MUSIC SYNTHESIZER Gebruikershandleiding NL
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de achterzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten. Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
VOORZICHTIG LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging. WAARSCHUWING Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen.
VOORZICHTIG Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot: Spanningsvoorziening/netsnoer Aansluitingen • Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
LET OP Informatie Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/ schade aan het apparaat en schade aan de gegevens of andere eigendommen te voorkomen. Auteursrechten Behandeling • Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument en/of het apparaat in de buurt kunnen anders bijgeluid genereren.
MEMO MONTAGE Gebruikershandleiding S7
MUS M US SIC SI IC S SYNTHES YN NTHESI SIZE SIZ S IZER ER Een mededeling van het ontwikkelingsteam van de MONTAGE Dank u voor de aanschaf van de Yamaha MONTAGE6/7/8 Music Synthesizer. Sinds de eerste MOTIF in 2001 op de markt werd gebracht, heeft de MOTIF-serie nu de vierde generatie bereikt, die eindelijk – voor het eerst in 15 jaar – opnieuw is ontworpen, met de nieuwe MONTAGE als resultaat.
Over deze handleiding Gebruikershandleiding (dit boek) Biedt een algemene beschrijving van de basisfuncties van het instrument. In deze gebruikershandleiding vindt u een overzicht van de basishandelingen op de MONTAGE. Raadpleeg de hieronder genoemde Naslaggids voor meer gedetailleerde informatie of instructies voor specifieke functies. PDF-documentatie Naslaggids Gedetailleerde informatie over de interne structuur en aansluitingsvoorbeelden.
Belangrijkste eigenschappen Verbeterde geluiden van hoge kwaliteit voor een breed scala aan muziekstijlen De MONTAGE is geladen met 5 GB (in 16-bits lineaire indeling) voorgeprogrammeerd Advanced Wavegeheugen (AWM2) — meer dan zeven keer zoveel als de vorige MOTIF XF6/7/8. De MONTAGE heeft een groot aantal verschillende geluiden, waaronder zeer realistische pianogeluiden, met grote hoeveelheden golfvormgegevens.
Inhoudsopgave Een mededeling van het ontwikkelingsteam van de MONTAGE....................................................................... 2 Over deze handleiding................................................................ 3 Accessoires................................................................................. 3 Belangrijkste eigenschappen ..................................................... 4 Regelaars en functies 6 Bovenpaneel ...............................................................
Regelaars en functies Bovenpaneel % ! ( ) 9 A @ E * B 8 #$ 2 3 ^ & C D 5 6 7 4 A-1 B-1 C0 D0 E0 F0 G0 A0 B0 C1 C2 C3 1 1 Keyboard De MONTAGE6 beschikt over een keyboard met 61 toetsen. De MONTAGE7 heeft 76 toetsen en MONTAGE8 heeft 88 toetsen. Alle keyboards zijn voorzien van aanslaggevoeligheid (zowel initial touch als aftertouch).
Regelaars en functies De afbeelding is van de MONTAGE8, maar de informatie geldt voor alle modellen. L Q F R S T d G N O e gh M H a b c ij JI C4 K P f C5 9 Knop A/D INPUT [GAIN] (pagina 44) Gebruik deze knop om de ingangsversterking van de audiosignalen op de A/D INPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen aan te passen. Als u de knop kloksgewijs draait, verhoogt u het gainniveau. Detecteert het peakniveau en laat de PEAK LED rood oplichten als het niveau bijna onder het clipniveau raakt.
Regelaars en functies OPMERKING % Knoppen 1 – 8 Met deze acht uiterst veelzijdige knoppen kunt u diverse belangrijke parameters instellen, zoals de huidige partij, het arpeggiotempo en de Motion Sequencer. Als u op de knop [TONE]/[EQ/FX]/[ARP/MS] van de knopfunctie, de knop [MULTI] van de multi-part control of de knop [ASSIGN] van Assign in de linkerbovenhoek drukt, veranderen de functies die aan de knoppen zijn toegewezen. Met deze schuiven regelt u de volumebalans van het geluid.
Regelaars en functies G [INC/YES]-knop P [SHIFT]-knop Hiermee verhoogt u de waarde van de momenteel geselecteerde parameter (INC: increment (toename)). U kunt deze knop ook gebruiken om een taak- of opslaghandeling uit te voeren. Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knop [INC/YES] om snel de parameterwaarde in stappen van 10 te verhogen. Als u op deze knop drukt en tegelijkertijd op een andere knop, kunt u verschillende opdrachten uitvoeren.
Regelaars en functies Nummerknoppen PART [MUTE]- en PART [SOLO]knop OFF PART [MUTE]knop ON PART [SOLO]knop ON Number A-knoppen [1] – [8] (bovenste regel) Partij geselecteerd (1 – 8) Partij gedempt (1 – 8) Partij geselecteerd (1 – 8) Number A-knoppen [9] – [16] (onderste regel) Partij geselecteerd (9 – 16) Partij gedempt (9 – 16) Number B-knoppen [1] – [8] Motion Sequencer voor elke partij staat op ON/OFF (1 – 8 / 9 – 16) Number C-knoppen [1] – [8] Arpeggio voor elke partij staat op ON/OFF (1 –
Regelaars en functies Achterpaneel Linkerkant van achterpaneel 1 De afbeelding is van de MONTAGE8, maar de informatie geldt voor alle modellen.
Regelaars en functies Linkerkant van achterpaneel 6 FOOT SWITCH [ASSIGNABLE]/[SUSTAIN]- 1 [STANDBY/ON]-schakelaar Voor het aansluiten van een optionele FC3-/FC4-/FC5voetschakelaar op de [SUSTAIN]-aansluiting en een optionele FC4-/FC5-voetschakelaar op de aansluiting [ASSIGNABLE]-aansluiting. Als de voetschakelaar is verbonden met de [SUSTAIN]-aansluiting, wordt de sustain geregeld via de schakelaar.
Regelaars en functies ! A/D INPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen Via deze steekplugaansluitingen (1/4-inch monosteekplug) kunnen externe audiosignalen worden ingevoerd. U kunt diverse apparatuur, zoals een microfoon, cd-speler of synthesizer verbinden met deze aansluitingen en de bijbehorende audio-invoersignalen laten klinken als de audiopartij. Daarnaast kunt u de speciale Vocoder-functie gebruiken door een microfoon aan te sluiten op deze [L/MONO]aansluiting en uw voice in te voeren naar de microfoon.
Opstellen Spanningsvoorziening Sluit het bijgeleverde netsnoer op de volgende wijze aan. Zorg dat de [STANDBY/ON]-schakelaar op het instrument in de positie Standby staat. 1 Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN (AC-ingangsaansluiting) op het achterpaneel van het instrument.
Opstellen Automatische uitschakelfunctie Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een functie voor automatisch uitschakelen waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. De mastervolume-uitgang aanpassen U kunt het algemene niveau van dit instrument aanpassen met de schuifregelaar [MASTER VOLUME]. Instelling van de automatische uitschakelfunctie Max.
Basisbediening en displays De MONTAGE is uitgerust met een handige display met aanraakscherm. Door het scherm aan te raken kunt u verschillende instellingen uitvoeren en de gewenste parameters selecteren. Daarnaast kunt u de datadraaiknop en andere knoppen gebruiken voor bewerkingen in de display. Configuratie van de display (het aanraakscherm) 6 TEMPO SETTING-pictogram In dit gedeelte worden de navigatiebalk en de selectietabs uitgelegd die gelden voor alle typen displays.
Basisbediening en displays Parameterwaarden wijzigen (bewerken) De datadraaiknop rechtsom draaien (met de klok mee) verhoogt de waarde, linksom draaien (tegen de klok in) verlaagt deze. Door op de knop [INC/YES] te drukken, wordt een parameterwaarde telkens met één stap verhoogd, door te drukken op de knop [DEC/NO] wordt een parameterwaarde verlaagd.
Beknopte handleiding — Performances selecteren De MONTAGE heeft 16 partijen en aan elke partij zijn basisgeluiden van muziekinstrumenten toegewezen. Een set van deze geluiden wordt een 'performance' genoemd. U kunt geluiden naar wens wijzigen door de juiste performance te selecteren. Meerdere performances Dit instrument bevat banken voor het opslaan van performances. In principe zijn er vier verschillende typen banken: presetbanken, gebruikersbanken, bibliotheekbanken en GM-banken.
Beknopte handleiding — Performances selecteren Als u uw instrument de eerste keer inschakelt, wordt een liveset met de presetbanken weergegeven in de bovenste display. De liveset is een lijst waarin performances vrijelijk kunnen worden geordend. Er kunnen maximaal 16 performances op één pagina worden geordend. U kunt verschillende performances spelen die zijn geselecteerd uit de preset-livesets. 2 Tik op het scherm op de gewenste performance.
Beknopte handleiding — Performances selecteren De functie Category Search gebruiken 3 Tik op de gewenste subcategorie om deze te selecteren (5). De performances zijn handig onderverdeeld in bepaalde categorieën, ongeacht in welke bank ze zijn opgeslagen. De categorieën zijn onderverdeeld op basis van het algemene instrumenttype of de geluidseigenschappen. Met de functie Category Search hebt u snelle toegang tot de gewenste geluiden.
Beknopte handleiding — Performances selecteren Een geïnitialiseerde performance selecteren Volg de onderstaande stappen om een geïnitialiseerde performance te selecteren. 1 Tik op [Init] van de hoofdcategorie in de display Category Search. 2 Alleen geïnitialiseerde performances Auditiefrase afspelen U kunt een voorbeeld beluisteren van performancegeluiden. Het voorbeeldgeluid wordt 'auditiefrase' genoemd. 1 Tik op [Audition] in de display Category Search.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen U kunt verschillende partijen mengen in een laag of ze over het keyboard splitsen. U kunt ook een gecombineerde laag/ splitsing maken. Elke performance kan maximaal acht partijen bevatten. Druk op de knop [PERFORMANCE] voordat u op h et keyboard gaat spelen. De display Performance Play In deze situatie klinkt tijdens het bespelen van het keyboard de performance die wordt aangeduid in de display.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen Een partij in-/uitschakelen 4 Druk op een van de gedimd brandende Number U kunt de acht partijen van de huidige performance naar wens in- of uitschakelen. Specifieke partijen aan- of uitzetten (de functie Mute) U kunt afzonderlijke partijen in- en uitschakelen met de functie Mute. A-knoppen [1] – [16]. De ingedrukte knop gaat weer volop branden en de dempingsfunctie voor de partij wordt opgegeven.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen De arpeggiofunctie gebruiken Met deze functie kunt u ritmepatronen, riffs en frasen activeren met de huidige partij. Hiervoor slaat u gewoon een of meer noten op het keyboard aan. Hiermee beschikt u niet alleen over inspiratie en complete ritmische passages voor uw live optredens, u beschikt tevens over volledig gevormde instrumentale achtergrondpartijen van verschillende muziekgenres waarmee u eenvoudiger songs kunt maken.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen De functie Motion Sequencer gebruiken Met de krachtige functie Motion Sequencer kunt u geluiden dynamisch wijzigen met parameters, afhankelijk van de sequences die u vooraf hebt gemaakt. U kunt geluiden in real-time regelen afhankelijk van verschillende sequences zoals tempo, arpeggio of het ritme van extern aangesloten apparaten. U kunt maximaal acht gewenste sequencetypen toewijzen voor een lane.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen Het geluid wijzigen met regelaars Met de MONTAGE beschikt u over een verbazingwekkend aantal regelopties. Naast de conventionele pitchbend- en modulatiewielen, heeft het instrument ook een uitgebreide reeks speciale real-time regelaars – waaronder knoppen, de Superknop, schuifregelaars, lintregelaars en toewijsbare schakelknoppen.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen Het geluid wijzigen met knoppen Met de knoppen 1 – 8 kunt u een aantal parameters aanpassen voor de huidige performance of partij, zoals effectdiepte, attack/release-eigenschappen, timbre en overige parameters. De functies die zijn toegewezen aan elke knop kunnen ook worden geselecteerd via de knopfunctieknoppen, de knop Multi Part Control of de Assign-knoppen.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen Het geluid wijzigen met de Superknop Mixen Met de Superknop kunt u alle parameterwaarden van de functies die zijn toegewezen aan knop 1 – 8 tegelijk regelen. U kunt complexe geluiden creëren door de Superknop samen met de Motion Sequencer te gebruiken. De Superknop is altijd beschikbaar voor gebruik. U hoeft niet op de knopfunctieknop of de knop Assign te drukken om de Superknop te kunnen gebruiken.
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen De functie Scene gebruiken U kunt alle parameterinstellingen zoals arpeggiotype, Motion Sequencer-type en de parameterwaarden van de partijen samen opslaan als een 'scène'. Er zijn acht scènes, die u kunt selecteren door op de knop [SCENE] te drukken. Dit is handig voor het tegelijkertijd en abrupt wijzigen van het arpeggiotype en het Motion Sequencer-type terwijl u één performance speelt. 3 Sla de performance indien nodig op (pagina 32).
Beknopte handleiding — Zelf livesets maken Een liveset is ideaal voor live speelsituaties omdat u ogenblikkelijk kunt schakelen tussen gewenste performances. U kunt uw eigen liveset maken door uw favoriete performances bij elkaar te groeperen. Een performance registreren in een liveset De display Live Set De in de sleuf geregistreerde performance Een lege sleuf Volg de onderstaande instructies voor het opslaan van performances in livesets.
Beknopte handleiding — Zelf livesets maken Met de voetschakelaar schakelen tussen performances die zijn opgeslagen in een liveset U kunt tussen de performances schakelen met een aangesloten voetschakelaar (FC4 of FC5). De instelling voor deze handeling is als volgt. 1 Sluit de voetschakelaar (FC4 of FC5) aan op de aansluiting FOOT SWITCH [ASSIGNABLE]. 2 Druk op de knop [UTILITY] om de display Utility op te roepen en tik op de tab [Settings] [MIDI I/O] aan de linkerkant van het scherm.
Beknopte handleiding — De instellingen bewerken Dit instrument heeft verschillende bewerkingsdisplays voor partijen, performances, effecten en arpeggio's. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een oorspronkelijke performance maakt door meerdere partijen te combineren. Performances bewerken Met 'performances bewerken' wordt het proces bedoeld van het maken van een performance via het wijzigen van de parameters die tezamen de performance vormen. U kunt dit doen in de display Performance Edit.
Beknopte handleiding — De instellingen bewerken Partijen bewerken Drumpartijen bewerken Met 'partijen bewerken' wordt het proces bedoeld van het maken van een partij via het wijzigen van de parameters die tezamen de partij vormen. U kunt dit doen in de display Element Common/Key Common/Operator Common Edit en de display Element/Key/Operator Edit. De daadwerkelijk beschikbare parameters verschillen afhankelijk van het type partij.
Beknopte handleiding — De instellingen bewerken De display Element Common Edit Partij-effecten bewerken Geeft aan dat de display Element Common Edit actief is. Dit instrument bevat een groot aantal effecten voor het toevoegen van variatie en reverb aan de geselecteerde partij voor uw toetsenspel. U hoeft alleen het effecttype te wijzigen dat is toegepast op de presetpartij om direct het geluid te veranderen.
Beknopte handleiding — De instellingen bewerken 8 Tik op de tab [Ins A] aan de linkerkant van het scherm. De display voor het bewerken van de in Stap 4 geselecteerde effectparameters wordt weergegeven. Partijen toewijzen aan een performance Standaard (wanneer het instrument de fabriek verlaat) bevatten de presetbanken verschillende typen performances. Bij sommige van deze performances is het mogelijk niet meteen duidelijk hoe u ze speelt of gebruikt, omdat ze nogal ingewikkeld zijn.
Beknopte handleiding — De instellingen bewerken Performancestructuur Arpeggio's gebruiken Met deze methode kunt u alle partijen van een band zelf spelen. Bij dit type performance worden ook verschillende arpeggiotypen toegewezen aan de afzonderlijke partijen, waardoor het nog gemakkelijker is om het geluid van een volledige band te creëren.
Beknopte handleiding — De instellingen bewerken Split 8 Schakel de knop [PART CONTROL] in en pas U kunt verschillende partijen bespelen met uw linker- en rechterhand door de ene partij toe te wijzen aan partij 1, met een notenbereik in het lagere gedeelte van het keyboard, en een andere voice aan partij 2, met een notenbereik in het hogere gedeelte van het keyboard. de volume-instellingen van partij 1 en 2 aan met de schuifregelaars 1 en 2.
Beknopte handleiding — De instellingen bewerken Tab [Common] 3 Tik op de tab [Individual] om de instellingsdisplay voor elk arpeggiotype op te roepen. 4 Tik op het arpeggiotype en selecteer het menu [Search] aan de linkerkant van het scherm. (U kunt ook op de knop [CATEGORY SEARCH] drukken.) De category bepaalt het type instrument en de subcategorie bepaalt het type muziek. Instelling van arpeggiotype Wijs op dezelfde manier andere gewenste arpeggiotypen toe. 5 Sla de performance indien nodig op.
Opnemen en afspelen U kunt MIDI-gegevens opnemen als songs op het instrument zelf, of uw spel (audiogegevens) opnemen op een USBflashgeheugenapparaat dat is aangesloten op de MONTAGE. Terminologie 3 Druk op de knop [I] (Record). De display Record Setup wordt weergegeven. Song OPMERKING Een song op dit instrument is in wezen hetzelfde als een song op een MIDI-sequencer en het afspelen ervan stopt automatisch aan het einde van de opgenomen gegevens.
Opnemen en afspelen Opnemen met het klikgeluid Volg de onderstaande stappen om tijdens MIDI-opnames het klikgeluid te gebruiken. 1 Druk op de knop [UTILITY] en tik op [Tempo Settings] om het scherm om de instellingsdisplay Tempo op te roepen. Stel 'Mode' op 'Rec'. OPMERKING Als 'Rec/Play' wordt ingesteld, hoort u het klikgeluid tijdens het opnemen en afspelen van MIDI. Als 'Always' is ingesteld, hoort u het klikgeluid altijd.
Opnemen en afspelen Een song afspelen Uw spel opnemen als audio In deze sectie wordt uitgelegd hoe u tijdens het afspelen van een opgenomen song handige mute/solo-functies kunt gebruiken. U kunt uw spel op de MONTAGE als geluidsbestanden met de WAV-indeling (44,1 kHz, 24-bits stereo) opnemen naar een USB-flashgeheugenapparaat. Het opnameniveau is vast en het is mogelijk om continu maximaal 74 minuten op te nemen (aangenomen dat het USB-opslagapparaat voldoende beschikbaar geheugen heeft).
Opnemen en afspelen 6 Druk op de knop [R] (Play). Als u het triggerniveau hebt ingesteld op 'manual', begint de opname meteen nadat u op de knop [E] (Play) hebt gedrukt. Tijdens de opname brandt het lampje op de knop [I] (Record) rood het lampje op de knop [R] (Play) groen. Als u een waarde tussen 1 en 127 hebt ingesteld als triggerniveau, begint de opname automatisch zodra het afspeelvolume dat niveau overschrijdt. 7 Bespeel het keyboard.
Als een masterkeyboard gebruiken Met de functie Master Keyboard kunt u in elke performance maximaal acht afzonderlijke zones toewijzen voor gebruik als een masterkeyboardcontroller. U kunt de instellingen voor het besturen van een extern MIDI-apparaat op elk gewenst moment onmiddellijk oproepen door de functie te combineren met de Live Sets. Op dezelfde manier kunt u de aangesloten externe MIDI-toongenerator sequentieel wijzigen en besturen tijdens live optredens.
Een microfoon of audioapparatuur aansluiten Meespelen op het keyboard met de geluidsinvoer van de aansluitingen A/D INPUT [L/MONO]/[R] U kunt het A/D-ingangsgeluid, zoals uw stemgeluid via een microfoon, een cd-speler of een synthesizer, toewijzen als een Audio Input Part. U kunt verschillende parameters, zoals volume, pan en effecten, instellen voor deze partij en het geluid samen met het geluid van uw toetsenspel laten uitvoeren.
Algemene systeeminstellingen opgeven In de display Utility kunt u verschillende parameters instellen. Door op de tab [Settings] te tikken, kunt u de parameters instellen die op het hele systeem van dit instrument van toepassing zijn. De wijzigingen die u aanbrengt in de display Utility, worden geactiveerd zodra u op de knop [EXIT] drukt om terug te keren naar de oorspronkelijke display. In dit gedeelte worden enkele handige functies beschreven die betrekking hebben op de instellingen voor het hele systeem.
Algemene systeeminstellingen opgeven Het piepgeluid in-/uitschakelen. De hoofdstemming wijzigen U kunt het piepgeluid (waarmee handelingen, selectie van menu's/parameters enz. wordt bevestigd) op de volgende manier in-/uitschakelen. U kunt de stemming van de MONTAGE aanpassen. Als u in een ensemble speelt, kunt u zo de toonhoogte aanpassen aan die van andere instrumenten die niet gemakkelijk kunnen worden gestemd (zoals een piano).
Algemene systeeminstellingen opgeven De snelheidscurve wijzigen Deze vijf curven bepalen hoe de werkelijke aanslagsnelheid wordt gegenereerd en verzonden in overeenstemming met de aanslagsnelheid (sterkte) waarmee u noten op het keyboard speelt. De grafiek die in de display wordt weergegeven geeft de responscurve van de aanslagsnelheid weer.
Externe MIDI-instrumenten aansluiten Via een (apart te verkrijgen) standaard-MIDI-kabel kunt u een extern MIDI-instrument aansluiten en het aansturen vanaf de MONTAGE. Op dezelfde manier kunt u een extern MIDI-apparaat (zoals een keyboard of een sequencer) gebruiken om de geluiden op de MONTAGE aan te sturen. Hieronder ziet u voorbeelden van verschillende MIDI-aansluitingen. Gebruik de aansluiting die het meest lijkt op uw installatie.
Een aangesloten computer gebruiken Als de MONTAGE is aangesloten op uw computer, kunt u met DAW- of sequencesoftware op de computer uw eigen songs maken. OPMERKING De afkorting DAW (Digital Audio Workstation) verwijst naar muzieksoftware voor het opnemen, bewerken en mixen van audio- en MIDI-gegevens. De algemene DAW-toepassingen zijn Cubase, Logic, Ableton Live en ProTools.
Een aangesloten computer gebruiken Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de [USB TO HOST]-aansluiting Neem de volgende punten in acht wanneer u de computer aansluit op de [USB TO HOST]-aansluiting. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer vastloopt en dat gegevens worden beschadigd of verloren gaan. Als de computer of het instrument vastloopt, start u de toepassingssoftware of het besturingssysteem van de computer opnieuw op of schakelt u het instrument uit en weer in.
Een aangesloten computer gebruiken Een song maken met een computer Als u de MONTAGE gebruikt met DAW-software op een computer die is aangesloten op de MONTAGE, kunt u de volgende functies en toepassingen benutten. • MIDI-opnames en audio-opnames van uw MONTAGE spel opnemen naar DAW-software. • Een song van de DAW-software afspelen met de MONTAGE-toongenerator. Dit gedeelte bevat een overzicht van hoe u na het aansluiten (pagina 49) DAW-software op de computer kunt gebruiken met de MONTAGE.
Een aangesloten computer gebruiken De DAW-software configureren Volg de handelingen uit 'Uw performance op de MONTAGE als MIDI-gegevens opnemen naar de computer (geen afgespeelde arpeggio opgenomen)'. Song afspelen op een computer met de MONTAGE als toongenerator In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe u dit instrument als MIDI-toongenerator gebruikt.
Gegevens opslaan/laden De display Utility omvat tools voor het overbrengen van alle systeeminstellingen en -gegevens (zoals performances en livesets) tussen de MONTAGE en een extern USB-flashgeheugenapparaat dat is aangesloten op de [USB TO DEVICE]-aansluiting. In dit gedeelte wordt toegelicht hoe u alle gegevens in het gebruikersgeheugen van dit instrument kunt opslaan/laden als 'User'-bestand. 6 De display Text Input wordt weergegeven.
Gegevens opslaan/laden Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de [USB TO DEVICE]aansluiting Dit instrument heeft een ingebouwde [USB TO DEVICE]aansluiting. Ga voorzichtig om met het USB-apparaat tijdens het aansluiten op deze aansluiting. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen. OPMERKING Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het USB-apparaat voor meer informatie over het omgaan met USB-apparaten.
Shift-functielijst Sommige belangrijke functies en handelingen op het instrument kunnen worden uitgevoerd met handige paneelregelaarsneltoetsen. Houd de knop [SHIFT] vast en druk op de aangegeven knop (zoals hieronder wordt beschreven). Handeling Functie [SHIFT] + KNOB POSITION [1] Slaat Assign 1 – 8 op zoals toegewezen aan knoppen in Value 1. [SHIFT] + KNOB POSITION [2] Slaat Assign 1 – 8 op zoals toegewezen aan knoppen in Value 2. [SHIFT] + OCTAVE [-] Verlaagt de transponeerwaarde met 1.
Displayberichten LCD-aanduiding Omschrijving ** will be deleted. Dit bericht wordt weergegeven als met de opgegeven handeling die u wilt gaan uitvoeren, de opgegeven gegevens worden verwijderd. ** will be overwritten. Dit bericht wordt weergegeven als er al een bestand/map bestaat met dezelfde naam als het bestand dat/de map die u wilt opslaan. Activate the source controller to assign. U kunt de parameter toewijzen aan de regelaar die u wilt gaan activeren. Advanced settings will be initialized.
Displayberichten LCD-aanduiding Omschrijving No read/write authority to the file. Geeft aan dat u geen rechten hebt voor het lezen/schrijven van het bestand. Now initializing all data… Hiermee wordt aangeduid dat de fabrieksgeprogrammeerde instellingen van de synthesizer worden teruggezet. Now initializing… Geeft aan dat de opgegeven gegevens worden geïnitialiseerd. Now loading... Hiermee wordt aangeduid dat er een bestand wordt geladen. Now receiving MIDI bulk data...
Problemen oplossen Geen geluid? Verkeerd geluid? Als een dergelijk probleem zich voordoet, controleert u eerst de volgende punten voordat u ervan uitgaat dat het product niet in orde is. Veel problemen kunnen worden opgelost door gegevensinitialisatie (pagina 15) uit te voeren nadat u een back-up van uw gegevens hebt gemaakt op een USB-flashgeheugenapparaat (pagina 53). Als het probleem zich blijft voordoen, moet u de Yamaha-dealer raadplegen. Aanraakscherm reageert niet zoals het hoort.
Problemen oplossen Is 'Vocoder' geselecteerd als het invoegeffecttype van de partij? Als dit het geval is, stelt u de parameters die betrekking hebben op de A/D INPUT [L/MONO]/[R]-aansluiting in op de desbetreffende waarden en bespeelt u het keyboard vervolgens terwijl u uw stem invoert via de microfoon die is aangesloten op de MONTAGE. Controleer of de knop A/D INPUT [GAIN] op het achterpaneel is ingesteld op de minimumpositie.
Problemen oplossen Controleer of het Vocoder-effect is geselecteerd. Als Vocoder is geselecteerd als het invoegeffect voor de huidige partij, produceert de audiosignaalinvoer van de A/D INPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen mogelijk geen geluid, afhankelijk van de parameterinstellingen. [EDIT] partij selecteren ELEMENT/OPERATOR [COMMON] [Effect] [Routing] Het afspelen gaat door zonder te stoppen. Als de knop [ARP ON/OFF] is ingeschakeld, drukt u erop, zodat de knop wordt uitgeschakeld.
Problemen oplossen • Bij een normale partij (FM-X) [EDIT] partij selecteren ELEMENT/OPERATOR [COMMON] [Pitch/Filter] [Pitch] 'Note Shift' [EDIT] partij selecteren ELEMENT/OPERATOR [COMMON] [Pitch/Filter] [Pitch] 'Detune' Als de partij een verkeerde toonhoogte produceert: is het juiste stemmingssysteem geselecteerd voor de parameter Micro Tuning? • Bij een normale partij (AWM2) en drumpartij [EDIT] partij selecteren ELEMENT/OPERATOR [COMMON] [Part Settings] [Pitch] 'Micro T
Problemen oplossen Is de parameter Arpeggio Type ingesteld op 'off'? [EDIT] partij selecteren [Arpeggio] [Individual] 'Name' Controleer de parameter Arpeggio Switch. Als deze parameter voor de huidige partij is ingesteld op 'off', wordt het afspelen van de arpeggio niet geactiveerd door uw keyboardspel, zelfs niet als de knop [ARP ON/OFF] is ingeschakeld. [PERFORMANCE] partij selecteren 'Arp On' Kan Arpeggio niet stoppen.
Specificaties Keyboards Toongeneratorblok MONTAGE8: 88 toetsen, 'Balanced Hammer Effect'-keyboard (Initial Touch/Aftertouch) MONTAGE7: 76 toetsen, FSX-keyboard (Initial Touch/Aftertouch) MONTAGE6: 61 toetsen, FSX-keyboard (Initial Touch/Aftertouch) Toongenerator Motion Control Synthesis-engine AWM2: 8 elementen FM-X: 8 operators, 88 algoritmen Polyfonie AWM2: 128 (max.; stereo-/monogolfvormen) FM-X: 128 (max.
Index A F A/D INPUT [GAIN] knob ............................................................ 7 FOOT CONTROLLER [1]/[2]-aansluiting..................................12 A/D INPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen............................ 13, 44 FOOT SWITCH [ASSIGNABLE]/[SUSTAIN]-aansluitingen.......12 A/D INPUT [ON/OFF]-knop........................................................ 7 Aansluiten, computer............................................................... 49 G ABS (Audio Beat Sync)...............
Index N T Naam ....................................................................................... 17 Tekens invoeren .......................................................................17 Normale partijen (AWM2) ........................................................ 18 Track ........................................................................................39 Normale partijen (FM-X)........................................................... 18 Notatie...................................
GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2, June 1991 Copyright © 1989, 1991 Free Software Foundation, Inc., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble 2. The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and change it.
4. 5. You may not copy, modify, sublicense, or distribute the Program except as expressly provided under this License. Any attempt otherwise to copy, modify, sublicense or distribute the Program is void, and will automatically terminate your rights under this License. However, parties who have received copies, or rights, from you under this License will not have their licenses terminated so long as such parties remain in full compliance.
GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2.1, February 1999 Copyright © 1991, 1999 Free Software Foundation, Inc., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. [This is the first released version of the Lesser GPL. It also counts as the successor of the GNU Library Public License, version 2, hence the version number 2.1.
the facility still operates, and performs whatever part of its purpose remains meaningful. You must give prominent notice with each copy of the work that the Library is used in it and that the Library and its use are covered by this License. You must supply a copy of this License. If the work during execution displays copyright notices, you must include the copyright notice for the Library among them, as well as a reference directing the user to the copy of this License.
11. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or for any other reason (not limited to patent issues), conditions are imposed on you (whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the conditions of this License, they do not excuse you from the conditions of this License.
Sam Bushell Magnus Holmgren Greg Roelofs Tom Tanner libpng versions 0.5, May 1995, through 0.88, January 1996, are Copyright © 1995-1996 Guy Eric Schalnat, Group 42, Inc. For the purposes of this copyright and license, “Contributing Authors” is defined as the following set of individuals: Andreas Dilger Dave Martindale Guy Eric Schalnat Paul Schmidt Tim Wegner The PNG Reference Library is supplied “AS IS”. The Contributing Authors and Group 42, Inc.
72
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht.
Yamaha Downloads http://download.yamaha.