Gebruikershandleiding NL
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
VOORZICHTIG LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging. WAARSCHUWING Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen.
Zorgvuldig behandelen • Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van het paneel of het toetsenbord en laat geen voorwerpen vallen in deze openingen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken. • Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
Bericht van het MOXF6/MOXF8 ontwikkelingsteam Dank u voor de aanschaf van de Yamaha MOXF6/MOXF8 Music Production Synthesizer. Wij van het ontwikkelingsteam hebben dit instrument zo ontworpen dat muzikanten van elk genre en niveau gemakkelijk kunnen genieten van een uitstekende geluidskwaliteit en van geavanceerde functies tijdens het maken en spelen van muziek.
Accessoires • Netstroomadapter* • USB-kabel • Gebruikershandleiding (dit boek) • Online handleiding op cd-rom x 1 (Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer en Datalijst) • CUBASE AI DOWNLOAD INFORMATION *Alleen in bepaalde landen bijgeleverd. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-leverancier.
MOXF6/MOXF8 Belangrijkste eigenschappen MOTIF XF Sound Engine Dit instrument bevat een breed scala aan dynamische en authentieke MOTIF XF-golfvormen (zoals het realistische geluid van een akoestische piano, elektrische piano, synthesizer, strijkers, blaasinstrumenten, drums). Het instrument beschikt ook over XA (Expanded Articulation), een geavanceerde functie waarmee u over meer flexibiliteit en groter akoestisch realisme beschikt bij uw spel.
Inhoudsopgave Bericht van het MOXF6/MOXF8 ontwikkelingsteam................................................................... 6 Accessoires............................................................................. 7 De documentatie bij de MOXF6/MOXF8 gebruiken................ 7 MOXF6/MOXF8 Belangrijkste eigenschappen ....................... 8 Bediening en functies 10 Bedieningspaneel ................................................................. 10 Achterpaneel.....................................
Bediening en functies Bedieningspaneel MOXF8 6 78 ) @ ^ B 5 2 3 & *( 4 9! A-1 B-1 C0 D0 E0 # $ F0 G0 A0 B0 C1 % A C2 C D C3 1 MOXF6 6 78 ) @ ^ B 5 & *( 4 9! 2 E1 1 MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding $ % A C 3 C1 D1 10 # F1 G1 A1 B1 C2 C3 D
Bediening en functies E F G N H Q ST M C4 C5 F G E P R I J K L O N H I O C6 P C7 Q ST R J K L C4 M C5 C6 MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding 11
Bediening en functies 1 Toetsenbord 9 Meter [LEVEL] (pagina 39) De MOXF8 beschikt over een toetsenbord met 88 toetsen. De MOXF6 heeft 61 toetsen. Alle toetsenborden zijn voorzien van aanslagreactie (initial touch). Via initial touch wordt door het instrument gedetecteerd hoe hard of zacht uw aanslag is, waarna deze speelsterkte wordt gebruikt om het geluid op diverse manieren te beïnvloeden, afhankelijk van de geselecteerde voice.
Bediening en functies ^ Knoppen EFFECT B Het instrument biedt een groot aantal effecten: Insertioneffecten (acht sets), System-effecten (Reverb en Chorus) en Master-effecten. Deze effecten kunnen worden toegepast op de voices die u via het keyboard bespeelt en op songs of patronen die u afspeelt. Als het lampje van de knop [INSERTION], [SYSTEM] of [MASTER] brandt, is het bijbehorende effect beschikbaar.
Bediening en functies G Draaiknop [DATA] Knop [LAYER] Hiermee bewerkt u de momenteel geselecteerde parameter. Als u de waarde wilt verhogen, draait u de draaiknop rechtsom (met de klok mee). Als u de waarde wilt verlagen, draait u de draaiknop linksom (tegen de klok in). Als een parameter met een groot waardebereik is geselecteerd, kunt u de waarde in grotere stappen wijzigen door de draaiknop snel te draaien. Deze knop is bedoeld voor het bewerken van een laagperformance op basis van de huidige voice.
Bediening en functies Als u in de modus Master aan deze knop draait, kunt u gebruikmaken van de Nummerknoppen om de interne/ externe schakelaar voor elke Zone in/uit te schakelen. Raadpleeg het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over deze functie. T Knop [TRACK] Als deze knop is ingeschakeld, kunnen in de modus Song/Pattern met de nummerknoppen [1] – [16] de overeenkomstige song- of patroontracks worden geselecteerd.
Bediening en functies Achterpaneel 3 1 4 5 7 8 9 2 1 P Standby/On-schakelaar (pagina 17) Druk op de schakelaar om het instrument aan (O) of in stand-by (N) te zetten. 2 DC IN-aansluiting (pagina 17) Op deze aansluiting sluit u de bijgeleverde netadapter aan. 3 USB-aansluitingen Er bestaan twee verschillende typen USB-aansluitingen. Beide typen zijn aanwezig op het achterpaneel van het instrument.
Opstellen Spanningsvoorziening Maak de aansluitingen voor de bijgeleverde netadapter (pagina 73) in de volgende volgorde. Zorg ervoor dat, voordat u de netadapter aansluit, de stroomschakelaar van het instrument in de positie Standby is geplaatst. 1 Sluit de netstekker van de netadapter aan op de DC IN-aansluiting op het achterpaneel. 2 Sluit het andere eind van de netadapter aan op een stopcontact.
Opstellen Automatische uitschakelfunctie Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een automatische uitschakelfunctie waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. Instelling van de automatische uitschakelfunctie U kunt instellen hoeveel tijd er moet verstrijken voordat het instrument wordt uitgezet. Instructies: [UTILITY] [F1] GENERAL [SF6] OTHER Stel 'AutoOff' in [STORE] Instellingswaarde (min.
Opstellen Beginnen Demosongs afspelen U kunt nu enkele van de natuurlijke en dynamische geluiden van de MOXF6/MOXF8 met het keyboard uitproberen. Als u het apparaat inschakelt, wordt de onderstaande display weergegeven. De MOXF6/MOXF8 beschikt over een aantal demosongs die een goede indruk geven van het dynamische geluid en de geavanceerde functies. Hieronder wordt beschreven hoe u deze kunt afspelen. Programmanaam Masterprogrammanummer 1 Druk op de knop [SONG] om de modus Song Play te activeren.
Opstellen De initiële fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen herstellen U kunt als volgt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen van deze synthesizer herstellen. LET OP Als de fabrieksinstellingen worden teruggezet, worden alle door u gemaakte instellingen voor Voice, Performance, Song en Pattern en systeeminstellingen in de modus Utility gewist. Zorg ervoor dat u geen belangrijke data overschrijft.
Basisbediening De cursor verplaatsen Gebruik deze vier knoppen om door de display te bladeren, waarbij u de cursor beweegt door de verschillende beschikbare items en parameters in het scherm. Als een item is geselecteerd, wordt dit gemarkeerd (de cursor wordt weergegeven als een donker blok met tekens in tegenovergestelde kleur). U kunt de waarde van het item (de parameter) waarop de cursor zich bevindt, wijzigen met de draaiknop [DATA] en de knoppen [INC] en [DEC].
Basisbediening Benoemen (tekens invoeren) Een noottype selecteren U kunt de data die u hebt gemaakt naar eigen keuze een naam geven, zoals voices, performances, songs, patterns en files die op een USB-flashgeheugenapparaat zijn opgeslagen. Wanneer de cursor zich op een dergelijke benoemingsparameter bevindt, verschijnt het pictogram 'CHAR' in de rechterbenedenhoek van de LCD-display. Als u bij deze status op de knop [SF6] drukt, wordt het venster Input Character geopend zoals hieronder weergegeven.
Beknopte handleiding Modi Dit instrument beschikt over een aantal bedieningsmodi die kunnen worden geselecteerd met de tien modusknoppen, 1 – ). Voor elk van deze modi zijn er zijn ook drie 'algemene' modi (Edit, Job en Store) die kunnen worden geselecteerd met de knoppen ! – #. Nr. Knop Modus ) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 ! @ # Beschrijving 1 [VOICE] Modus Voice Deze synthesizer beschikt over een groot aantal kwalitatief hoogwaardige en dynamische geluiden, die ook wel voices worden genoemd.
Beknopte handleiding Basisinstructies Voices – de belangrijkste bouwstenen van de MOXF6/MOXF8 Een presetvoice selecteren...............................................................................................pagina 25 Een voice bewerken..........................................................................................................pagina 28 Voices combineren om een performance te maken Een nieuwe performance maken in de modus Voice met uw favoriete voices (Performance Creator) ............
Beknopte handleiding Het keyboard bespelen in de modus Voice In de display Voice Play (de bovenste display van de modus Voice) kunt u één voice selecteren en afspelen. De voices van dit instrument zijn in de volgende twee typen onderverdeeld: In de modus Voice zijn er maximaal 16 banken (presetbank 1 – 9, gebruikersbank 1 – 3, GM-bank, presetdrumbank, gebruikersdrum, GM-drumbank) beschikbaar. De banken bevatten de voices die zijn toegewezen op basis van het type voice.
Beknopte handleiding De functie Category Search gebruiken De meest gebruikte voices groeperen—Favorite Category De voices zijn handig onderverdeeld in bepaalde categorieën, ongeacht in welke bank ze zijn opgeslagen. De categorieën zijn onderverdeeld op basis van het algemene instrumenttype of de geluidseigenschappen. Met de functie Category Search hebt u snelle toegang tot de gewenste geluiden.
Beknopte handleiding Een voice uit de Favorite Category selecteren 1 Druk op de knop [FAVORITE] in de display Voice Play. De lijst met voices die zijn geregistreerd in de Favorite Category wordt weergegeven. 2 Selecteer de voice met de cursorknoppen [u]/[d] of met de draaiknop [DATA]. 3 Druk op de knop [ENTER] om de voice daadwerkelijk op te roepen. Het arpeggiotype wijzigen Arpeggiotypen worden toegewezen aan elke van de knoppen [SF1] – [SF6].
Beknopte handleiding OPMERKING Deze parameter is hetzelfde als 'Octave' en 'Transpose' Functie van de knop die u momenteel bedient Huidige waarde in de display GENERAL van de modus Utility. Als u hier een waarde instelt, wordt ook de waarde van die parameter automatisch gewijzigd. De klankkwaliteit van de voice wijzigen Met de knoppen 1 – 8 kunt u een aantal parameters aanpassen voor de huidige voice, zoals effectdiepte, attack/ release-eigenschappen, timbre en overige parameters.
Beknopte handleiding OPMERKING Druk op de knop [EXIT] en druk vervolgens op de Basisprocedure voor Voice Edit 1 2 knop [ENTER] om de bewerking Store te annuleren. LET OP Druk op de knop [EDIT] in de modus Voice. Bewerk de huidige voice. I Als een normale voice is geselecteerd: Druk op de knop [COMMON] om de Common-parameters te bewerken. Druk op de overeenkomstige nummerknop [1] – [8] om de Element-parameters te bewerken.
Beknopte handleiding 3 4 Volg dezelfde instructies uit stap 2 om de effectcategorie en het effecttype van Insertioneffect B te selecteren. Selecteer de effectaansluiting van Insertioneffecten A en B. Verplaats de cursor naar de positie zoals hieronder is aangegeven en gebruik vervolgens de knoppen [INC]/[DEC] of de draaiknop [DATA].
Beknopte handleiding De toewijzing van het arpeggiotype wijzigen U kunt de arpeggiotypen wijzigen die zijn toegewezen aan de knoppen [SF1] – [SF6] van de presetvoice. 1 Druk op de knop ARP [EDIT]. De display Arpeggio Edit verschijnt. 2 Druk op de knop die overeenstemt met het arpeggio dat u wilt wijzigen, [SF1] ARP1 – [SF6] ARP6. 3 Druk op de knop [F2] TYPE om de display TYPE op te roepen. 4 Selecteer het arpeggiotype dat u wilt toewijzen.
Beknopte handleiding 4 Selecteer de gewenste voice in de lijst en druk op de knop [ENTER]. 2 Druk op de knop [SPLIT] op het bedieningspaneel. De display Category Search verschijnt. De display Performance Play wordt weergegeven. De voice die u hebt geselecteerd in de modus Voice wordt toegewezen aan Part 1. De voice die u hebt geselecteerd nadat u op de knop [LAYER] hebt gedrukt, wordt toegewezen aan Part 2. Deze twee voices worden simultaan in een laag weergegeven als een 'Performance'.
Beknopte handleiding 7 Selecteer de gewenste voice in de lijst en druk op de knop [ENTER]. 3 Druk op de cursorknop [>]. De voicelijst wordt weergegeven. De display Performance Play wordt weergegeven. De voice die u hebt geselecteerd in de modus Voice wordt toegewezen aan Part 1. De voice die u hebt geselecteerd nadat u op de knop [SPLIT] hebt gedrukt, wordt toegewezen aan Part 2. Deze twee voices worden weergegeven op verschillende gebieden van het onderverdeelde keyboard als een 'Performance'.
Beknopte handleiding Het toetsenbord bespelen in de modus Performance Een programma waarin meerdere voices (partijen) worden gecombineerd in een layer of in andere configuraties wordt een 'performance' genoemd. De gebruikersbanken 1 – 2 van dit instrument bevatten elk 128 performances. U kunt ze afspelen door te drukken op de knop [PERFORM]. Een specifieke partij als solo instellen De functie Solo is het tegenovergestelde van Mute.
Beknopte handleiding Afspelen van arpeggio in- of uitschakelen voor elke partij U kunt het afspelen van arpeggio voor elke partij in de Performance in- of uitschakelen, zoals hieronder beschreven. 2 1 Het timbre van de voice wijzigen Net als in de modus Voice, kunt u het geluid van de performance (die bestaat uit maximaal vier partijen of voices) bewerken via de knoppen in de modus Performance.
Beknopte handleiding TIP U kunt de volgende handeling uitvoeren om de volume- en paninstellingen van partijen 1 – 4 aan te passen: 1 Druk tegelijk op de Functieknop 1 (links van de knoppen 1 – 4) en de Functieknop 2 (links van de knoppen 5 – 8). De zes lampjes lichten op en het pop-upvenster KNOB FUNCTION wordt weergegeven. 2 Draai aan de gewenste knop om de instelling aan te passen. Als u aan een van de knoppen 1 – 4 draait, wijzigt u het volume van partijen 1 – 4, respectievelijk.
Beknopte handleiding 3 8 'MoveToRecMode' = 'on' Stel dit in op 'on' als u wilt overschakelen naar de modus Song (bepaald via de SeqMode) nadat de opname gestopt is. Druk op de knop [REC] om de modus Performance Record op te roepen. [F5] CLICK 9 (klikgeluid aan) Druk op de knop [F5] Click om de metronoom aan te zetten als u de metronoom wilt gebruiken. 5 4 Stel in elke display Performance Record de volgende parameters in. Speel op het toetsenbord in de maat van de metronoom.
Beknopte handleiding Section Selecteer uit A – P de sectie die het patroon moet vormen. Als u meerdere secties maakt, kunt u die binnen één song gebruiken als ritmevariaties. Een microfoon of audioapparatuur aansluiten SectionLength Stel de lengte van de geselecteerde sectie in. Stel een waarde in tussen 1 en 4, afhankelijk van de lengte van de huidige arpeggiotypen. Nadat u de patroonsecties hebt gemaakt, dient u de afspeelvolgorde te programmeren om een patroonketen te maken.
Beknopte handleiding 5 Druk op [UTILITY] [F3] VCE A/D [SF1] OUTPUT en stel vervolgens de parameter 'Mono/Stereo' in. 7 Deze parameter bepaalt de signaalconfiguratie van het audiosignaal dat wordt ingevoerd via de aansluitingen A/D INPUT [L]/[R] of de wijze waarop de het signaal of de signalen worden gerouteerd (stereo of mono). Wanneer u het audioapparaat aansluit zoals weergegeven in stap 2, stelt u deze parameter in op 'stereo' of 'LRMono'.
Beknopte handleiding 2 Druk op de knop [VOICE] en selecteer vervolgens de gewenste voice waarop de Vocoder wordt toegepast. Bij dit instrument werden voices meegeleverd die speciaal zijn ontworpen voor gebruik met de Vocoder. Roep de display Category Search op en selecteer vervolgens de gewenste voice uit de hoofdcategorie 'Vocoder'. Uw eigen songs maken Dit instrument is voorzien van een ingebouwde multitrack sequencer waarmee u uw keyboardspel kunt opnemen als MIDI-data.
Beknopte handleiding Songs afspelen Op pagina 19 hebt u al geleerd hoe u songs kunt afspelen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u tijdens het afspelen handige mute/solo-functies kunt gebruiken. Een drumpartij maken via Step Recording Maak nu eens een Song. Neem eerst met Step Recording een drumfrase van 4 maten op naar Track 1, zoals hieronder wordt aangegeven. Track dempen Hiermee kunt u een of meer specifieke tracks van de song dempen. 1 Druk op de knop [MUTE] zodat het lampje van de knop oplicht.
Beknopte handleiding 5 Druk op de knop [F] (Play) om de modus Step Record te activeren. Het lampje bij [F] gaat branden en de display Step Record wordt weergegeven. 6 Stel 'Step Time' in op '480'. Met de parameter 'Step Time' wordt bepaald naar welke positie vooruit gesprongen wordt nadat er een noot is ingevoerd. Hier verspringt de aanwijzer in stappen van een kwartnoot. 7 Druk op de knop [P] (Top) om terug te keren naar het begin van de song en druk vervolgens vier keer op de toets B0.
Beknopte handleiding Een baspartij maken via Realtime Recording 6 Druk op de knop [REC] om terug te keren naar de display Song Record. 7 Druk op de knop [P] (Top) om terug te keren naar het begin van de song en druk vervolgens op de knop [F] (Play) om de opname te starten. Neem vervolgens de baslijn via Realtime Recording op op Track 2. 1 Selecteer in de modus Song Play de song (die u hierboven hebt gemaakt) waarin u de drumpartij hebt opgenomen.
Beknopte handleiding Punch In-punt Het afspelen van de opnametrack wordt vanaf dit punt uitgeschakeld en uw keyboardspel wordt op de track opgenomen. 3 Druk op de knop [REC] en vervolgens op de knop [F1] SETUP en stel de parameters in zoals hieronder wordt aangegeven. • 'Type' = 'replace' • 'Quantize' = 'off' • 'RecTr' = '3' 4 Punch Out-punt De opname eindigt op dit punt en het normale afspelen van de opnametrack wordt gestart.
Beknopte handleiding 7 Druk op de knop [REC] om terug te keren naar de display Song Record. 8 Druk op de knop [P] (Top) om naar het begin van de song te gaan en druk vervolgens op de knop [F] (Play) om de opname te starten. Het lampje van de knop [F] (Play) gaat branden en bovenaan in de display wordt 'RECORDING' weergegeven om aan te geven dat de opname al is begonnen. Zodra het aftellen van één maat is voltooid, speelt u de volgende notatie.
Beknopte handleiding 3 Druk op de knop [EDIT] om de modus Mixing Edit te activeren. 2 Selecteer '04:Song Name', druk op de knop [ENTER] om de display Song Name op te roepen en voer de naam van de song in. Verplaats de cursor naar de gewenste positie en voer een teken in door de knop [SF6] CHAR ingedrukt te houden. Herhaal deze handeling zo vaak als nodig is om de naam te maken. 4 Roep de display Common Edit of Part Edit op. Gebruik Part Edit om de parameters voor elke partij te bewerken.
Beknopte handleiding Uw eigen patronen maken In de modus Pattern kunt u ook uw ritmepatronen of riffs zoals u wilt (en uw inspiratie volgend) opnemen voor de verschillende secties en de secties vervolgens combineren tot een patroonreeks om zo een volledige song te maken. In combinatie met de functie Arpeggio en de mogelijkheid om uw spel op te nemen beschikt u over een groot aantal eenvoudig te gebruiken hulpmiddelen om snel volledig gearrangeerde, professioneel klinkende songs te maken.
Beknopte handleiding 7 Druk op de knop [F2] TYPE en selecteer het gewenste arpeggiotype dat is toegewezen aan de knoppen [SF1] – [SF6]. 13 Druk op [STORE] [F1] SEQ [ENTER] om de opgenomen frases op te slaan als een patroon. Met deze bewerking worden alle songs/patronen opgeslagen. Nu u Sectie A hebt opgenomen, gaat u verder met de volgende instructies om Sectie B te maken met de taak Pattern Copy met gebruik van de al opgenomen gebruikersfrasen.
Beknopte handleiding 6 Druk op de knop [PATTERN SECTION] zodat het bijbehorende lampje gaat branden en druk vervolgens op de nummerknop [2]. 9 Druk op de knop [F] (Play) om de opgenomen frase te horen. Pas zo nodig de octaafinstelling of snelheidsinstelling van de gitaarpartij aan met de [F2] NOTE-taken. Zie het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over de beschikbare parameters. Sectie B is nu geselecteerd.
Beknopte handleiding 3 IBij het opnemen van de Scene Track: Druk op de knop [REC] om de modus Pattern Chain Record te activeren en stel vervolgens de opnametrack en het patroontempo in. Stel in stap 3 de RecTrack in op 'scene'. Druk in stap 4 op de knop [MUTE] zodat het bijbehorende lampje gaat branden en schakel de gewenste nummerknoppen in/uit. De timing van de wijzigingen van de aan/uit-status wordt in realtime opgenomen op de Scene Track. Er zijn drie Pattern Chain-tracktypen beschikbaar.
Beknopte handleiding 3 Druk op de knop [F3] Song om de display 'Convert to Song' op te roepen en selecteer een lege song en de eerste maat als bestemming. Selecteer de song en de bovenste maat voor de bestemming. Als 'without PC' is ingeschakeld, worden bij het uitvoeren van deze handeling de Program Change-gebeurtenissen in de patroondata genegeerd. 4 Druk op de knop [ENTER] om de conversie uit te voeren.
Beknopte handleiding TIP TIP MIDI-zendkanaal en -ontvangstkanaal Controleer of het MIDI-zendkanaal van het externe MIDIinstrument overeenkomt met het MIDI-ontvangstkanaal van de MOXF6/MOXF8. Zie de gebruikershandleiding van het externe MIDI-instrument voor meer informatie over het instellen van het MIDI-zendkanaal op dat instrument. Controleer de volgende punten voor meer informatie over het instellen van het MIDI-ontvangstkanaal van de MOXF6/MOXF8.
Beknopte handleiding Een aangesloten computer gebruiken 3 Druk op de knop [UTILITY] om de modus Utility te activeren en druk vervolgens op de knop [F6] MIDI gevolgd door de knop [SF4] OTHER om de display OTHER op te roepen. Stel de parameter 'MIDI IN/OUT' in op 'USB'. Als de MOXF6/MOXF8 via USB is aangesloten op een computer, kunt u met DAW-software op de computer uw eigen songs maken.
Beknopte handleiding Een song maken met een computer MIDI-kanalen en MIDI-poorten De MIDI-data worden toegewezen aan een van de zestien kanalen. Deze synthesizer kan zestien aparte partijen tegelijk afspelen via de zestien MIDI-kanalen. Deze beperking van zestien kanalen kan echter worden opgeheven door het gebruik van aparte MIDI-'poorten', die elk zestien kanalen ondersteunen.
Beknopte handleiding 4 Stel in de modus Performance/Song/Pattern het uitgangssignaal van het audiosignaal in voor elke partij. 2 Selecteer de song die of het patroon dat u wilt bewerken. Als in stap 1 de uitgangsinstelling voor het audiosignaal (de parameter 'Mode') is ingesteld op '2StereoRec', kunt u het audio-uitgangskanaal voor elke partij wijzigen. In de modus Performance kunt u deze parameter instellen in de display [F4] USB I/O van Common Edit.
Beknopte handleiding De DAW-software op de computer instellen U kunt MOXF6/MOXF8 Remote Tools downloaden vanaf de volgende website van Yamaha. Raadpleeg de PDF-handleiding die bij MOXF6/MOXF8 Remote Editor wordt geleverd voor meer informatie over het gebruik van MOXF6/MOXF8 Remote Editor. In dit gedeelte wordt toegelicht hoe u elke toepassing na het starten kunt configureren.
Beknopte handleiding 4 Stel de poort voor MIDI-uitvoer in op 'Yamaha MOXF6/ MOXF8 Port2'. 5 Stel de poort voor MIDI-invoer in op 'Yamaha MOXF6/ MOXF8 Port2'. OPMERKING Mackie Control is een handelsmerk van Mackie Designs, Inc. Raadpleeg het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over knopbediening en functies.
Beknopte handleiding Instellingen voor het gebruik als masterkeyboard maken Het is aan te raden om de masterkeyboardfuncties op te slaan in de master bij het gebruik van meerdere externe MIDI-toongenerators. Door een andere master te selecteren, kunt u eenvoudigweg de programma's wijzigen in de aangesloten externe MIDI-toongenerators. Hieronder wordt beschreven hoe u dit doet: 1 Druk op de knop [MASTER] om de modus Master te activeren. 2 3 Selecteer een master die u wilt bewerken.
Beknopte handleiding De LCD-status omkeren [F1] GENERAL [SF6] OTHER Cursorknop [<] 'LCD Mode' Deze parameter bepaalt de LCD-status. Als 'normal' wordt geselecteerd: Master Effect/Master EQinstellingen in de modus Voice [F2] VOICE [SF1] MFX, [SF2] MEQ Hiermee wordt bepaald hoeveel van de effect- en EQverwerking op de masteruitvoer wordt toegepast.
Beknopte handleiding Data opslaan/laden (modus File) om de naam toe te wijzen in de display Character List. Als u op de knop [SF2] SET NAME drukt, wordt de bestands-/ directorynaam die is geselecteerd in het selectievak voor bestand/directory, gekopieerd naar het bestandsnaamveld. De modus File biedt tools voor het overbrengen van data (zoals voice, performance, song en patroon) tussen de MOXF6/MOXF8 en een extern USB-flashgeheugenapparaat dat is aangesloten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting.
Beknopte handleiding 4 Druk op de knop [SF1] EXEC om het bestand te laden. LET OP Bij het laden worden eventuele data het opgegeven interne doelgeheugen overschreven. Belangrijke data moeten altijd worden opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat dat is aangesloten op de USB [TO DEVICE]-aansluiting.
Appendix Shift-functielijst Sommige belangrijke functies en handelingen op het instrument kunnen worden uitgevoerd met handige paneelregelaarssneltoetsen. Houd de knop [SHIFT] vast en druk op de aangegeven knop (zoals hieronder wordt beschreven). Modus 62 Bediening Functie Alle modi [SHIFT] + [INC]/[DEC] Verhoogt/verlaagt de waarde met 10. (Programmanummer in de modus Spelen; parameterwaarde in de modus Edit (Bewerken)) Alle modi [SHIFT] + draaiknop [DATA] Verhoogt/verlaagt de waarde met 10.
Appendix Displayberichten LCD-aanduiding Omschrijving All remote templates stored. Verschijnt als u de besturingssjabloon opslaat in de modus Remote. Are you sure? Hiermee bevestigt u of u een bepaalde handeling wilt uitvoeren. Arpeggio memory full. Het interne geheugen voor Arpeggiodata is vol. Arpeggio type copied. De arpeggiotypen worden gekopieerd naar de knoppen [SF1] – [SF6]. Bad USB device. Het USB-flashgeheugenapparaat dat op het instrument is aangesloten kan niet worden gebruikt.
Appendix LCD-aanduiding 64 Omschrijving Not empty folder U hebt geprobeerd een map te verwijderen die data bevat. Not empty waveform. U hebt geprobeerd golfvormdata te laden naar een golfvorm die al data bevat. Now Installing data to Flash Memory Module De sampledata worden gekopieerd naar de uitbreidingsmodule voor Flash-geheugen. Now loading... Hiermee wordt aangeduid dat er een bestand wordt geladen. Now saving... Hiermee wordt aangeduid dat er een bestand wordt opgeslagen. Now working...
Appendix Problemen oplossen Geen geluid? Verkeerd geluid? Als een dergelijk probleem zich voordoet, controleert u eerst de volgende punten voordat u ervan uitgaat dat het product niet in orde is. Veel problemen kunnen worden opgelost door de bewerking Factory Set (pagina 20) uit te voeren nadat u een back-up hebt gemaakt van uw data op een USB-flashgeheugenapparaat (pagina 60). Als het probleem zich blijft voordoen, moet u de Yamaha-dealer raadplegen. Geen geluid.
Appendix Als er geen geluid klinkt als u het keyboard bespeelt in de modus Performance/Song/Pattern: is er op de juiste manier een voice toegewezen aan elke partij? [PERFORM] [F2] VOICE [SONG]/[PATTERN] [MIXING] [F2] VOICE Als er tijdens het afspelen van een song/patroon geen geluid klinkt: zijn het uitvoerkanaal van elke track in de afspeelmodus en het ontvangstkanaal van elke partij in de modus Mixing op de juiste manier ingesteld? [SONG]/[PATTERN] [F3] TRACK [SONG]/[PATTERN] [MIXING] [E
Appendix Zijn de filterinstellingen correct? Bovenmatige instellingen voor filterresonantie kunnen vervorming veroorzaken.
Appendix Zijn een of meer van de parameters Insertion Effect Output van de elementen ingesteld op 'thru' in de effectinstellingsdisplay van de modus Voice Edit? [VOICE] [F6] EFFECT [SF1] CONNECT 'EL: OUT 1-8' Zijn sommige of alle effecttypen ingesteld op 'thru' of 'No Effect'? Als dit voorkomt in de modi Performance/Song/Pattern, moet u controleren of de parameters voor de Insertion-schakelaar (INS SW) juist zijn ingesteld.
Appendix Song/patroon (frase) kan niet worden opgenomen. Is er voldoende geheugen beschikbaar voor de opname? De totale geheugencapaciteit bepaalt hoeveel songs/patronen (frasen) kunnen worden opgenomen. Als het geheugen bijvoorbeeld songs/patronen (frasen) bevat die een grote hoeveelheid geheugen in beslag nemen, kan het geheugen vol raken, zelfs als niet alle beschikbare patroon- of songnummers zijn gebruikt.
Appendix Optionele hardware installeren Voorzorgsmaatregelen bij het installeren Voordat u optionele hardware installeert, moet u een kruiskopschroevendraaier bij de hand hebben en voldoende ruimte hebben om te werken. Beschikbare apparaten WAARSCHUWING De volgende optionele apparaten kunnen op de MOXF worden geïnstalleerd.
Appendix Optioneel hardware FL512M/ FL1024M installeren 3 Verwijder de afdekplaat van de onderzijde. Met het achterpaneel van de MOXF naar u toe gericht, verwijdert u de schroeven uit de afdekplaat met de kruiskopschroevendraaier. Nadat u de schroeven hebt Configuratie verwijderd, verwijdert u de afdekplaat door deze weg Er zijn twee typen uitbreidingsmodules voor Flash-geheugen: te schuiven. FL512M Belangrijk Met een geheugen van 512 MB. FL1024M Met een geheugen van 1024 MB.
Appendix 4-2 Druk boven op de aansluiting zoals wordt aangegeven De module verwijderen en druk vervolgens de aansluiting stevig in de sleuf. 1 Draai beide schroeven los. Druk voorzichtig maar stevig op dit gedeelte Zegel met serienummer 4-3 Draai elke schroef van de geheugenmodule in elke moer van de MOXF handmatig aan zoals hieronder wordt geïllustreerd. LET OP • Gebruik een kruiskopschroevendraaier als u de schroeven niet met de hand kunt losdraaien.
Appendix Specificaties Keyboards MOXF8 88 toetsen, GHS-keyboard (Initial Touch) MOXF6 61 toetsen, semi-verzwaard keyboard (Initial Touch) Toongenerator- Toongenerator blok Polyfonie AWM2, met Expanded Articulation 128 noten Multitimbrale mogelijkheden 16 partijen (intern), A/D-inputpart Wave (golfvorm) 741 MB (indien geconverteerd naar 16-bits lineair format), 3977 golfvormen Voice Vooraf ingesteld: 1152 normale voices + 72 drumkits GM: 128 normale voices + drumkit User (gebruiker): 384 normale v
Appendix Index A [FAVORITE], knop .............................................................13, 26 A/D INPUT [GAIN], knop ........................................................ 12 FL512M/FL1024M ....................................................................70 A/D INPUT [L] en [R]-aansluitingen .................................. 16, 38 [FOOT CONTROLLER]-aansluiting .........................................16 A/D INPUT [ON/OFF], knop ....................................................
Appendix Modus Performance ............................................................... 34 Step Recording .................................................................40, 41 Modus Song ............................................................................ 40 Store ..................................................................................29, 46 Modus Utility ........................................................................... 58 Modus Voice ...................................
Notities 76 MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
Notities MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding 77
For details of products, please contact your nearest Yamaha representative or the authorized distributor listed below. Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht. NORTH AMERICA CANADA Yamaha Canada Music Ltd. 135 Milner Avenue, Toronto, Ontario, M1S 3R1, Canada Tel: 416-298-1311 U.S.A. Yamaha Corporation of America 6600 Orangethorpe Avenue, Buena Park, CA 90620, U.S.A.
Yamaha Web Site (English) http://www.yamahasynth.com/ Yamaha Downloads http://download.yamaha.com/ C.S.G., Digital Musical Instruments Division © 2013 Yamaha Corporation 305MWTY*.