sure? (“Weet u het zeker? NO[F2]/YES[F3]” bevestigingsboodschap getoond worden. Druk op [F3] als het OK is om de corresponderende geheugeninhoud te overschrijven. Druk op [F2] om de load handeling te annuleren en keer terug naar de status van de RS7000 voordat u op de [F1] knop drukte. 4.
13. Laden van Geheugenkaart of Disk [4] SCSI Communicatie Pagina 1 TRACK .................................................................... [Knop 1] [Instellingen] 01 ~ 16 Over de YAMAHA TWE Wave Editor De Yamaha TWE Wave Editor kan gebruikt worden om wave gegevens van de RS7000 op een personal computer te bewerken. TWE Communicatie Pagina Procedure 1. Sluit de RS7000 aan op een personal computer via de SCSI aansluiting. 2. Start TWE op op de personal computer. 3.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs De 37 pattern “jobs” van de RS7000 kunnen gebruikt worden om pattern en frase gegevens op een aantal manieren te bewerken. ● Job Overzicht [Undo/Redo Categorie] Undo job annuleert de wijzigingen die door de meest recente handeling gemaakt zijn, blz.134 waardoor de gegevens in hun voorgaande staat teruggezet worden. Redo job annuleert Undo en zet de wijzigingen terug.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs [Track Categorie] 27 Copy Track 28 Exchange Track 29 Clear Track 30 Normalize Play Effect 31 Divide Drum Track Kopieert alle gegevens van het geselecteerde type uit de gespecificeerde bron track naar de gespecificeerde doel track. Wisselt de inhoud van twee tracks uit. Deze job wist alle gegevens van het geselecteerde type uit de geselecteerde pattern track, of uit alle pattern tracks.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 3 Gequantizeerde waarde [Instellingen] 32e-noot 16e triool , 16e-noot 8e triool , 8e-noot Kwart triool , Kwart-noot 16e-noot en 16e triool 8e-noot en 8e triool 1 Selecteert de gequantizeerde waarde (noot timing) waaraan de noot gegevens zullen worden aangepast. [F4] 4 Strength (Sterkte) 1 Undo/Redo Indicatie “Undo” of “Redo” verschijnt op het display om de huidige beschikbare job aan te geven. Undo en Redo worden beurtelings geselecteerd.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs Het bereik van de Swing Rate is van de geselecteerde gequantizeerde waarde afhankelijk. Als de gequantizeerde waarde Front beat , , of OPM. Als een swing waarde, ongelijk aan 100%, tot gevolg heeft dat noten na andere niet-swing noten worden gepositioneerd, dan worden de laatste noten dienovereenkomstig vertraagd.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 4 Rate 1 Phrase [Instellingen] 000% ~ 200%, *** [Instellingen] 001 ~ 256 Specificeert het percentage waarmee de doel noten verschoven worden ten opzichte van hun originele aanslaggevoeligheid. Instellingen onder 100% verminderen de aanslaggevoeligheid, en instellingen boven de 100% verhogen de aanslaggevoeligheid evenredig. Als de Set All parameter niet uit is (“OFF”) dan verschijnt deze parameter als “***” en kan niet gewijzigd worden.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 04 Crescendo 05 Transpose Creëert een crescendo of decrescendo over de gespecificeerde reeks noten. Transponeert noten in het gespecificeerde bereik in toenamen van een halve noot.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 1 Phrase 4 Step Clock [Instellingen] Begin 001 ~ 999 Eind 001 ~ 999 2 Range [Instellingen] Measure:Beat:Clock 001:1:000 ~ 257:1:000 Stelt het bereik in van measures/beats/clocks (maten/tellen/ clocks) waarop de job wordt toegepast. 3 Time (Tijd) Specificeert de grootte van de stap (dat wil zeggen: het aantal clocks) tussen elke noot in de roll.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 3 Type 3 Clock [Instellingen] UP, DOWN, UP&DOWN, DOWN&UP Als UP (stijgend) dan worden de noten in oplopende volgorde gesorteerd. Als DOWN (dalend) dan worden de noten in afnemende volgorde gesorteerd. UP&DOWN sorteert akkoord noten van downbeats in oplopende volgorde en akkoord noten van up beats in afnemende volgorde, gebaseerd op de onderstaande raster (grid) instelling.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs Specificeert het aantal keren dat de gegevens gekopieerd worden. • Merk op dat er per kwart noot 480 clock periodes zijn. • Als de Clock Shift job als resultaat heeft dat gegevens voorbij het begin van de pattern worden verplaatst, dan zullen de gegevens aan het begin van de pattern gegroepeerd worden.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 4 Destination Phrase 13 Extract Event [Instellingen] 001 ~ 256 Deze job verplaatst alle gevallen van gespecificeerde event gegevens uit een gespecificeerd bereik van een frase naar hetzelfde bereik in een andere frase. Selecteert de doel frase. 14 Create Continuous Data OPM.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 5 Data 1 Phrase [Instellingen] 000 ~ 127 (-8192 ~ +8191 voor pitch bend gegevens) Specificeert de onder en bovengrens voor het te creëren gegevensbereik. De linker waarde is de ondergrens, en de rechter waarde is de bovengrens. 6 Clock [Instellingen] 001 ~ 256 2 Range [Instellingen] Measure:Beat:Clock 001:1:000 ~ 257:1:000 Stelt het bereik in van measures/beats/clocks (maten/tellen/ clocks) waarop de job wordt toegepast.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 4 Set All 1 Phrase [Instellingen] Off (0), 000 ~ 127 (-8192 ~ +8191 voor pitch bend) Stelt alle doel events in op dezelfde vaste waarde. Als het is ingesteld op “OFF” dan heeft de Set All parameter geen effect. Als het is ingesteld op een waarde anders dan “OFF” dan zijn de Rate en Offset parameters niet beschikbaar en verschijnen als “***” op het display.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 4 Destination phrase 1 Style, 3 Style [Instellingen] 001 ~ 256 [Instellingen] 01 ~ 64 Specificeert de doel frase. Specificeert de stijlen die de uit te wisselen frases bevatten. 2 Phrase, 4 Phrase Als de checkbox aangevinkt is worden de sample voices die door de bron frase gebruikt worden naar de doel stijl als lokale sample voices gekopieerd, en worden aan de doel frase toegewezen.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 21 Append Phrase 22 Split Phrase Voegt een frase toe aan het eind van een andere om een langere frase te creëren. Deze job splitst een geselecteerde frase in twee afzonderlijke frases. Frase “a” Originele frase Splits maat Frase toevoegen Splits Frase Frase “b” Originele frase OPM. Gesplitste doel frase OPM. Als deze job wordt toegepast op frases die sample voices gebruiken, dan worden de sample voices niet toegevoegd.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 4 Splits maat 5 Copy Sample [Instellingen] 002 ~ bron-frase lengte (in maten) Specificeert de maat waarmee de frase gesplitst wordt. 5 Split Destination Style, 6 Split Destination Phrase Als de checkbox aangevinkt is worden de sample voices die door de bron track gebruikt worden naar de doel stijl als lokale sample voices gekopieerd, en worden aan de doel frase toegewezen.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 2 Destination Song, 3 Destination Track [Instellingen] Song......... 01 ~ 20 Track ........ 01 ~ 16 2 Delete Sample Als de checkbox aangevinkt is, zullen sample gegevens die aan de geselecteerde frase zijn toegewezen, gewist worden. Deze parameter heeft geen effect als er geen sample voice gebruikt wordt door de geselecteerde frase. Specificeer de destination (doel) song en track. 4 Kopiëer Maat OPM.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs OPM. 3 [Knop 2] [Knop 3] [F4] 1 Source Style, Section, en Track [Instellingen] Source Style............ 01 ~ 64 Source Section ....... A ~ P Source Track........... 01 ~ 16 Deze eerste drie instellingen selecteren de source style (bron stijl), section (sectie), en track.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 29 Clear Track 30 Normalize Play Effect Deze job wist alle gegevens van het geselecteerde type uit de geselecteerde pattern track, of uit alle pattern tracks. Deze job herschrijft de gegevens in de geselecteerde track, zodat het de huidige Play FX/Groove/MIDI Delay instellingen bevat. OPM. OPM. De stijl kan niet via deze job geselecteerd worden. Zorg ervoor dat u eerst de stijl selecteert die de te wissen tracks bevat voordat u deze job gebruikt.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 3 Data Type (Gegevens type) 1 [Instellingen] PRESET PHRASE → USER Als de stijl gegevens preset frases bevatten, dan worden deze naar de user frase gekopieerd. [Knop 2] [Knop 3] [F4] OPM. [Instellingen] 01 ~ 16 Specificeert de te verdelen drum track. 32 Copy Pattern Deze job kopieert alle gegevens uit een geselecteerde bron pattern naar een geselecteerde doel pattern.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 1 2 PAS OP ! a De job overschrijft alle reeds bestaande gegevens in de doel pattern. b 1 3 3 [Knop 2] [Knop 3] [F4] 2 a 1 Source Style a en Section a b [Instellingen] Style a .......... 01 ~ 64 Section a...... A ~ P Specificeer pattern “a”, die aan pattern “b” wordt toegevoegd. 2 Destination Style b en Section b [Instellingen] Style b.......... 01 ~ 64 Section b ..... A ~ P Specificeer pattern “b”, waar pattern “a” aan toegevoegd wordt.
14. Pattern & Frase bewerking — De Pattern Jobs 2 Keep Common Samples (Behoud • Als er geen geheugen beschikbaar is in de doel stijl voor lokale sample voice gegevens, dan zal “Too Many Load Sample Voices” (“Teveel geladen Sample Voices”) op het display getoond worden en de sample voice gegevens worden niet gekopieerd. Gebruik, als dit gebeurt, Sample Job “02 Wissen” (blz. 246) om ongebruikte lokale samples te wissen en probeer het dan opnieuw. • Undo/Redo (blz.
15. Frase bewerking 15. Frase bewerking Behalve het bewerken en wissen van opgenomen gegevens in user frases, kunnen met deze sub mode nieuwe events ingevoerd worden. Het kan gebruikt worden om fouten te corrigeren en ook om dynamiek of effecten, zoals vibrato, toe te voegen om de frase te verfijnen en te completeren. Druk op [EDIT] vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de frase bewerkings Edit Change pagina te gaan. OPM.
15. Frase bewerking 7 DELETE .......................................................................... [F2] [Instellingen] TR01 ~ 16 Selecteert de track waaraan de te bewerken frase wordt toegekend. Selecteer de track door de toetsen op het toetsenbord te gebruiken, terwijl de [TRACK SELECT] knop is ingedrukt. Zie, voor meer details over track selectie, “Hoofdstuk 1: Basis”, op blz. 67. Wist het huidige geselecteerde event. 8 INSERT .......................................................................
15. Frase bewerking 4 ← → (Cursor ← en →) .................................... [Knop 2] Display Parameters Verplaatst de cursor naar links of rechts om de in te stellen parameter voor het huidige event te selecteren. [Knop 3] [Knop 4] 5 DO..................................................................................... [F3] 1 2 Voert het gespecificeerde event in. 6 VALUE ....................................................................
Hoofdstuk 3. De Pattern Chain Mode Over de Pattern Chain Mode ......................... 158 1. Sequentieel Pattern afspelen (Pattern Chain afspelen)........................... 159 2. Pattern Chains creëren (Pattern Chain opname)............................ 161 3. Master EQ en Effecten .............................. 164 4. Opslaan op Geheugenkaart of Disk ........ 166 5. Laden van Geheugenkaart of Disk .......... 169 6. De Pattern Chain Jobs.............................. 171 7. Pattern Chain bewerking .....
Over de Pattern Chain Mode Over de Pattern Chain Mode Deze mode wordt gebruikt voor het sequentieel afspelen van patterns. Patterns kunnen “gechained” worden om complete songs te creëren en de resultaten kunnen geconverteerd worden naar een RS7000 song. Druk op [PATT CHAIN] om naar het Pattern Chain Play scherm van de PATTERN CHAIN mode te gaan. De Pattern Chain Play pagina zal verschijnen. PATTERN CHAIN ● Opslaan [SAVE]...(blz. 166) Slaat gegevens op op een geheugenkaart of disk. OPM.
1. Pattern keten afspelen (Pattern Chain Play) 1. Pattern keten afspelen (Pattern Chain Play) Pattern ketens worden in deze mode gecreëerd en afgespeeld. Druk op [PATT CHAIN] om naar de PATTERN CHAIN mode te gaan. OPM. Zie “2. Pattern Chain Opname” op blz. 161 voor details over het opnemen van pattern chains. Pattern Chain Afspeel Procedure Display Parameters 1. Druk op [PATT CHAIN] om naar het PATTERN CHAIN Play display te gaan. 8 3 2 te selecteren. 9 3.
1. Pattern keten afspelen (Pattern Chain Play) 5 Stijlnaam 8 OCT (Octaaf) [Instellingen] Stijlnummer Sectie Stijlnaam [Instellingen] -5 octaven ~ +5 octaven OFF, 01 ~ 64, END A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P display only. Toont de momenteel afgespeelde style (stijl) en section (sectie). Laat ook toe dat de stijl en sectie tijdelijk gewijzigd worden. Als, echter, verdere stijl of sectie wijzigingen in de chain opgenomen worden, hebben deze wijzigingen prioriteit.
2. Pattern Chains creëren (Pattern Chain Opname) 2. Pattern Chains creëren (Pattern Chain Opname) Deze functie maakt het mogelijk om een reeks patterns te specificeren voor het afspelen van een pattern chain. Secties verwisseling, track demping, scene/mute wijzigingen, en BPM wijzigingen kunnen in real time opgenomen worden. OPM. • Events die in real time opgenomen zijn kunnen bewerkt worden en nieuwe events kunnen individueel in de pattern chain ingevoerd worden via de Pattern Chain Bewerking mode (blz.
2. Pattern Chains creëren (Pattern Chain Opname) Toont de momenteel afgespeelde style (stijl) en section (sectie). Maakt het ook mogelijk om de stijl en sectie, die aan het begin van de volgende maat opgenomen moeten worden, te selecteren tijdens het afspelen van de pattern track. Als, echter, verdere stijl of sectie wijzigingen in de chain opgenomen worden, hebben deze wijzigingen prioriteit.
2. Pattern Chains creëren (Pattern Chain Opname) 1 Beat Grafiek Step Opname Maakt het mogelijk om events één voor één naar de BPM track op te nemen. Step opname kan alleen op de BPM track toegepast worden. De displays en de werking zijn dezelfde als voor de BPM track opname in de SONG mode. Dit is het display waarin noten “geplaatst” worden tijdens step opname. Als de meter 4/4 is wordt het display verdeeld in 4 tellen (één maat).
3. Master EQ en Effecten 3. Master EQ en Effecten De MASTER sub-mode biedt toegang tot de MASTER EQ parameters die het geluid aanpassen bij de uiteindelijke uitgangstrap en de master effect parameters. De Master EQ parameters zijn beschikbaar op 3 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen en de Master Effect parameters zijn beschikbaar op 5 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen.
3. Master EQ en Effecten 1 EFFECT TYPE ........... [MASTER EFFECT Selectieknop] [2] Master Effect Pagina [PATT CHAIN] → [MASTER] × 2 2 KNOB1 ASSIGN ................................................ [Knop 1] 3 KNOB2 ASSIGN ................................................ [Knop 2] 1 4 KNOB3 ASSIGN ................................................ [Knop 3] 5 KNOB4 ASSIGN ................................................ [Knop 4] [F4] 2 3 4 5 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 6 Effect Parameter 1 .
4. Opslaan op Geheugenkaart of Disk 4. Opslaan op Geheugenkaart of Disk De SAVE sub-mode geeft u de mogelijkheid om gegevens op te slaan en te laden op of vanaf standaard geheugenkaarten — die beschikbaar zijn bij vele elektronische en computer winkels — of disks. Er worden 5 display pagina’s aangeboden: Save, Export, Rename, Delete en Format. Druk op [SAVE] vanuit de PATTERN Chain Play mode om naar de SAVE sub mode te gaan.
4. Opslaan op Geheugenkaart of Disk [1] Save Pagina 4 FILE NAME .......................................................... [Knop 1] Slaat interne gegevens op op een geheugenkaart of disk. Details zijn dezelfde als voor de PATTERN mode SAVE pagina (blz. 114). Alleen parameters die verschillend zijn van de PATTERN mode zullen hier geïntroduceerd worden. 5 Map Selectie ....................................................... [Knop 3] 6 NEW ....................................................................
4. Opslaan op Geheugenkaart of Disk 1 FILE ........................................................................ [Knop 2] 2 SCSI/CARD ................................................................. [F1] [5] Format Pagina Formatteert geheugenkaarten en disks. (UP) (OMHOOG) ............................................... [F2] 3 Display Parameters 4 OPEN ............................................................................. [F3] [PATT CHAIN] → [SAVE] × 5 5 RENAME! ...........................
5. Laden van Geheugenkaart of Disk 5. Laden van Geheugenkaart of Disk Deze sub mode wordt gebruikt om gegevens te laden van een geheugenkaart of disk. Er worden 3 display pagina’s aangeboden: Load (Laden), Import (Importeren) en SCSI Setup. Druk op [LOAD] vanuit de PATTERN Chain mode om naar het Load display te gaan. OPM. Zie “Hoofdstuk 2: De Pattern Mode”, blz. 116, voor informatie over bestandstypen. Structuur Load Pagina ● Load...(blz.
5. Laden van Geheugenkaart of Disk Display Parameters 1 FILE TYPE ........................................................... [Knop 2] [Instellingen] ALL, ALL+SYSTEM [PATT CHAIN] → [LOAD] × 3 ALL ..................Een bestand van het type ALL (.R2A) wordt geladen en het hele intern geheugen wordt overschreven, behalve de systeem setup gegevens. ALL+SYSTEM ..Een bestand van het type ALL (.R2A) wordt geladen en het hele intern geheugen wordt overschreven, inclusief de systeem setup gegevens.
6. De Pattern Chain Jobs 6. De Pattern Chain Jobs De 9 pattern chain “jobs” van de RS7000 kunnen gebruikt worden om pattern chain gegevens op een aantal manieren te bewerken en te wijzigen. ● Job Overzicht [Undo/Redo Categorie] 00 Undo/Redo Undo annuleert de wijzigingen die door de meest recente handeling blz.172 gemaakt zijn, waardoor de gegevens in hun voorgaande staat teruggezet worden, terwijl Redo de wijzigingen van “undo” terugzet.
6. De Pattern Chain Jobs 00 Undo/Redo 1 De Undo job annuleert de wijzigingen die door de meest recente handeling gemaakt zijn (job, wijzigen, opnemen), waardoor de gegevens in hun voorgaande staat teruggezet worden. De Redo job annuleert Undo en zet de wijzigingen terug. Undo/Redo kan ook uitgevoerd worden door op [SHIFT]+[JOB] te drukken in display pagina’s zoals het Play scherm. 2 [Knop 2] 3 [Knop 3] [F4] OPM. Undo/Redo werkt niet met sample voice handelingen.
6. De Pattern Chain Jobs 03 Creëer Maat 04 Verwijder Maat Wist de gespecificeerde maat. Creëert lege maten op de gespecificeerde locatie. OPM. OPM. • Als lege maten ingevoerd worden, dan worden maat en meter gegevens die op het invoerpunt volgen, dienovereenkomstig vooruit geschoven. • Als het invoerpunt na de laatste maat die gegevens bevat wordt ingesteld, dan worden alleen de meter gegevens op dat punt ingesteld zonder in werkelijkheid de maten in te voeren.
6. De Pattern Chain Jobs 07 Wis Chain 1 2 Deze job wist alle gegevens uit de geselecteerde pattern chain. 1 [Knop 2] [Knop 3] [F4] 1 Songnummer [Knop 3] [F4] [Instellingen] 01 ~ 20 Stelt de song in waarnaar de geconverteerde pattern chain gegevens gekopieerd worden. 1 Chain [Instellingen] 01 ~ 20 2 Maat Selecteert de te wissen pattern chain. [Instellingen] 001 ~ 999 Specificeert het bereik van de gegevens die geconverteerd en gekopieerd worden.
7. Pattern Chain bewerking 7. Pattern Chain bewerking De Pattern Chain Bewerking mode maakt het mogelijk om de volgorde van de patterns in een chain te wijzigen alsook tempo, en scene/mute event gegevens in te voeren. Druk op [EDIT] vanuit de PATT CHAIN Play mode om naar de Pattern Chain Bewerking Wijziging (Edit Change) pagina te gaan. OPM. • Zet, voordat u de Pattern Chain Bewerking mode binnen gaat, Memory Protection (Geheugen bescherming) UIT (OFF): Ga naar de UTILITY mode Systeem pagina (blz.
7. Pattern Chain bewerking • Complexe maatsoorten kunnen gecreëerd worden door de meter met geschikte maten te wijzigen. Het is ook mogelijk om op elke tel secties te verwisselen (of 8e noot of 16e noot) om speciale effecten te creëren. 6. Verplaats, als u per ongeluk verkeerde gegevens heeft ingevoerd, de cursor naar die locatie en druk dan op [F3] (CLEAR) (WISSEN) om het event te wissen. OPM. Zorg ervoor dat u “END” invoert aan het eind van de chain.
7. Pattern Chain bewerking 1 Event [Instellingen] 1/16 ~ 16/16, 1/8 ~ 16/8, 1/4 ~ 8/4 Stelt de meter in voor elke maat, waardoor desgewenst complexe maatsoorten gecreëerd kunnen worden. A Style Number B Section [Instellingen] Style Number Section OFF, 01 ~ 64, END A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P Specificeert de stijl en sectie die gespeeld moeten worden met de maat die, hierboven, gespecificeerd is bij “9. Measure (Maat)”.
7.
Hoofdstuk 4. De Song Mode Over de Song Mode........................................ 180 1. Song afspelen............................................ 182 2. Song opname ............................................ 184 3. Groove aan een Pattern toevoegen......... 191 4. Speeleffecten............................................. 192 5. MIDI Delay (vertraging) ............................. 193 6. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) .............................. 194 7.
Over de Song Mode Over de Song Mode Deze mode wordt gebruikt om songs af te spelen en te creëren. Druk op de [SONG] knop om de SONG Play mode binnen te gaan, en de Song Play pagina zal op het LCD verschijnen. Song afspelen OPM. Zie, voor meer informatie “Hoofdstuk 1: Basis”, blz. 60. Sub Modes van de Song Mode De SONG MODE bestaat uit de volgende 14 sub modes. over songs, ● MIDI Delay (vertraging)...(blz. 193) Voegt een speciaal op MIDI-gebaseerd delay effect toe aan individuele tracks.
Over de Song Mode ● Effect...(blz. 198) ● Job...(blz. 212) Stelt de effecten voor de REVERB, DELAY/CHORUS en VARIATION effect niveaus in. Verkrijgt toegang tot de song bewerking jobs. ● Song bewerking...(blz. 225) ● Setup...(blz. 200) Geeft toegang tot de arpeggiator, knop toewijzing, en kanaal instellingen. Maakt bewerking of invoering mogelijk van nieuwe gegevens in opgenomen songs. 4 ● Master...(blz. 202) De Song Mode Geeft toegang tot de master EQ en master effect instellingen. ● Opslaan...
1. Song afspelen 1. Song afspelen Selecteer en speel songs af. Dit display verschijnt altijd eerst als de [SONG] knop ingedrukt wordt om de PATTERN mode binnen te gaan. Song afspelen Procedure 2 Songnaam [Instellingen] Songnummer 01 ~ 20 Songnaam alleen tonen 1. Selecteer het af te spelen SONG nummer. 2. Als de [PLAY] knop ingedrukt wordt dan zal de PLAY indicator knipperen en het afspelen van de song zal beginnen. 3. Druk op [STOP] om het afspelen te stoppen. OPM.
1. Song afspelen 7 BPM (Tempo) ..................[Knop 4], [F4] → [Knop 4], [SHIFT]+[F4]→ Numeriek toetsenbord [Instellingen] 001,0 ~ 300,0 (BPM) Stelt het afspeel tempo van de song in. Gebruik [Knop 4] om de BPM in stappen van 1 aan te passen, of druk op [F4] om de cursor naar de rechterkant van de decimale punt te verplaatsen en gebruik [Knop 4] om in stappen van 0,1 aan te passen.
2. Song opname 2. Song opname Creëer originele sequences door speeldata naar de song tracks op te nemen. Er zijn drie opname modes beschikbaar: real-time opname, step opname en grid-step opname. Punch-in (inklokken) opname is ook beschikbaar. OPM. Zorg ervoor, voordat het opnemen begint, dat de UTILITY mode MEMORY PROTECT functie “UIT” (“OFF”) is (blz. 257). Opname is niet mogelijk als memory protection aan staat. Het Song Opname Display Song Opname heeft de volgende display pagina’s.
2. Song opname Display Parameters REC TYPE = REPLACE of OVERDUB 1 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [F3] [SHIFT]+[F3] [Knop 4] [F4] [SHIFT]+[F4] MULTI ...............Gelijktijdige opname naar alle 16 sequence tracks. Multi-channel (multikanaal) gegevens van een extern MIDI apparaat kunnen in één keer opgenomen worden. MIDI kanalen 1 tot en met 16 worden aan de corresponderende genummerde tracks toegewezen. BPM ..................Maakt opname van BPM (tempo) gegevens mogelijk. SCENE(SCENE/MUTE) .....
2. Song opname SWING OFF als VALUE = OFF 50% ~ 75% als VALUE = 60 66% ~ 83% als VALUE = 80 , 120 , 160 , 240 , 480 , 320 Record quantize (opname quantizering) past de timing van noten die niet exact op de tel vallen on-the-fly aan tijdens de opname. De record quantize parameters kunnen in de Rec Standby mode ingesteld worden als het REPLACE of OVERDUB opname type geselecteerd is.
2. Song opname ] OPM. • De OVERDUB en GRID opname typen kunnen niet geselecteerd worden als de REC TRACK parameter is ingesteld op BPM. • De STEP, OVERDUB en GRID opname typen kunnen niet geselecteerd worden als de REC TRACK parameter is ingesteld op SCENE. 7. Druk op [PLAY] en begin na het aftellen met de opname. • De opname zal automatisch beginnen als het punch-in punt bereikt is, en de opname zal gestopt worden als het punch-out punt bereikt is.
2. Song opname 10. Als u op de [PLAY] knop drukt dan zal de [PLAY] indicator knipperen en u zult horen hoe uw step-opgenomen song vorm krijgt. Druk op [STOP] om het afspelen te stoppen en het invoeren van noten in de step mode te hervatten. 11. Stop de opname en keer naar de SONG Play mode terug door op de [STOP] knop te drukken. ● Pitch Bend of Besturingswijzigingsgegevens opnemen 8.
2. Song opname 6 RUST ............................................................................... [F1] Druk op [F1] om een rust in te voeren net zo lang als de gespecificeerde stap tijd. De punt zal zich verder verplaatsen naar de volgende gegevensinvoer positie. Rusten worden niet in het display getoond. OPM. Er zijn geen daadwerkelijke gegevens die rusten aangeven.
2. Song opname A B ALL 1 K ! 1~8 2 M $ D 9~16 3 L # C TR- 4 N % E 5 O & G H I J TAP PAD ASSIGN TR+ 6 P ' F 7 Q ( 8 R ) 9. Gebruik de [ ] en [ volgende maat te gaan. 9 S - 10 T @ 11 U ^ 12 V _ 13 W { 14 X } 15 Y ~ 16 Z ] knoppen om naar de vorige of 10. Als u op de [PLAY] knop drukt zal de [PLAY] indicator knipperen en zult u horen hoe uw grid-opgenomen song vorm krijgt.
3. Groove aan een Pattern toevoegen 3. Groove aan een Pattern toevoegen De GROOVE functie kan gebruikt worden om groove en feel aan songs toe te voegen. Dit wordt bereikt door het variëren van noot timing, gate tijd en aanslaggevoeligheid op een makkelijk-tegebruiken grid. Door gebruik te maken van de GROOVE functie kunt u de feel van uw songs over een wijd bereik variëren. Geef droog-klinkende patterns meer drive en maak uw grooves over het algemeen muzikaler.
4. Speeleffecten 4. Speeleffecten Speeleffecten kunnen gebruikt worden om tijdelijk parameters zoals gate tijd en aanslaggevoeligheid aan te passen, of effecten toe te voegen zoals harmonie om de rijkdom en diepte van het geluid gedurende het afspelen van de song te vergroten. Speeleffecten worden ingesteld en toegepast via deze sub mode. Er worden drie display pagina’s aangeboden: Harmonize (Harmoniseren), Note (Noot) en Timing.
5. MIDI Delay 5. MIDI Delay Deze sub mode kan gebruikt worden om een speciaal MIDI delay (vertragings) effect op een song toe te passen. MIDI delay werkt door een kopie van de originele gegevens te creëren die verscheidene keren enigszins na de originele gegevens worden afgespeeld, zodat het geluid van een normaal delay effect gesimuleerd wordt. MIDI delay bevat echter enkele speciale eigenschappen die niet beschikbaar zijn in standaard delay effecten.
6. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) 6. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) Deze sub mode wordt gebruikt om individueel voor elke track, volume niveaus, effect niveaus en andere parameters voor het afspelen van songs bij te stellen. Er zijn 4 pagina’s beschikbaar: Voice Select, Volume/Pan/Out, Equalizer en Effect Send. De equalizer parameters zijn beschikbaar op 2 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen.
6. Niveau en effecten aanpassen voor elke track (Mixer) 1 EQ TYPE ................................................................ [Knop 1] [3] Equalizer Pagina [SONG] → [MIXER] × 3 2 Q (Bandbreedte) ................................................ [Knop 2] 3 FREQUENCY ....................................................... [Knop 3] EQ TYPE = P.EQ 4 GAIN (Uitgang Selectie) ................................. [Knop 4] 5 LOW FREQ. (Lage Frequentie) ................... [Knop 3] 6 LOW GAIN ..................
7. De klank van Voices wijzigen (Voice bewerking) 7. De klank van Voices wijzigen (Voice bewerking) Deze sub mode maakt het mogelijk voices te bewerken voor elke song track. U kunt de helderheid, aanslag en andere parameters wijzigen om zo uw eigen geluid te creëren. Er zijn 5 hoofd display pagina’s: LFO, Portamento, Pitch, EG (Envelope Generator) en Filter. De LFO en EG pagina’s hebben elk 3 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen.
7. De klank van Voices wijzigen (Voice bewerking) 2 FEG DECAY (Filter Envelope Generator Decay [3] Pitch Pagina Generator Decay) ..................................... [Knop 2] [SONG] → [VOICE EDIT] × 3 3 FEG SUSTAIN (Filter Envelope Generator Sustain) ................................................................. [Knop 3] 4 FEG RELEASE (Filter Envelope Generator Release) .................................................................
8. Effecten toevoegen 8. Effecten toevoegen Deze mode wordt gebruikt om effecten voor het afspelen van songs te selecteren en om de effecten instellingen desgewenst te wijzigen. Er zijn 4 pagina’s beschikbaar: Effect Type, Variatie Parameters, Delay/Chorus Parameters en Reverb Parameters.
8. Effecten toevoegen [3] Delay/Chorus Parameter Pagina [4] Reverb Parameter Pagina [SONG] → [EFFECT] × 3 2 3 4 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 5 6 7 [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] [F4] 1 ~ 4 EFFECT PARAMETERS .................................................................[Knop 1] ~ [Knop 4] 5 SEND DELAY TO REVERB (STUUR DELAY 1 [Knop 1] [F1] 2 3 4 [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] 5 6 [Knop 3] [Knop 4] [F4] 4 1 ~ 4 EFFECT PARAMETERS .............................................
9. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) 9. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) Deze sub mode wordt gebruikt om arpeggio’s, de toewijsbare knoppen en andere RS7000 functies in te stellen. Er zijn 4 pagina’s beschikbaar: Arpeggio Setting, A/D Setup, Knob Assign en MIDI Out Channel. De A/D Setup parameters zijn beschikbaar op 3 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen. Druk op de [SETUP] knop vanuit de SONG Play of Patch mode om naar de SETUP mode te gaan.
9. Arpeggio & Toewijsbare knop instellingen (Setup) [3] Knob Assign Pagina [SONG] → [SETUP] × 3 1 [Knop 1] 3 2 [Knop 2] [Knop 4] 1 KNOB SELECT ................................................... [Knop 1] 2 PARAMETER (MIDI OUT) .............................. [Knop 2] 3 TRACK.................................................................... [Knop 4] 4 [4] Out Channel Pagina 1 2 [Knop 3] [Knop 4] De Song Mode [SONG] → [SETUP] × 4 3 1 OUT SELECT ................................................
10. Master EQ en Effecten 10. Master EQ en Effecten De MASTER sub mode biedt toegang tot de 4-band master EQ parameters die het geluid bij de uiteindelijke uitgangstrap aanpassen en de master effect parameters. De Master EQ parameters zijn beschikbaar op 3 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen en de Master Effect parameters zijn beschikbaar op 5 sub pagina’s die toegankelijk zijn via de [F1] en [F4] knoppen.
10. Master EQ en Effecten 1 EFFECT TYPE ........... [MASTER EFFECT Selectieknop] [2] Master Effect Pagina [SONG] → [MASTER] × 2 2 KNOB1 ASSIGN ................................................ [Knop 1] 3 KNOB2 ASSIGN ................................................ [Knop 2] 1 4 KNOB3 ASSIGN ................................................ [Knop 3] 5 KNOB4 ASSIGN ................................................ [Knop 4] 2 3 4 5 [Knop 1] [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] [F4] 6 Effect Parameter 1 .....
11. Opslaan op Geheugenkaart of Disk 11. Opslaan op Geheugenkaart of Disk De SAVE sub mode geeft u de mogelijkheid om gegevens op te slaan op standaard geheugenkaarten — die beschikbaar zijn bij vele elektronica en computer winkels — of disks. Er worden 5 display pagina’s aangeboden: Save, Export, Rename, Delete, en Format. Druk op [SAVE] vanuit de SONG Play mode om naar de SAVE sub mode te gaan. De SAVE sub mode kan echter niet tijdens het afspelen of tijdens de opname van de song geselecteerd worden.
11. Opslaan op Geheugenkaart of Disk 1 FILE TYPE ............................................................. [Knop 1] [1] Save Pagina [Instellingen] SONG, ALL Slaat interne gegevens op op een geheugenkaart of disk. Eigenschappen en details zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz. 114). In deze sectie zullen wij alleen parameters beschrijven die verschillend zijn van de PATTERN mode. Specificeert het type gegevensbestand dat wordt opgeslagen.
11. Opslaan op Geheugenkaart of Disk [2] Export Pagina 1 FILE TYPE ............................................................. [Knop 1] Slaat de geselecteerde sample of song op naar een geheugenkaart of disk in een standaard format — WAV of SMF — dat door een personal computer gebruikt kan worden. Eigenschappen en details zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz. 120). 2 TRACK .................................................................... [Knop 2] 3 NOTE ........................................
11. Opslaan op Geheugenkaart of Disk Display Parameters [5] Format Pagina [SONG] → [SAVE] × 3 Formatteert geheugenkaarten en disks. Eigenschappen en details zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz. 124). Display Parameters [SONG] → [SAVE] × 5 2 1 3 4 5 [F1] [Knop 2] [F2] [F3] [F4] 1 FILE.......................................................................... [Knop 1] 2 SCSI/CARD...................................................................
12. Laden van Geheugenkaart of Disk 12. Laden van Geheugenkaart of Disk Deze sub mode wordt gebruikt om gegevens te laden van een geheugenkaart of disk. Er worden 4 display pagina’s aangeboden: Load, Import, SCSI Setup en SCSI Communication. Druk op [LOAD] vanuit de SONG Play mode om naar het Load display te gaan. OPM. Zie “Hoofdstuk 2: De Pattern Mode”, blz. 116, voor informatie over bestandstypen. Structuur Load Pagina De LOAD sub mode bevat de volgende display pagina’s.
12. Laden van Geheugenkaart of Disk CARD of SCSI = SCSI FILE TYPE = ALL, ALL+SYSTEM Naam Partitie SCSI ID Type Disk Icoon 2 1 3 [F1] [Knop 2] [F4] 4 6 8 [Knop 1] [F1] [F4] FILE TYPE = SMPL Sample Voice Nummer 1 FILE TYPE (BESTANDSTYPE) .................... [Knop 2] [Instellingen] SONG, ALL, ALL+SYSTEM, SMPL Specificeert het type gegevensbestand dat geladen wordt. Zie, voor details over de verscheidene bestandstypen, “Iets over Bestandstypen” op blz. 116. 2 SCSI/CARD.......................
12. Laden van Geheugenkaart of Disk 1 FILE TYPE (BESTANDSTYPE) .................... [Knop 2] OPM. • Als het SMPL bestandstype geselecteerd wordt dan kan de song waarnaar de gegevens zullen worden geladen niet van dit display geselecteerd worden. Keer terug naar de SONG Play mode, om het song nummer te wijzigen, en selecteer de gewenste song, en keer vervolgens naar deze display pagina terug.
12. Laden van Geheugenkaart of Disk 1 MOUNT ID .....................................................[Knop 1], [F1] FILE TYPE = SMF, RM1x SONG 2 MOUNT PARTITION .......................................... [Knop 2] Song Nummer 3 SCSI SELF ID ....................................................... [Knop 4] 4 NEXT/PREV .................................................................. [F3] 4 8 [Knop 1] [F2] [4] SCSI Communication Pagina 4 Bestandsselectie...............................................
13. De Song Jobs 13. De Song Jobs De 30 song “jobs” van de RS7000 kunnen gebruikt worden om song gegevens op een aantal manieren te bewerken en te wijzigen. ● Job Overzicht [Undo/Redo Categorie] 00 Undo/Redo Undo job annuleert de wijzigingen die door de meest recente handeling gemaakt zijn, waardoor blz. 213 de gegevens in hun voorgaande staat teruggezet worden. Redo job annuleert Undo en zet de wijzigingen terug.
13. De Song Jobs [Song Categorie] 26 Copy Song Deze job kopieert alle gegevens uit een geselecteerde bron song naar een geselecteerde doel song. blz. 223 27 Split Song To Pattern Splitst een geselecteerde song in twee gespecificeerde secties van een gespecificeerde stijl. blz. 223 28 Clear Song Deze job wist alle gegevens uit de gespecificeerde song. blz. 224 29 Song Name Gebruik deze job om de naam van een song in te voeren of te wijzigen. blz.
13. De Song Jobs . 01 Quantize Quantizering is het proces van aanpassing van de timing van noot events door deze dichter tot de dichtsbijzijnde exacte tel te verplaatsen. U kunt, bijvoorbeeld, deze eigenschap gebruiken om de timing van een real time opgenomen opvoering te verbeteren. De details zijn dezelfde als de PATTERN mode (blz. 135).
13. De Song Jobs 2 Range (Bereik) [Instellingen] 1 3 2 Measure:Beat:Clock 001:1:000 ~ 999:16:479 ■ De volgende parameters zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz. 137). 3 Set All [Knop 2] 4 Rate (Verhouding) [Knop 3] [F4] 1 Track 5 Offset [Instellingen] 01 ~ 16, ALL 2 Range (Bereik) [Instellingen] 04 Crescendo Creëert een crescendo of decrescendo over de gespecificeerde reeks noten. De details zijn dezelfde als de PATTERN mode (blz. 138).
13. De Song Jobs 3 Time (Tijd) 1 Track [Instellingen] 01 ~ 16, ALL 4 PB Range 2 Range (Bereik) [Instellingen] Measure:Beat:Clock 001:1:000 ~ 999:16:479 07 Create Roll Creëert een serie van herhaalde noten in het gespecificeerd bereik met de gespecificeerde continue wijzigingen in clock step en aanslaggevoeligheid. Deze job is ideaal voor het creëren van snelle drumachtige rolls. De details zijn dezelfde als de PATTERN mode (blz. 139). ■ De volgende parameters zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz.
13. De Song Jobs 3 Doel Locatie 1 [Instellingen] 2 3 4 Measure:Beat:Clock 001:1:000 ~ 999:16:479 ■ De volgende parameters zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz. 141). 4 Times (Aantal keren) [Knop 2] [Knop 3] [F4] 1 Track 12 Erase Event [Instellingen] 01 ~ 16, BPM, SCENE, ALL 2 Range (Bereik) Deze job wist alle gespecificeerde events uit het gespecificeerd bereik, waardoor er effectief een segment aan stilte geproduceerd wordt. [Instellingen] Measure:Beat:Clock 001:1:000 ~ 999:16:479 OPM.
13. De Song Jobs ■ De volgende parameters zijn dezelfde als in de PATTERN mode (blz. 142). EXC (System exclusive) ................ — ALL (All events) ............................ — Als het een BPM Track betreft: Event Type Range (Bereik) BPM (Tempo) ................................ — Als het een SCENE Track betreft: Event Type Range (Bereik) ScnM (Scene Memory)................... — MutM (Mute Memory) ..................... — TrMt (Track Mute) ..........................
13. De Song Jobs 7 Curve Besturingswijzigingsgegevens worden als volgt berekend: Aangepaste gate tijd = (originele gate tijd × Rate) + Offset. 15 Thin Out Dunt het gespecificeerd type van continue gegevens uit in het gespecificeerd bereik om geheugenruimte te besparen. De details zijn dezelfde als de PATTERN mode (blz. 143). Als het resultaat buiten het toegestane bereik valt, dan zal de waarde op minimum of maximum ingesteld worden. De details zijn dezelfde als de PATTERN mode (blz. 143).
13. De Song Jobs OPM. 17 Beat Stretch Deze job verricht tijds-expansie of compressie over het geselecteerde bereik. Alle noot stap tijden, gate tijden, de posities van alle events, enz., in het gespecificeerd bereik worden uitgebreid of gecomprimeerd. OPM. Alleen MIDI gegevens worden door deze job beïnvloed. Sample voices worden niet uitgebreid of gecomprimeerd.
13. De Song Jobs 3 Doel Song OPM. • Maat en meter gegevens die op de gewiste maten volgen worden dienovereenkomstig achterwaarts verschoven. • Als sample voices in de gewiste maten gebruikt worden, zullen de noot events die de sample voice triggeren gewist worden, zodat de sample voice geen geluid produceert, maar de sample voice zelf wordt niet gewist. [Instellingen] 01 ~ 20 Selecteert de doel song. 4 Doel Track [Instellingen] 01 ~ 16 Selecteert de doel track.
13. De Song Jobs 1 Track, 2 Track 2 Track b [Instellingen] Track 01 ~ 16 [Instellingen] 01 ~ 16 Specificeer de twee tracks waartussen gegevens uitgewisseld worden. Specificeert track “b”. 3 Data Type (Gegevens type) 23 Clear Track [Instellingen] SEQ EVENT Alle events in de track. PLAY FX/GROOVE/MIDI DELAY De PLAY FX van de track. GROOVE, en MIDI DELAY instellingen. MIXER/VOICE EDIT De mixer en voice bewerkings instellingen van de track. Bepaalt het (de) uit te wisselen type(n) gegevens.
13. De Song Jobs 26 Copy Song OPM. Nadat de Normalize Play Effect job uitgevoerd is worden de PLAY FX, GROOVE, en MIDI Delay parameters voor de track geïnitialiseerd. Deze job kopieert alle gegevens uit een geselecteerde bron song naar een geselecteerde doel song.De scene/mute geheugen inhoud en lokale samples die door de song worden gebruikt worden ook gekopieerd. OPM.
13. De Song Jobs 2 3 28 Clear Song 1 Deze job wist alle gegevens uit de geselecteerde song, of uit alle songs. Scene/mute geheugen gegevens worden ook gewist. 1 4 [Knop 2] [Knop 3] [F4] 1 Splits maat [Instellingen] 001 ~ 999 Specificeert de maat waarmee de song gesplitst wordt. 2 Gesplitste Doel Stijl, 3 Sectie [Instellingen] Style (Stijl) 01 ~ 64 Sectie A~P Specificeer de doel stijl en sectie.
14. Song bewerking 14. Song bewerking Behalve het bewerken en wissen van opgenomen gegevens in songs, kunnen met deze sub mode nieuwe events ingevoerd worden. Het kan gebruikt worden om fouten te corrigeren en ook om dynamiek of effecten, zoals vibrato, toe te voegen om de song te verfijnen en te completeren. Druk op [EDIT] vanuit de SONG Play mode om naar de song Edit Change pagina te gaan. Druk tweemaal op [EDIT] vanuit de SONG Play mode om naar de View Filter pagina te gaan.
14. Song bewerking 1 Event Edit Change Pagina 2 Measure, Beat, en Clock Display Parameters 3 Parameter 4 ← → (Cursor ← en →) ..................................... [Knop 2] 3 1 2 4 5 DO! ................................................................................... [F3] 6 VALUE ....................................................................
Hoofdstuk 5. De Sampling Mode Over de Sampling Mode................................. 228 1. Samples opnemen (Sampling) ................. 229 2. De Real Time Loop Remix Functie........... 239 3. Sample bewerking ..................................... 241 4. De Sample Jobs.........................................
Over de Sampling Mode Over de Sampling Mode De SAMPLING mode wordt gebruikt om samples op te nemen en te bewerken. OPM. Samples zijn digitaal opgenomen audio waveform gegevens compleet met “sample parameters” die definiëren hoe de sample afgespeeld wordt. De Sampling Sub Modes De SAMPLING mode bevat de volgende 3 sub modes. ● SAMPLING [STANDBY/START/STOP]...(blz. 229) Gebruikt voor het opnemen van samples. ● Real Time Loop Remix [REAL TIME LOOP REMIX]...(blz.
1. Samples opnemen (Sampling) 1. Samples opnemen (Sampling) De SAMPLING mode wordt gebruikt om samples op te nemen en te bewerken. OPM. Samples zijn digitaal opgenomen audio waveform gegevens compleet met “sample parameters” die definiëren hoe de sample afgespeeld wordt. • Zorg ervoor, voordat het samplen begint, dat de utility mode memory protect functie uit (“OFF”) is (blz. 257).
1. Samples opnemen (Sampling) Er kunnen samples met een maximale lengte van 8 maten gesliced (in plakjes gesneden) worden. Originele Sample Slice E0 F0 F#0 G0 Huidige Maat G0 F#0 [STANDBY/START/STOP] knop om naar de Sampling Setup pagina te gaan. 6. Gebruik [Knop 1] ~ [Knop 4] om desgewenst de sampling TYPE, FREQUENCY (FREQUENTIE), SOURCE (BRON), enz., in te stellen. 7.
1. Samples opnemen (Sampling) 10. Als het SLICE+SEQ sampling type geselecteerd is, dan zal de Trim pagina automatisch verschijnen als het samplen gestopt is. Gebruik [Knop 1], tot en met [Knop 4] om de parameters desgewenst in te stellen. Als het sampling type gelijk is aan KIT, KIT+NOTE, of PITCH, dan zal de sampling mode verlaten worden. 11. Druk op [F4] (OK) om de Trim (Bijschaven) en Normalize (Normaliseren) functies uit te voeren, en verder te gaan naar de Slice pagina. 12.
1. Samples opnemen (Sampling) SAMPLE TYPE = KIT, KIT+NOTE OPM. • De DIGITAL en OPTICAL instellingen kunnen alleen effectief zijn als het optionele AIEB2 I/ O Uitbreidings Board geïnstalleerd is. • Resampling maakt het mogelijk om samples opnieuw op te nemen na toepassing van filteren, effecten, en andere handelingen.
1. Samples opnemen (Sampling) 2 TRIGGER LEVEL, PUNCH-IN/OUT .......... [Knop 4] [Instellingen] TRIGGER LEVEL 0 ~ 127 PUNCH-IN/OUT PATTERN MODE .....PUNCH-IN 001 ~ 255, PUNCH-OUT 002 ~ 256, END SONG MODE ............PUNCH-IN 001 ~ 998, PUNCH-OUT 002 ~ 999 Stelt het trigger niveau in als de LEVEL trigger mode geselecteerd is, of de punch-in en punch-out maten als de MEASURE trigger mode geselecteerd is. Het trigger niveau is het signaal niveau waarbij het samplen zal beginnen.
1. Samples opnemen (Sampling) Trim Pagina OPM. Als de TRIGGER MODE is ingesteld op MANUAL (HANDMATIG) dan zal het samplen beginnen zodra de [STANDBY/START/STOP] knop ingedrukt wordt. [STANDBY/START/STOP] → [F4] of [STANDBY/START/STOP] → [STANDBY/START/STOP] De trim functie maakt het mogelijk om de begin en eindpunten van een maat binnen een sample te specificeren om geschikte slicing (in plakjes snijden) mogelijk te maken.
1. Samples opnemen (Sampling) 2 START Point ....................................................... [Knop 2] Slice Pagina [Instellingen] 0 ~ End Point Specificeert het punt in de sample dat het begin van de maat moet zijn. Als de Trim functie wordt uitgevoerd dan blijft alleen het deel van de sample tussen de START en END punten over. Alle andere gegevens zullen gewist worden.
1. Samples opnemen (Sampling) 2 METER........................................................ [F1] → [Knop 1] [Instellingen] 1/16 ~ 16/16, 1/8 ~ 16/8, 1/4 ~ 8/4 Specificeert de meter (maatsoort) van de sample. OPM. De maximale slice resolutie voor stereo samples is 64 slices, en voor mono samples 128 slices. OPM. • De hier gespecificeerde maatsoort definieert het basis aantal slices per maat voor sample slicing.
1. Samples opnemen (Sampling) OPM. • Het resultaat van een slice handeling kan gecontroleerd worden door de [TAP] knop te gebruiken om de BPM te wijzigen en dan [F2] (AUDITION) ingedrukt te houden om herhaald afspelen van de sequence te beluisteren. Pas, als u de ruwheid of de fijnheid van de slices moet wijzigen, de gevoeligheid van de SUB DIVID envelope aan en druk op [F4] (DO!) om de sample te re-slicen. • Probeer, als de sliced sample niet netjes aansluit, een langere AEG release tijd in te stellen.
1. Samples opnemen (Sampling) Voor mono samples geldt N = 5,5 en voor stereo samples geldt N = 8. Het is ook zo dat het aantal slices wordt verdubbeld voor stereo samples. Als, bijvoorbeeld, het geheugen is uitgebreid tot het maximum van 64 megabytes, en als het gehele geheugen leeg is en een 44,1 kHz. sample wordt in 32 slices gesneden, dan zal de langst mogelijke sample tijd ongeveer worden: BEAT1~3, PHRASE1~4: ongeveer. 138 seconden (mono), 47 seconden (stereo). QUICK: ongeveer.
2. De Real Time Loop Remix Functie 2. De Real Time Loop Remix Functie Real Time Loop Remix kan gebruikt worden om de speeldata in een track te herschikken. Aangezien de MIDI gegevens geremixt worden en de samples onaangetast zijn, kunnen de gegevens in real time geremixt worden.
2. De Real Time Loop Remix Functie 3 REMIX ............................................................................. [F1] Loop remixing (herhaald remixen) gebaseerd op de gespecificeerde TYPE en VARIATION begint als deze knop ingedrukt wordt. Druk, om het remixen te beëindigen en het normaal afspelen te hervatten, op de [EXIT] knop. 4 CREATE .........................................................................
3. Sample bewerking 3. Sample bewerking Samples kunnen in deze mode bewerkt worden. OPM. • Samples zijn digitaal opgenomen audio waveform gegevens compleet met “sample parameters” die definiëren hoe de sample afgespeeld wordt. • Zorg ervoor, voordat de sample bewerking mode gebruikt wordt, dat de UTILITY mode Memory Protect functie uit (OFF) is (blz. 257).
3. Sample bewerking 1 ZOOM IN/OUT ..................................................... [Knop 1] [Instellingen] IN, OUT Draai tegen de klok in om in te zoomen. Draai met de klok mee om uit te zoomen. Boven een bepaald zoom-in niveau, zullen de waveforms, naast de start en eindpunten, aan de linker en rechter helften van het display getoond worden. 2 ZOOM ..............................................................................
3. Sample bewerking 4 PLAY MODE ......................................................... [Knop 4] Sample Voice = SAMPLE KIT VOICE [Instellingen] FORWARD, REVERSE, LOOP, ATK+LOOP 7 1 [Knop 1] [SHIFT]+[F1] 2 3 4 5 [Knop 2] [Knop 3] [Knop 4] [F4] 1 ORIGINAL KEY ................................................... [Knop 1] [Instellingen] Pitched Voice ORIGINAL KEY ... C-2 (000) ~ G8 (127) Sample Kit Voice ORIGINAL KEY ... C-2 ~ G8 PITCH ................... -24 ~ +24 (alleen tonen) FORWARD........
4. De Sample Jobs 4. De Sample Jobs Er worden 13 jobs meegeleverd voor het verwerken en wijzigen van de door u opgenomen samples. OPM. • De sample jobs worden als een sub-mode van de SAMPLE EDIT mode meegeleverd. Druk driemaal op de [SAMPLE EDIT] knop om toegang te verkrijgen tot het sample job overzicht. • Zorg ervoor, voordat de sample edit (bewerking) mode gebruikt wordt, dat de UTILITY mode Memory Protect functie uit (OFF) is (blz. 257).
4. De Sample Jobs ■ Selecteer een Job 3. Gebruik [Knop 1] (CATEGORY) en [Knop 2] (JOB) om de cursor naar de gewenste job te verplaatsen. 4. Druk op [F4] (SELECT) om naar de geselecteerde job pagina te gaan. ■ Jobs 01 (COPY) ~ 04 (MOVE) uitvoeren 5. Gebruik [Knop 1] (SAMPLE) en [Knop 2] (KEY) om de doel sample te selecteren. Druk op [F2] (AUDITION) om de geselecteerde sample te beluisteren. 01 COPY Kopieert de gespecificeerde sample naar een ander sample nummer.
4. De Sample Jobs 02 DELETE Wist de gespecificeerde sample of sample voice. 1 2 [Knop 1] [Knop 2] 3 4 [F2] [F4] 1 SAMPLE (Sample Nummer) ......................... [Knop 1] 1 2 [Knop 1] [Knop 2] 3 4 [Instellingen] 001 ~ 128, C001 ~ C128 [F2] [F4] Specificeert de sample voice waarop de geëxtraheerde job wordt toegepast. 1 SAMPLE (Sample Nummer) ......................... [Knop 1] [Instellingen] 001 ~ 128, C001 ~ C128 Specificeert de te wissen sample voice. 2 KEY (Toets Nummer) ..............
4. De Sample Jobs 1 SAMPLE (Bron Sample Nummer) ............. [Knop 1] 2 KEY (Toets Nummer) ....................................... [Knop 2] [Instellingen] 001 ~ 128, C001 ~ C128 [Instellingen] C-2 ~ G8 Specificeert de bron sample voice. Specificeert het toets nummer van de te normaliseren sample. 2 KEY (Bron Toets Nummer) ........................... [Knop 2] [Instellingen] C-2 ~ G8 OPM. Deze parameter is niet beschikbaar als de gespecificeerde sample een Pitched (Toonhoogte) Voice is.
4. De Sample Jobs 8 OK..................................................................................... [F3] 5 AUDITION ...................................................................... [F2] Slaat de genormaliseerde sample op naar het gespecificeerde doel toets nummer. Speelt de gespecificeerde sample af. Speelt de sample waarvan de lengte gewijzigd wordt (timestretched) af als het wordt ingedrukt nadat er op [F4] (DO!) gedrukt is om de lengte van de sample te wijzigen (stretch).
4. De Sample Jobs 2 KEY (Toets Nummer) ...................................... [Knop 2] 08 FADE IN/OUT [Instellingen] C-2 ~ G8 Specificeert het toets nummer van de sample waarvan de toonhoogte geconverteerd wordt. Varieert het niveau van de sample waardoor er een fade-in of fade-out geproduceerd wordt. OPM. Deze parameter is niet beschikbaar als de gespecificeerde sample een Pitched (Toonhoogte) Voice is. 3 PITCH ......................................................................
4. De Sample Jobs 4 LENGTH ................................................................. [Knop 4] [Instellingen] 0 ~ END Punt Specificeert de lengte van de fade-in of fade-out in stappen van 100. Als er een fade-in geselecteerd is specificeert deze parameter de lengte van de fade beginnend bij het gespecificeerde START of START(ATCK) punt.
4. De Sample Jobs 6 CREATE TO 5 DO! ................................................................................... [F4] (Doel Toets Nummer) ...................................... [Knop 2] Voert de job uit. [Instellingen] C-2 ~ G8 Specificeert het toets nummer waarnaar de verwerkte sample zal worden opgeslagen. 7 OK..................................................................................... [F3] Slaat de verwerkte sample op naar het gespecificeerde doel toets nummer. 6 CREATE ............
4. De Sample Jobs 2 KEY (Toets Nummer) ...................................... [Knop 2] 8 CREATE TO (Doel Toets Nummer) ...................................... [Knop 2] [Instellingen] C-2 ~ G8 Specificeert het toets nummer van de te remixen sample. [Instellingen] C-2 ~ G8 Specificeert het toets nummer waarnaar de verwerkte sample zal worden opgeslagen. OPM. Deze parameter is niet beschikbaar als de gespecificeerde sample een Pitched (Toonhoogte) Voice is. 9 OK .........................................
4. De Sample Jobs 2 KEY (Toets Nummer) ...................................... [Knop 2] [Instellingen] C-2 ~ G8 Specificeert het toets nummer van de in plakjes te snijden (te slicen) sample. OPM. Deze parameter is niet beschikbaar als de gespecificeerde sample een Pitched (Toonhoogte) Voice is. = A [Knop 2] [F3] 0 CREATE TO ............................................................. [Knop 2] 3 AUDITION......................................................................
4.
Hoofdstuk 6. De Utility Mode Over de Utility Mode...................................... 1. Systeem...................................................... 2. MIDI Setup .................................................. 3. MIDI Filter ...................................................
Over de Utility Mode Over de Utility Mode De UTILITY mode biedt toegang tot totale systeem instellingen en MIDI setup parameters van de RS7000. Druk op de [UTILITY] knop om naar de UTILITY mode te gaan. Over de Utility Mode De UTILITY mode bevat de volgende 3 pagina’s. ● System... (blz. 257) Master tuning (stemming), voetschakelaar instellingen, en andere totale systeem parameters zijn via deze pagina beschikbaar.
1. Systeem 1. Systeem Master tuning (stemming), voetschakelaar instellingen, en andere totale systeem parameters zijn via deze pagina beschikbaar. Er kan toegang verkregen worden tot 3 additionele pagina’s door gebruikmaking van de [F1] en [F4] knoppen, met een totaal van 4 Systeem pagina’s. Display Parameters 4 MEMORY PROTECT................................. [Knop 4] [Instellingen] OFF, ON OFF ...................Het is mogelijk om patterns, songs, en sample voices op te nemen of te bewerken. ON ........
1. Systeem 8 LED DISPLAY...................................................... [Knop 4] [Instellingen] BPM, MEAS A PATTERN BPM HOLD ..................................... [Knop 3] [Instellingen] OFF, ON BPM ..................De numerieke LED toont de BPM (tempo). MEAS................De numerieke LED toont het huidige maatnummer tijdens het afspelen en opnemen. Specificeert de parameters die gewoonlijk getoond worden door de numerieke LED. ON .....................
1. Systeem E AS1&2 OUT LEVEL .......................................... [Knop 3] [Instellingen] +0 dB, +6 dB, +12 dB, +18 dB Stelt het nominale uitgangs niveau in, dat via de toewijsbare uitgangen 1 en 2 (op het optionele AIEB2 I/O expansie board — blz. 21) wordt afgeleverd. Hogere instellingen kunnen resulteren in een vervormd geluid, afhankelijk van de voices en het aantal gelijktijdige gebruikte noten. F WAVE MEMORY OPTIMIZE ..................................
2. MIDI Setup 2. MIDI Setup MIDI synchronisatie, echo back, en andere MIDI-gerelateerde setup parameters. Er kan toegang verkregen worden tot 1 additionele pagina door gebruikmaking van de [F1] en [F4] knoppen, met een totaal van 2 MIDI Setup pagina’s. Display Parameters 2 MIDI CLOCK OUT .............................................. [Knop 2] [Instellingen] OFF, MIDI A, MIDI B, MIDI A+B OFF .............. MIDI clock wordt niet verzonden. MIDI A .......... MIDI clock wordt via MIDI OUT A verzonden.
2. MIDI Setup REC MONITOR..... MIDI gegevens die ontvangen zijn via de MIDI IN aansluiting worden via het MIDI kanaal en de MIDI uitgang, die toegewezen zijn aan de huidige geselecteerde track, opnieuw verzonden. In dit geval zal de huidige geselecteerde track geluid maken ongeacht het originele kanaal. Bepaalt of ontvangen MIDI gegevens opnieuw verzonden zullen worden en via welke uitgang. OPM.
3. MIDI Filter 3. MIDI Filter Specificeert welke MIDI events via de MIDI OUT aansluiting verzonden zullen worden. Deze instellingen zijn op pattern- en song afspelen via MIDI OUT van toepassing. Mixer, voice bewerking en effect instellingen, alsook knop en toetsenbord handelingen, worden via MIDI OUT verzonden, ongeacht deze instellingen.
Hoofdstuk 7. Overige Informatie 1. MIDI Grondbeginselen .............................. 264 2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000 ..................................................
1. MIDI Grondbeginselen 1. MIDI Grondbeginselen 1. MIDI is ... “MIDI” is een afkorting voor “Musical Instrument Digital Interface”, en is een wereldwijde standaard, die ontworpen is om het mogelijk te maken performance, voice, en andere gegevens uit te wisselen tussen muziekinstrumenten. Data communicatie wordt zelfs tussen muziekinstrumenten en apparatuur van verschillende fabrikanten gewaarborgd. MIDI heeft drie hoofd functies: De eerste is het op afstand bedienen van muziekinstrumenten.
1. MIDI Grondbeginselen 4. Parts en Part Parameters De individuele single toongeneratoren die deel uit maken van een multi toongenerator worden vaak “parts” genoemd. Aangezien de toongenerator van de RS7000 tegelijkertijd gegevens over maximaal 16 kanalen kan spelen, heeft het 16 parts. Behalve het specificeren van afzonderlijke MIDI kanalen voor elk part, is het mogelijk om individueel de voice, pan positie, volume, en een reeks aan andere parameters in te stellen.
2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000 2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000 1. Noot ~ 9. Exclusieve events worden in de PHRASE EDIT (blz. 154) en SONG EDIT (blz. 225) modes behandeld. 10. BPM (tempo) wijziging events kunnen gemanipuleerd worden als de BPM track in de SONG EDIT en PATTERN Chain Edit modes bewerkt wordt. 1. Note Noot Naam 3.
2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000 Control Nummer (Besturingsnummer) Data (Gegevens) • Control Change events regelen voice en effect parameters. • Control Change events worden gegenereerd als een regelaar, zoals een modulatie wiel of voet regelaar, op een extern toetsenbord bediend wordt. • Besturingsnummers 1 - 119 (behalve 32) kunnen in real time opgenomen worden met gebruikmaking van de toewijsbare knoppen. • Het besturingsnummer specificeert de regelaar.
2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000 ● Effect Zendniveau 1 (Nagalm Effect) (Besturingsnummer 091) • Specificeert het effect zendniveau van de nagalm. ● Effect Zendniveau 3 (Chorus Effect) (Besturingsnummer 093) • Specificeert het effect zendniveau van het delay/refrein. ● Effect Zendniveau 4 (Variatie Effect]) (Besturingsnummer 094) • Specificeert het effect zendniveau van de variatie.
2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000 5. Channel Aftertouch) (CAT) 7. Registered Parameter Number (RPN) Data (Gegevens) RPN MSB-LSB • Dit event wordt gegenereerd als er gedrukt wordt op een toets nadat de noot gespeeld is. • De gegevens geven de hoeveelheid druk aan die op de toets wordt uitgeoefend. De staafgrafiek aan de rechterkant is een grafische representatie van de waarde. • Wijzigt parameter waarden voor elke toongenerator part.
2. MIDI Events die behandeld worden door de RS7000 8. Non-Registered Parameter Number 9. Exclusive (NRPN) Data (Gegevens) NRPN MSB-LSB Gegevens Invoer MSB-LSB • Wijzigt parameter waarden voor elke toongenerator part. • Er is geen compatibiliteit tussen verschillende fabrikanten. Vele parameters, specifiek voor elke toongenerator, kunnen bestuurd worden om toon wijzigingen te produceren.
Appendix 1. Optionele apparatuur installeren............. 272 2. Specificaties .............................................. 282 3. Problemen oplossen................................. 286 4. Foutmeldingen overzicht.......................... 288 5. Verklarende Woordenlijst......................... 291 6. Index........................................................... 300 7. Voice List (Normal Voice).................... 291MH 8. Drum Voice List.................................... 295MH 9.
1. Optionele apparatuur installeren 1. Optionele apparatuur installeren De RS7000 biedt sleuven, aansluitingen, en installatie ruimte die, door een verscheidenheid aan opties, helpen om de prestatie en functionaliteit, zoals SIMM uitbreidingsgeheugen en I/O uitbreidingsboards, te verbeteren. De onderkap verwijderen Procedure 1. Zorg ervoor dat u het volgende bij de hand heeft voordat u begint met de installatie. • Kruiskopschroevendraaier: Een schroevendraaier met een magnetische punt wordt aanbevolen.
1. Optionele apparatuur installeren De onderkap terugplaatsen BELANGRIJK Zorg ervoor, als u de onderkap terugplaatst, dat er geen kabels tussen de kap en het hoofd apparaat vast komen te zitten. Dit zou verbroken aansluitingen of storingen kunnen veroorzaken. Procedure 1. Houd met beide handen beide kanten van de onderkap vast, en laat de kap recht omlaag zakken boven zijn originele positie. 2. Gebruik de originele schroeven om de onderkap weer vast te maken.
1. Optionele apparatuur installeren SIMMs installeren U kunt het geheugen van de RS7000 vergroten door commercieel beschikbare SIMMs te installeren (enkele, achter elkaar liggende (inline) geheugen modules). Deze sectie legt uit hoe u de installatie moet uitvoeren. Belangrijke informatie over de aankoop van SIMMs voor de RS7000 De RS7000 ondersteunt niet noodzakelijk alle commercieel beschikbare SIMMs. YAMAHA geeft geen garantie dat de door u gekochte SIMMs zullen werken.
1. Optionele apparatuur installeren Procedure 1. Zorg ervoor dat u het volgende bij de hand heeft voordat u met de installatie begint. • SIMMs (één paar: 2 modules) • Kruiskopschroevendraaier: Een schroevendraaier met een magnetische punt wordt aanbevolen. • Werkbank: Voer alstublieft al het werk uit op een stabiele werkbank of tafel. Als u een kleed over het werkoppervlak spreidt helpt dat krassen te voorkomen.
1. Optionele apparatuur installeren 4. Zet de onderkap weer op zijn plaats (blz. 273). 5. Steek de stekker in het stopcontact. • Houd, om te verifiëren of de geïnstalleerde SIMMs correct gedetecteerd worden, [SHIFT] ingedrukt en druk op [UTILITY] om toegang te verkrijgen tot het FREE MEMORY display (blz. 68). Het AIEB2 I/O Uitbreidingsboard installeren Het optionele AIEB2 Input/Output uitbreidingsboard voegt digitale I/O (zowel optisch als coax format) en zes toewijsbare uitgangen toe aan de RS7000.
1. Optionele apparatuur installeren I/O kap (B) 4. Steek de platte kabel achterwaarts in. • Maak de platte kabel los. • Steek de tegengestelde stekker in de aansluiting. De aansluiting bevat een inkeping die ervoor zorgt dat het op de juiste wijze wordt aangesloten. 5. Sluit de platte kabel aan.
1. Optionele apparatuur installeren 7. Sluit de 3-aderige rode/witte kabel aan. • Sluit, van de twee rode/witte kabels die uit het I/O uitbreidingsboard steken, eerst de 3-aderige kabel aan op de aansluiting, zoals getoond in de onderstaande illustratie (CN7: 3-pins). Zorg ervoor dat de richting juist is, en probeer de aansluiting niet te forceren. CN 4 CN 1 CN 2 CN 6 CN 7 8. Sluit de andere rode/witte kabel (4-aderige) op dezelfde manier aan.
1. Optionele apparatuur installeren • Gebruik de kabelklem om de 3-aderige kabel, en de 4-aderige kabel vast te zetten (zie onderstaande illustratie). Kabelklem PAS OP ! Zorg ervoor dat de kabels onder het circuit board gebundeld zijn. Als er kabels tussen de kap en het I/O uitbreidings circuit board geklemd zitten, dan kunnen er verbroken aansluitingen of storingen optreden, als de onderkap weer op zijn plaats gezet wordt. Goed Fout 10. Zet de onderkap weer op zijn plaats (blz. 273). Appendix 11.
1. Optionele apparatuur installeren Externe SCSI apparaten aansluiten Deze sectie legt uit hoe externe apparaten, zoals externe harddisks, MO drives, of CD-ROM drives aangesloten moeten worden. Over SCSI SCSI (spreek uit als “scuzzy”) staat voor Small Computer System Interface, en is een standaard interface voor gegevens verzending die door personal computers en andere apparaten gebruikt wordt.
1. Optionele apparatuur installeren Procedure 1. Gebruik SCSI kabels om de externe SCSI apparaten in een keten aan te sluiten (daisy-chain). • Er zijn verscheidene typen SCSI aansluitingen. Gebruik SCSI kabels die geschikt zijn voor uw apparaten. 2. Sluit het netsnoer van het extern SCSI apparaat aan op een stopcontact. 3. Stel het SCSI ID (0 - 7) van het extern SCSI apparaat in. • Selecteer een SCSI ID die niet conflicteert met de andere SCSI apparaten (inclusief de RS7000).
2. Specificaties 2. Specificaties Sequencer Sectie Maximale Noot Capaciteit Ongeveer 259.
2.
2.
2.
3. Problemen oplossen 3. Problemen oplossen Geen geluid? Verkeerd geluid? Controleer, als er zich een dergelijk probleem voordoet, alstublieft eerst de volgende punten voordat u de conclusie trekt dat het product kapot is. In vele gevallen zult u de oplossing voor uw probleem hier vinden. Neem dan, als het probleem aanhoudt, contact op met uw YAMAHA dealer.
3. Problemen oplossen Geluid wordt afgesneden (Cut Off) • Overschrijdt u de maximale polyfonie van het instrument? Het afspelen begint niet als er op de [PLAY] knop wordt gedrukt • Bevat de geselecteerde pattern, frase, pattern chain of song gegevens? (blz. 77, 161, 184) • Is de MIDI SYNC parameter op INTERNAL ingesteld? (blz. 260) Ritme en noot timing zijn verschillend van de opname • Zijn de groove of speeleffect parameters zodanig ingesteld dat de timing ingesteld kan worden? (blz.
4. Foutmeldingen overzicht 4. Foutmeldingen overzicht ● Uitvoeringsfouten No Data Als een job wordt uitgevoerd, dan bevat de geselecteerde track of bereik geen gegevens. Selecteer een juiste track of bereik. Illegal Input Er is een onacceptabele invoer of waarde gespecificeerd. Controleer de invoermethode of waarde. Illegal Track Number Er is een onacceptabel tracknummer gespecificeerd. Selecteer de track opnieuw. Illegal Phrase Number Er is een onacceptabel frasenummer gespecificeerd.
4. Foutmeldingen overzicht Memory Protected Geheugen bescherming staat aan, en u heeft geprobeerd om gegevens te wijzigen door gebruikmaking van een opname, job, of bewerkings handeling. SIMM Error Een geschikt paar uitbreidings SIMMs is niet juist geïnstalleerd, of het paar past niet (blz. 20). ● MIDI fouten MIDI Buffer Full De MIDI ontvangst buffer is vol en verdere uitvoering kan niet plaatsvinden. Probeer de gegevens opnieuw te ontvangen.
4. Foutmeldingen overzicht ● Andere boodschappen (Geen fouten) Are You Sure? NO[F2]/ YES[F3] Bevestigt dat u een bepaalde handeling wilt uitvoeren. Druk desgewenst op [F2] of [F3]. Can’t Undo. Cancel [F2]/OK [F3] Als sommige jobs uitgevoerd worden, raakt het intern geheugen vol en dan kan undo niet gebruikt worden. Druk op [F3] als het OK is, of [F2] om de handeling te annuleren. Probeer het opnieuw, nadat u ongewenste songs, patterns, of user frases gewist heeft.
12. Verklarende Woordenlijst 12. Verklarende Woordenlijst Aftertouch MIDI boodschappen die worden verstuurd als u extra kracht uitoefent op het toetsenbord nadat u noten heeft afgespeeld. Amplitude Envelope Een curve die de variatie in amplitude van een noot bepaalt vanaf het tijdstip waarop het initieel gespeeld wordt (attack) totdat het compleet weg ebt (release). Arpeggio Staat soms bekend als “gebroken akkoorden”, de noten van een akkoord worden één-voor-één gespeeld in plaats van allemaal tegelijk.
12. Verklarende Woordenlijst C D Cent In muzikale termen is een cent 1/100 van een halve noot. Data Entry Een soort MIDI besturingswijzigingsgegevens (besturingswijzigingsnummer 6) die over het algemeen gebruikt worden om RPN-gespecificeerde parameters in te stellen. Channel (Kanaal) Zie “MIDI Kanaal”, blz. 294. Channel Aftertouch Aftertouch heeft betrekking op de mogelijkheid om enkele aspecten van het geluid te regelen door de druk op het toetsenbord te variëren, nadat u noten heeft afgespeeld.
12. Verklarende Woordenlijst E Echo back De handeling of het proces waarbij gegevens die ontvangen zijn op de MIDI IN aansluiting opnieuw worden verstuurd vanuit de MIDI OUT aansluiting. Edit De handeling waarbij gegevens gewijzigd of bewerkt worden. Effect Een circuit (apparaat) dat het geluid verwerkt waardoor verschillende effecten worden toegevoegd. De RS7000 biedt 3 systeem effect trappen (reverb, delay/chorus en variatie), alsook een keur aan master effecten.
12. Verklarende Woordenlijst I M Initialize De handeling waarbij een parameter naar zijn meest “initiële” basis waarde teruggezet wordt. MIDI Een acroniem voor Musical Instruments Digital Interface, een standaard om gegevens te versturen tussen muziekinstrumenten. De meeste elektronische muziekinstrumenten van tegenwoordig zijn gemaakt volgens de MIDI specificaties en zijn uitgerust met MIDI aansluitingen.
12. Verklarende Woordenlijst Multi-timbral Tone Generator Een toongenerator die tegelijkertijd meer dan één soort geluid kan produceren. Mute Een functie die tijdelijk het gespecificeerde track dempt. geluid van een Optimize Het proces van “de-fragmentatie” van het sample geheugen, zodat het grootst mogelijke aaneengesloten segment aan geheugen beschikbaar is voor sampling. Overdub Een methode van real-time opname waarbij nieuw materiaal wordt opgenomen, zonder voorgaande opgenomen gegevens te wissen.
12. Verklarende Woordenlijst Phrase Een individueel instrumentaal “part” die in een pattern gebruikt kan worden: een drum pattern, bas lijn of akkoord gedeelte. Preset Een item dat meegeleverd is in het intern geheugen. In de RS7000 worden er een substantieel aantal frases meegeleverd als presets. Phrase Sampling De handeling van het samplen van een gehele muzikale of ritmische frase, in tegenstelling tot een éénslag sample, zoals een enkele snaar slag.
12. Verklarende Woordenlijst Reverb Een effect dat de akoestische weergalming simuleert van een kamer of ruimte. Het geluid dat ons oor bereikt bevat gewoonlijk niet alleen het directe geluid, maar ook het geluid dat door de muren of het plafond wordt weerkaatst. Reverb creëert deze indirecte weerkaatsingen kunstmatig. Hoewel sommige weerkaatsingen als afzonderlijke echo’s kunnen worden opgevat, verwijst de term “reverb” gewoonlijk alleen naar de onduidelijke brei aan weerkaatst geluid.
12. Verklarende Woordenlijst SIMM Single In-line Memory Module: Een soort RAM geheugen module die gewoonlijk door personal computers gebruikt wordt — en door de RS7000 voor sample opslag. System Exclusive Message Een type MIDI-message waarmee gegevens uitgewisseld worden naar een specifiek model of type apparaat.
12. Verklarende Woordenlijst Velocity Een numerieke waarde die de snelheid (kracht) aanduidt waarmee een noot werd gespeeld. Voice Een geluid dat in de toongenerator is ingebouwd en dat geselecteerd en afgespeeld kan worden. Voice Bank Voices worden in voice banken georganiseerd die door middel van MIDI bank select MSB en LSB gegevens geselecteerd kunnen worden. W Wah Effect Een effect die de toon cyclisch moduleert.
13. Index 13. Index A A/D INPUT.......................................................................................... 231 A/D Setup ..................................................................................... 108, 200 Aanslag Tijd ......................................................................................... 267 Aanslaggevoelige Pad ............................................................................ 62 AC INLET ...............................................................
13. Index Display ................................................................................................... 13 Divide Drum Track ...................................................................... 150, 223 Drum Voice ............................................................................................ 60 DRY LEVEL ................................................................................. 96, 195 DRY VARI ............................................................................
13. Index Job .......................................................................................................... 67 JUMP ................................................................................................... 182 K KAART .................................................................................................. 19 KEY ON RESET ........................................................................... 98, 196 KEYBOARD .............................................................
13. Index O OCT (Octaaf) ............................................................................... 160, 183 OCT DOWN .................................................................................... 18, 73 OCT RANGE ............................................................................... 108, 200 OCT UP ........................................................................................... 18, 73 Octaaf ....................................................................................
13. Index Release Tijd ......................................................................................... 267 REMIX ................................................................................................. 240 RENAME ............................................................................. 123, 168, 207 Rename ................................................................................ 122, 167, 206 REPEAT TIME .........................................................................
13. Index SYS.EX.INTERVAL TIME ................................................................ 258 Systeem ................................................................................................ 257 Systeem Geheugen ................................................................................. 63 T TAP ........................................................................................................ 18 Tap .................................................................................
NEDERLAND THE NETHERLANDS ● Dit apparaat bevat een lithium batterij voor geheugen back-up. ● This apparatus contains a lithium battery for memory back-up. ● Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur afdankt of de volgende Yamaha Service Afdeling: Yamaha Music Nederland Clarissenhof 5b, 4133 AB VIANEN Tel.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES DEZE LIJST BEVAT INFORMATIE IN VERBAND MET HET GEVAAR VAN PERSOONLIJK LETSEL, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN BRAND. WAARSCHUWING- Bij het gebruik van elk elektrisch of elektronisch product, moeten altijd de algemene voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Deze voorzorgsmaatregelen omvatten, maar zijn niet beperkt tot: 7. 1. 8. 2. 9.
Yamaha Web Sites: Engels: www.yamahasynth.com Nederlands: www.yamaha.nl Yamaha Handleidingen Bibliotheek Engels: http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/ Nederlands: http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/ M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation © 2002 Yamaha Corporation Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (www.terracts.nl) i.o.v.