Naslaggids Inhoudsopgave De handleidingen gebruiken 2 DAW-software of VSTi (software-instrumenten) op afstand bedienen vanaf het instrument ...............................................31 Afstandsbedieningstoewijzingen............................................35 Basisstructuur 3 iOS-toepassingen gebruiken 39 Naslagwerk 40 Structuur van de MX49, MX61 of MX88......................3 Regelblok......................................................................3 Keyboard...........................
De handleidingen gebruiken Bij de synthesizer MX49, MX61 en MX88 worden vier verschillende handleidingen meegeleverd: de Gebruikershandleiding, de Naslaggids (dit document), de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Data List. De Gebruikershandleiding wordt meegeleverd als een gedrukt handboek. Deze Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Data List kunnen als pdf-documenten worden gedownload van de Yamaha Downloads-webpagina.
Basisstructuur Basisstructuur Basisstructuur Regelblok Structuur van de MX49, MX61 of MX88 Toongeneratorblok Het MX49-, MX61- of MX88-systeem bestaat uit vijf algemene functieblokken: Regelblok, toongeneratorblok, effectblok, arpeggioblok en song-/patroonafspeelblok.
Basisstructuur Modulatiewiel Hoewel het modulatiewiel doorgaans wordt gebruikt om vibrato toe te voegen aan het geluid, zijn voor veel vooraf ingestelde voices (pagina 5) ook andere functies en effecten toegewezen aan het wiel. Naarmate u het wiel verder omhoog draait, wordt het toegepaste effect op het geluid sterker. Controleer voordat u begint met spelen of het modulatiewiel is ingesteld op de minimumwaarde, zodat het onbedoeld gebruiken van effecten voor de huidige voice wordt voorkomen.
Basisstructuur Toongeneratorblok Het toongeneratorblok is het blok dat daadwerkelijk geluid produceert op basis van de speelinformatie die wordt gegenereerd door het keyboard te bespelen en de regelaars te gebruiken. Deze sectie bevat uitleg over het AWM2synthesesysteem, voices (die de basisgeluiden van het instrument zijn en performances (die voicecombinaties zijn).
Basisstructuur Voiceonderdelen Elke voice bestaat uit OSC- (Oscillator), FILTER-, AMP- (Amplitude) en LFO-onderdelen. Door de parameters van deze onderdelen te bewerken, kunt u originele geluiden maken. Basisstructuur Regelblok Toongeneratorblok Effectblok LFO Arpeggioblok Song-/patroon afspeelblok Oscillator voor lage frequenties Intern geheugen MIDI-/audiosignaalbaan OSC FILTER AMP Naar effectblok Wave (golfvorm) Verandert de klankkleurkwaliteit van het geluid.
Basisstructuur Voicecategorieën De voices zijn handig verdeeld in specifieke categorieën. De categorieën zijn onderverdeeld op basis van het algemene instrumenttype of de geluidseigenschappen. Hieronder vindt u een lijst van de verschillende categorieën. Elke categorie heeft meerdere voices.
Basisstructuur Geheugenstructuur van de voices Het instrument heeft meerdere voices in presetgeheugen, die niet kunnen worden overschreven (pagina 17). Deze voices worden vooraf ingestelde voices genoemd. Voices die daarentegen zijn gemaakt door de vooraf ingestelde voices te bewerken, worden gebruikersvoices genoemd. Gebruikersvoices worden opgeslagen in het gebruikersgeheugen, dat wel kan worden overschreven (pagina 17).
Basisstructuur Performances Dit instrument heeft 16 onafhankelijke partijen waarmee u meerdere voices tegelijkertijd kunt laten klinken. Een programma waarin meerdere voices (parts) worden gecombineerd, wordt een performance genoemd. Aan elke part wordt één voice toegewezen en één performance is de combinatie van 16 voices.
Basisstructuur Geheugenstructuur van performance Dit instrument heeft 128 performances in het gebruikersgeheugen, die kunnen worden overschreven (pagina 17). Als u een bewerkte performance wilt opslaan, moet u een van de geheugenlocaties 1 t/m 128 overschrijven.
Effectblok Dit blok past effecten toe op de uitgang van het toongeneratorblok, waarbij het geluid wordt verwerkt en verbeterd. De effecten worden toegepast in de laatste bewerkingsfasen, zodat u het geluid naar wens kunt aanpassen.
Basisstructuur Effectaansluitingen en -instellingen Basisstructuur Regelblok Zendniveau Toongeneratorblok Effectblok Performance Arpeggioblok Song-/patroon afspeelblok 1 Parts 1 t/m 16 Intern geheugen 2 Invoegeffecten (maximaal 4 effecten) MIDI-/audiosignaalbaan Part 1 Part 2 Part 3 Part 8 Part 9 Part 16 Voice Invoeg-effect aan Aan Voice Invoegeffect uit Voice Invoegeffect aan Voice Invoegeffect aan Voice Invoegeffect uit Voice Invoegeffect aan Een aangesloten computer gebruiken Aanslu
Basisstructuur Arpeggioblok Met dit blok kunt u automatisch muziek- en ritmefrasen activeren met de huidige voice. Hiervoor slaat u gewoon een of meer noten op het keyboard aan. De arpeggiosequence verandert ook in overeenstemming met de noten of akkoorden die u speelt, zodat u zowel bij het componeren als bij het bespelen een grote verscheidenheid aan inspirerende muzikale frasen en ideeën ter beschikking hebt. Er kunnen twee arpeggiotypen tegelijkertijd worden afgespeeld.
Basisstructuur Informatie over de lijst met arpeggiotypen Basisstructuur 8 Regelblok Toongeneratorblok ARP Category No.
Relatie tussen afgespeelde noten en arpeggiotypen Er zijn drie algemene typen voor het afspelen van arpeggio's, zoals hieronder wordt beschreven.
Basisstructuur Song-/patroonafspeelblok Met dit blok kunt u de interne ritmepatronen of MIDI-/audiogegevens afspelen die zijn opgeslagen in het USBflashgeheugen dat op dit instrument is aangesloten. De MIDI-gegevens van het ritmepatroon en het USBflashgeheugen worden naar het interne toongeneratorblok verzonden, dat de geluiden afspeelt.
Basisstructuur Intern geheugen Dit instrument maakt vele verschillende soorten gegevens, zoals performances en voices. In deze sectie wordt beschreven hoe u de verschillende soorten gegevens van elkaar kunt onderscheiden en hoe u geheugenapparaten en -media gebruikt om ze op te slaan.
Basisstructuur MIDI-/audiosignaalbaan In de volgende afbeelding ziet u de MIDI-/audiosignaalbaan in dit instrument en de baan tussen dit instrument en een extern apparaat.
Een aangesloten computer gebruiken Sluit het instrument aan op uw computer (via USB) en maak uw eigen originele songs met DAW-software op de computer. Basisstructuur Basisstructuur Regelblok Toongeneratorblok OPMERKING De afkorting DAW (Digital Audio Workstation) verwijst naar muzieksoftware voor het opnemen, bewerken en mixen van audio- en MIDI-data. De algemene DAW-toepassingen zijn Cubase, Logic, SONAR en Digital Performer.
5 Installeer de MX49/MX61 Remote Tools (gedownload in stap 1) op de computer. Remote Tools bestaat uit twee onderdelen: de MX49/MX61 Remote Editor en MX49/MX61 Extension, waarmee u het instrument samen met de Cubase-serie kunt gebruiken. Raadpleeg de online installatiehandleiding in het gedownloade bestandspakket voor installatie-instructies. Basisstructuur Basisstructuur Regelblok Toongeneratorblok 6 Installeer de MX-voicelijst (gedownload in stap 1) op de computer.
Basisstructuur Audiokanalen De audiosignalen van het instrument kunnen worden uitgevoerd naar de USB [TO HOST]-aansluiting en de OUTPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen. Gebruik de aansluiting USB [TO HOST] als u het instrument aansluit op een computer. In dit geval zijn er maximaal twee audiokanalen (USB 1 en USB 2) beschikbaar. De audiosignalen van het instrument kunnen worden ingevoerd vanuit de aansluiting USB [TO HOST] en de aansluiting [AUX IN].
Basisstructuur Een song maken met een computer Als u het instrument gebruikt met DAW-software de aangesloten computer, kunt u de volgende functies en toepassingen benutten. Basisstructuur • MIDI-opnames maken van uw performance op het instrument naar DAW-software op de computer. • Audio-opnames maken van uw performance op het instrument naar DAW-software op de computer.
Basisstructuur Het instrument configureren 1 Basisstructuur Gebruik de functie Quick Setup om de aansluiting 'DAW Rec' op te geven. Druk op [UTILITY] [JOB] Selecteer '01:QuickSetup' [ENTER] Stel 'Type' in op 'DAW Rec' [ENTER]. De volgende parameters worden ingesteld zoals is weergegeven. Local Control (lokale besturing) (pagina 65) is uitgeschakeld. Gebruik deze instelling als u uw performance op dit instrument (behalve arpeggiodata) wilt opnemen naar de DAW-software.
4 5 Controleer of ASIO Driver is ingesteld op 'Yamaha Steinberg USB ASIO' of 'Yamaha MX49/MX61' Basisstructuur Klik op het menu 'Devices' 'Device Setup...' 'VST Audio System'. Controleer de instelling van 'ASIO Driver'. Klik vervolgens op [OK] om het venster Device Setup te sluiten. Basisstructuur Stel de MX-voicelijst die op uw computer is geïnstalleerd in voor gebruik op Cubase.
7 Stel in de MIDI track de optie Input/Output Routing in zodat de instrumentgegevens in Cubase worden ingevoerd en MIDI-trackgegevens worden uitgevoerd naar poort 1 van het instrument. Stel Input Routing in op 'All MIDI Inputs' en stel Output Routing in op 'Yamaha MX49/MX61 (Yamaha MX49/MX61–1)'. Alle inkomende MIDI-gegevens worden in Cubase ingevoerd, en MIDI-trackgegevens worden uitgevoerd naar het kanaal dat is bepaald bij de track op MIDI-poort 1 van het instrument.
9 Schakel indien nodig de metronoom in. Klik in het transportpaneel op 'CLICK' (of druk op C) om de metronoom in te schakelen. Basisstructuur Basisstructuur Regelblok Toongeneratorblok Effectblok Arpeggioblok Song-/patroon afspeelblok 10 11 Neem de performance van het instrument op in de geselecteerde MIDI-track. Intern geheugen Klik op (Record) nadat u de tijdpositie hebt ingesteld op nul. Wanneer u het instrument gaat bespelen, start de opname van uw performance.
Uw performance op het instrument als audiogegevens opnemen naar DAW software Basisstructuur Basisstructuur Regelblok In deze sectie leert u hoe u de MIDI-gegevens die u in de vorige sectie hebt gemaakt, naar audiogegevens kunt converteren met de voices van het instrument. Door audiogegevens op te nemen, kunt u audio-cd's maken of de songgegevens van het instrument als een audiobestand gebruiken in andere toepassingen, zoals geluideditors of videoproductiesoftware.
Basisstructuur De arpeggiofrasen van het instrument als MIDI-gegevens opnemen naar DAW software Basisstructuur Regelblok In deze sectie leert u hoe u arpeggiofrasen als MIDI-data opneemt naar Cubase. Als u dit doet, kunt u eenvoudig kanten-klare, uitgewerkte songs maken, zonder daarvoor moeilijke frasen op het keyboard te moeten spelen.
3 Gebruik de functie Quick Setup om de aansluiting 'Arp Rec' op te geven. Druk op [UTILITY] [JOB] Selecteer '01:QuickSetup' [ENTER] Stel 'Type' in op 'Arp Rec' [ENTER]. De volgende parameters worden automatisch ingesteld. Deze instelling wordt gebruikt om uw performance op het instrument, waaronder arpeggiodata, op te nemen naar DAW-software.
5 Stel de MIDI-clock zo in dat deze van Cubase wordt verzonden naar het instrument. Klik op het menu 'Transport' 'Project Synchronization Setup' Selecteer in het gebied 'MIDI Clock Destinations' de optie 'Yamaha MX49/MX61 – 1', 'MIDI Clock Follows Project Position' en 'Always Send Start Message' Klik op [OK]. OPMERKING De instelling 'Send MIDI Clock in Stop Mode' bepaalt of het arpeggio wordt afgespeeld terwijl het wordt opgenomen of dat het afspelen in Cubase wordt gestopt (modus Stop).
DAW-software of VSTi (software-instrumenten) op afstand bedienen vanaf het instrument Basisstructuur Basisstructuur Regelblok Het instrument heeft een zeer handige modus Remote waarmee u de DAW-software en VSTi (software-instrument) op uw computer kunt besturen via de paneelbewerkingen van het instrument. Met deze functie kunt u de DAW-software of VSTi doeltreffend vanaf het instrument regelen en wordt het opnemen en maken van een song nog gemakkelijker.
De DAW-software op de computer instellen Basisstructuur Start de DAW-software op de aangesloten computer. Volg daarna de onderstaande instellingsinstructies. Basisstructuur OPMERKING Als de kabel die het instrument met de computer verbindt, is losgekoppeld of als het instrument per ongeluk is uitgeschakeld, herkent de DAW het instrument niet nogmaals.
Remote control voor de VSTi Basisstructuur In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de VSTi op Cubase instelt om het gebruik van de functie Remote Control te activeren. Basisstructuur 1 Toongeneratorblok 2 3 Gebruik de functie Quick Setup van het instrument om de aansluiting 'DAW Rec' op te geven. Druk op [UTILITY] [JOB] Selecteer '01:QuickSetup' [ENTER] Stel 'Type' in op 'DAW Rec' [ENTER]. Local Control (lokale besturing) (pagina 65) is uitgeschakeld.
7 Druk op [VSTi WINDOW] ([CHROMATIC PERCUSSION]) om het VSTi-venster van de geselecteerde instrumenttrack te openen. Basisstructuur Basisstructuur Regelblok Toongeneratorblok Effectblok Arpeggioblok Song-/patroon afspeelblok Intern geheugen MIDI-/audiosignaalbaan Een aangesloten computer gebruiken 8 Selecteer een programma van de VSTi door op [INC/YES]/[DEC/NO] van het instrument te drukken.
Basisstructuur Afstandsbedieningstoewijzingen In de modus Remote kunt u diverse functies van de DAW-software besturen met regelaars van het instrument. OPMERKING Afhankelijk van uw specifieke softwareversie of uw computeromgeving zijn misschien niet alle onderstaande functies beschikbaar. Basisstructuur Regelblok Toongeneratorblok Effectblok Transportregeling Arpeggioblok De knoppen [PLAY] ([R/K]) en [STOP] ([J]) functioneren als DAW-transportregelaars.
Knop [ADD INST TRACK]([SYN COMP]) – knop [DELETE]([ETHNIC]) Als u Cubase gebruikt zijn de volgende vaste functies toegewezen aan de knoppen [ADD INST TRACK] ([SYN COMP]) – [DELETE]([ETHNIC]). Aan elke knop is de juiste functie van Cubase toegewezen. OPMERKING Zelfs als u andere DAW-software dan Cubase gebruikt, worden de functies automatisch toegewezen aan de knoppen [ADD INST TRACK]([SYN COMP]) – [DELETE]([ETHNIC]). De werkelijke functies in uw DAW-software zijn mogelijk niet dezelfde.
Basisstructuur Functies van de AI KNOB Met de AI KNOB kunt u een gewenste parameter instellen die via de muisaanwijzer is opgegeven of kunt u de huidige tijdpositie in het project verplaatsen. Basisstructuur Regelblok Toongeneratorblok Effectblok Arpeggioblok Song-/patroon afspeelblok 1 Intern geheugen MIDI-/audiosignaalbaan 2 Een aangesloten computer gebruiken 3 1 AI KNOB Hier werkt de draaiknop [DATA] van het instrument zoals de AI KNOB. De AI KNOB is een multifunctionele knop.
Basisstructuur 3 Knop [LOCK] Met de AI KNOB kunt u de parameter die u wilt bewerken vergrendelen door deze knop in te schakelen. Als u de muiscursor naar de gewenste parameter verplaatst en vervolgens de knop [LOCK] inschakelt, wordt met de AI KNOB de parameter 'locked' bediend, ongeacht de positie van de muiscursor. Door de knop [LOCK] uit te schakelen, kunt u de parameter die u wilt bewerken uitschakelen.
Basisstructuur iOS-toepassingen gebruiken Basisstructuur U kunt diverse iOS-toepassingen met dit instrument gebruiken door het instrument met de optionele i-MX1 MIDI-interface aan te sluiten op een iPad-, iPhone- of iPod Touch-apparaat, waardoor u nog meer plezier en muzikale veelzijdigheid hebt. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de i-MX1 voor meer informatie over hoe u dit instrument aansluit op de iPad/iPhone/iPod Touch.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Naslagwerk Performance Play Performance Select Performance Part Select Performance Performance Edit Een performance bestaat gewoonlijk uit meerdere voices die u op diverse manieren samen kunt laten klinken. U kunt bijvoorbeeld een complex opgebouwd geluid op het keyboard afspelen door twee voices (van part 1 en 2) te combineren, of meerdere parts tegelijkertijd afspelen door een externe sequencer of MIDI-data te gebruiken.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Performance Select Hiermee selecteert u een performance uit de verschillende performances die op het instrument beschikbaar zijn.
Performance Song/Pattern File Utility Performance Tweede en volgende pagina's 1 2 Performance Play Part01*******Pan=C dqqqfghjkl;jjjjjjjjj 3 3 Remote 4 (tweede pagina) Performance Select Performance Part Select Performance Edit Common Edit Chorus Eff Reverb Eff 1 Partnummer Master EQ Geeft het geselecteerde partnummer weer. Arp Switch Algemeen 2 Partparameter Hiermee worden de te bewerken parameternaam en de parameterwaarde voor de geselecteerde part aangegeven.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Performance Edit Er zijn twee typen Performance Edit-displays: Common Edit (bewerking gemeenschappelijke parameters), waar u de instellingen voor alle parts bewerkt, en Part Edit, waar u de afzonderlijke parts kunt bewerken. U kunt ook de parameters van de voice die is toegewezen aan de part (Voice Edit) bewerken in Part Edit.
Performance Song/Pattern File Parameter Preset (vooraf ingesteld effect) Utility Performance Omschrijving Hiermee kunt u vooraf geprogrammeerde instellingen oproepen voor elk effecttype. Deze zijn ontworpen voor gebruik in specifieke toepassingen en situaties. U kunt de manier wijzigen waarop het geluid wordt beïnvloed door de vooraf geprogrammeerde instellingen. OPMERKING Raadpleeg het PDF-document 'Datalijst' voor een lijst met alle vooraf ingestelde effecten.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Arp Switch (Arpeggio-schakelaar) Performance Play Parameter Omschrijving Switch (algemene Arpeggioschakelaar) Bepaalt of arpeggio voor alle parts is in- of uitgeschakeld. Deze instelling werkt hetzelfde als de knop [ARP] op het paneel. Tempo Bepaalt het tempo van het arpeggio.
Performance Song/Pattern Parameter File Utility Omschrijving Remote Performance Release (releasetijd) Bepaalt hoe snel het geluid wegsterft (decay) tot stilte nadat de toets is losgelaten. Performance Play Instellingen: -64 – +0 – +63 Performance Select Volume Bepaalt het uitgangsniveau van part 1 en 2. Performance Part Select Instellingen: 0 – 127 Performance Edit Pan Assign1 Assign2 Hiermee bepaalt u de stereopanpositie van zowel part 1 als part 2.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Part Edit OPMERKING In de display Part Select kunt u dezelfde parameters bewerken als in de display Part Edit (part bewerken).
Performance Song/Pattern Parameter Mono/Poly File Utility Omschrijving Selecteert monofoon of polyfoon afspelen voor elke part. Monofoon wordt alleen gebruikt voor het afspelen van losse noten, terwijl polyfoon wordt gebruikt om meerdere noten tegelijkertijd af te spelen. Remote Performance Performance Play Performance Select Instellingen: mono, poly Performance Part Select OPMERKING Deze parameter is niet beschikbaar voor de parts waaraan drumvoices zijn toegewezen.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Arp Select (Arpeggio Select) Performance Play Parameter Switch (Arpeggio-schakelaar) Omschrijving Hiermee bepaalt u of arpeggio voor de geselecteerde parts is in- of uitgeschakeld. Arpeggio kan worden toegepast op maximaal twee parts van de performance.
Performance Song/Pattern Parameter File Utility Omschrijving A.Func1 (toewijsbare functie 1) Bepaalt of MIDI-berichten voor de knoppen ASSIGNABLE FUNCTION 1 en 2 al dan niet worden ontvangen. Performance Performance Play Performance Select A.Func2 (toewijsbare functie 2) ChAT (kanaalaftertouch) Remote Performance Part Select Performance Edit Bepaalt of MIDI-kanaalaftertouchberichten al dan niet worden ontvangen.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Voice LFO Performance Play Deze display wordt alleen weergegeven als een normale voice aan de geselecteerde part is toegewezen. Parameter Wave (LFO-golfvorm) Omschrijving Selecteert de LFO-golfvorm.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Voice Ctrl Set (Voicebesturingsset)/ DrumKit Ctrl Set (drumvoicebesturingsset) Performance Play Performance Select Er kunnen maximaal zes besturingssets aan elke voice worden toegewezen. Selecteer een set uit Sets 1 t/m 6 met de cursorknoppen [u]/[d] en druk op [ENTER]. De display Controller Set (Besturingsset) wordt geopend.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Voice Job Deze display wordt weergegeven als u in de Voice Edit-displays op [JOB] drukt. De Voice Edit-displays zijn: 'Voice (DrumKit) Insert Eff', 'Voice LFO', 'Voice (DrumKit) Ctrl Set' en 'Voice (DrumKit) Name'.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Performance Job Performance Play Bediening Druk op [JOB] in een van de Performance-displays (behalve een Voice Edit-display) Selecteer job Performance Select met cursorknoppen [u][/[d] [ENTER] Werking hangt af van geselecteerde Job-display Performance Part Select Performance Edit Common Edit Initialize Chorus Eff Reverb Eff Master EQ JOB*Initialize Current*Perf*****All Arp Switch Algemeen Gegevenstype dat wordt geïnitialiseerd N
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Copy Performance Play Met deze handeling kunt u instellingen voor Common Edit (bewerking gemeenschappelijke parameters) en Part Edit van een bepaalde performance naar de momenteel bewerkte performance kopiëren. Dit is handig als u tijdens het maken van een performance een aantal parameterinstellingen van een andere performance wilt gebruiken.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Performance Store (performance opslaan) Performance Play Bediening Druk op [STORE] in een van de Performance-displays (behalve een Voice Edit-display) Selecteer de opslagbestemming Druk op [ENTER] Druk op [INC/YES] Performance Select Performance Part Select Performance Edit Met deze handeling slaat u de geselecteerde performance op. De bewerkte voice wordt echter niet met de performance opgeslagen.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Performance Als het 3e lampje is ingeschakeld: Instellingen Pagina in naslagwerk Performance Play Knop Parameter A VOLUME ('Volume' in Common Edit, bewerking gemeenschappelijke parameters) 0 – 127 pagina 46 B PAN ('Pan' in Common Edit, bewerking gemeenschappelijke parameters) L63 – C – R63 pagina 46 C ASSIGN1 ('Assign 1' in Common Edit, bewerking gemeenschappelijke parameters) -64 – +63 pagina 46 Chorus Eff D ASSIGN2 ('Assign 2' in Common
Performance Song/Pattern File Utility Remote Instelling voor song/patroon Instellingen voor song/patroon Song In deze sectie worden de parameters voor song- en ritmepatronen beschreven. U kunt de song of het patroon dat in deze display is opgeroepen afspelen door op de knop [R/K] (Play/Pause) te drukken en het afspelen stoppen door op de knop [J] (Stop) te drukken.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Instelling voor song/patroon Patroon Vanuit deze display kunnen de diverse interne ritmepatronen van het instrument worden afgespeeld. Song Patroon Bediening Druk op [PATTERN] Bewerk parameters in display Pattern PATTERN*****01:01/04 aElct:132:Ambient 1 2 1 Locatie en lengte voor patroon afspelen 2 Gemeenschappelijke parameters Op elke pagina wordt één parameter aangegeven die kan worden bewerkt.
Performance Song/Pattern File Utility File De display File biedt tools voor het overbrengen van gegevens (zoals voice- en performancelgegevens) tussen het instrument en een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op de aansluiting USB [TO DEVICE]. Druk op [EXIT] (afsluiten) als u vanuit een File-display naar de display Performance wilt terugkeren.
Performance Song/Pattern File Utility Remote File Display File Display File Bediening Druk op [FILE] Selecteer gewenste display om met cursorknoppen [u]/[d] te bewerken Druk op [ENTER] Bewerk parameters in geselecteerde display Save Load Rename Delete Save Format Alle gegevens in dit interne gebruikersgeheugen (flash-ROM) van de synthesizer worden als één bestand behandeld (bestand 'All': extensie '.X5A') en kunnen in deze display in het USB-flashgeheugen worden opgeslagen.
Performance Song/Pattern Parameter Performance File Utility Remote File Omschrijving Een opgegeven performance in een 'All'-bestand dat in het USB-flashgeheugen is opgeslagen kan apart worden geselecteerd en in het instrument worden geladen. Als u dit bestand selecteert en op de knop [ENTER] drukt, worden de display 'Src Performance' (om de te laden performance te selecteren) en de display 'Dst Performance' (om de bestemming van de performance te selecteren) geopend.
Performance Song/Pattern File Utility Remote File Delete Hiermee verwijdert u een bepaald bestand dat in de rootdirectory van het USB-flashgeheugen is opgeslagen. Nadat u het gewenste bestand hebt geselecteerd, drukt u op [ENTER] om de verwijderhandeling uit te voeren. Display File Save Load Rename Format Delete Hiermee formatteert u het USB-flashgeheugen dat op het instrument is aangesloten.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Utility Utility Algemeen In de display Utility kunt u parameters instellen die van toepassing zijn op het gehele systeem van het instrument. Druk op [EXIT] (afsluiten) als u na het opgeven van instellingen naar de display Performance wilt terugkeren.
Performance Song/Pattern Parameter KnobFuncDispSw (schakelaar voor functiedisplay Knob) File Utility Omschrijving Bepaalt of de functiedisplay Knob (waarin de functies van de knoppen [A] t/m [D] en hun instellingen worden weergegeven) wordt opgeroepen door op de knop [KNOB FUNCTION] te drukken. Instellingen: Instellingen: off, on Remote Utility Algemeen MIDI Regelaars Remote *Cut**Rez**Cho**Rev + (+34)*:00***40***12 De functiedisplay Knob wordt weergegeven als op [KNOB FUNCTION] wordt gedrukt.
Performance Song/Pattern Parameter CtrlReset (Controller Reset, reset van besturingen) File Utility Utility Omschrijving Bepaalt de status van de regelaars (modulatiewiel, voetregelaar, knoppen enzovoort) als u schakelt tussen voices. Als deze parameter op 'hold' is ingesteld, behouden de regelaars de huidige instelling. Als deze parameter op 'reset' is ingesteld, wordt de standaardtoestand van de regelaars hersteld (zie onder).
Performance Song/Pattern File Utility Remote Utility Controllers Hiermee worden regelaartoewijzingsinstellingen bepaald die van toepassing zijn op het hele systeem van het instrument. U kunt MIDI-besturingswijzigingsnummers toewijzen aan de knoppen op het voorpaneel en aan de externe regelaars. U kunt bijvoorbeeld de knoppen ASSIGN 1 en 2 gebruiken voor het regelen van de effectdiepte van twee verschillende effecten, terwijl u met de voetregelaar modulatie kunt regelen.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Utility Remote In deze display worden de Remote-instellingen opgegeven. Als u in de modus Remote op [UTILITY] drukt, wordt alleen deze display opgeroepen. Algemeen MIDI Regelaars Parameter Omschrijving DAW Select Remote Hier wordt de DAW-software ingesteld die door het instrument moet worden bestuurd. U kunt de Remoteinstellingen automatisch oproepen door een DAW-type te selecteren.
Performance Song/Pattern File Utility Remote Utility Factory Set Als u in deze display op [ENTER] drukt, kunt u het gebruikersgeheugen van deze synthesizer (pagina 17) terugzetten op de standaardfabrieksinstellingen (Factory Set). Bij het uitvoeren van FactorySet wordt de instelling 'PowerOn Auto' automatisch in deze display opgeslagen.
Performance Song/Pattern File Utility De modus Remote De modus Remote In de modus Remote kunt u DAW-software of VSTi (software-instrumenten) op afstand bedienen. Cubase, Logic Pro, SONAR en Digital Performer zijn DAW-software die compatibel is met het instrument. Bovendien beschikt het instrument over 50 besturingssjablonen waarmee u veel populaire VSTi's op afstand kunt bedienen.
Performance Song/Pattern File Utility De functies van de knoppen [A] t/m [D] verwisselen Elke besturingssjabloon heeft drie sets met functies die zijn toegewezen aan knoppen [A] t/m [D]. Druk op [KNOB FUNCTION] om naar een andere functieset te schakelen. Naar een andere besturingssjabloon schakelen Gebruik de knop [KEYBOARD] of [PIANO] (vleugel) als u naar een andere besturingssjabloon van het instrument wilt schakelen. Door op [KEYBOARD]/[PIANO] te drukken, verhoogt of verlaagt u het sjabloonnummer.