MIXING CONSOLE Handleiding Optimaal gebruik maken van uw mixer Blz.
Voorzorgsmaatregelen —Voor veilige werking— WAARSCHUWING ● Opstelling ● ● ● ● Sluit de netadapter van dit apparaat alleen aan op een stopcontact van het type dat in de handleiding wordt aangegeven of zoals aangegeven op het apparaat. Als u dit niet doet, bestaat de kans op brand en elektrische schokken. Zorg ervoor dat er geen water in dit apparaat terecht komt of dat het apparaat nat wordt. Dit zou kunnen resulteren in brand of een elektrische schok.
Voorzorgsmaatregelen —Voor juiste werking — Interferentie van mobiele telefoons Pinconfiguraties van de aansluitingen ● ● XLR-type aansluitingen zijn als volgt bedraad Pin 1: massa; Pin 2: heet (+); Pin 3: koud (–). INSERT-TRS-steekplugaansluitingen zijn als volgt bedraad Mantel: massa; Top: zend; Ring: retour. ● Het gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid van dit apparaat kan bijgeluiden teweegbrengen. Als er bijgeluiden te horen zijn, houd de telefoon dan verder bij het apparaat vandaan.
Inleiding Dank u voor uw aanschaf van het Yamaha MG16/6FX mengpaneel. Dit mengpaneel combineert eenvoudige bediening met ondersteuning voor meerdere toepassingsomgevingen en is ideaal voor PA-opstellingen, geïnstalleerde systemen en veel van dergelijke andere toepassingen.
Inleiding Voordat u de mixer aanzet De apparatuur aanzetten (1) Zorg er voor dat de mixer’s aan/uit-schakelaar in de STANDBYstand staat. Druk op de mixer’s aan/uit-schakelaar zodat deze in de ON-stand komt. Als u zover bent om het apparaat uit te zetten, drukt u de aan/uit-schakelaar in de STANDBY-stand. Gebruik alleen de bij deze mixer geleverde PA-30 adapter. Gebruik van een andere adapter kan resulteren in beschadiging van het apparaat, oververhitting of brand.
Optimaal gebruik maken van uw mixer Een inleiding U heeft een mixer aangeschaft en bent klaar om deze te gaan gebruiken. Sluit gewoon alles aan, speel een beetje met de regelaars en daar gaat u … nietwaar? Nou, als u dit al eens eerder gedaan heeft zal het waarschijnlijk wel goed gaan, maar als dit de eerste keer is dat u een mixer gebruikt zult u misschien dit handige hoofdstuk door willen lezen om een paar basisbegrippen op te pikken die u zullen helpen beter te presteren en betere mixen te maken.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 1 Een plaats voor alles en alles op zijn plaats 1-1. Een overvloed aan aansluitingen — Wat moet waar? Vragen die u waarschijnlijk tegenkomt als u voor het eerst een systeem opstelt kunnen onder andere zijn “Waarom al deze verschillende soorten aansluitingen achterop mijn mixer?” en “Wat zijn de verschillen?”. Laten we beginnen door eerst de meest gangbare aansluittypes te bekijken.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 1-2. Gebalanceerd, ongebalanceerd — Wat is het verschil? In één woord: “bijgeluiden”. Het punt waar het om draait bij gebalanceerde lijnen is ruis- en bijgeluidenonderdrukking, en daar is het zeer geschikt voor.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 1-3. Signaalniveaus — Wat wel en niet te doen met decibels Vanaf het moment dat u te maken kreeg met audio heeft u te maken gekregen met de term “decibel” en zijn afkorting “dB”. Er kan makkelijk verwarring ontstaan omdat de decibel een zeer veelzijdige meeteenheid is die wordt gebruikt om zowel akoestische geluidsdruk als elektronische signaalniveaus weer te geven. Om het nog erger te maken zijn er een aantal variaties: dBu, dBV, dBm.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 2 Wat er met het signaal gebeurt in de mixer Op het eerste gezicht kan het blokschema van zelfs een bescheiden mixer op een plattegrond van een ruimtestation lijken. In werkelijkheid zijn blokschema’s een goed hulpmiddel om te leren begrijpen hoe de signaalbaan in een willekeurige mixer is. Hier is een sterk vereenvoudigd blokschema van een algemene mixer om u te helpen bekend te raken met de manier waarop ze werken. 2-1.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 3 De eerste stappen voor het verkrijgen van een fantastisch geluid Voordat u zelfs over de EQ en effecten, of zelfs de totale mix nadenkt, is het belangrijk om er voor te zorgen dat de niveaus voor alle afzonderlijke bronnen goed zijn ingesteld. Dit kan niet goed genoeg benadrukt worden — het bij aanvang instellen van niveaus is van essentieel belang voor het verkrijgen van een optimaal resultaat. Hier is waarom … en hoe. 3-1.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 3-2. Niveau-instelprocedure voor optimale prestaties. Nu we weten wat we moeten doen, weten we dan ook hoe we het moeten doen? Als u nog eens een snelle blik werpt op het mixerblokschema, zult u zien dat er zich een PEAK-indicator vlak naast de voorversterker en EQ bevindt.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 4 Externe effecten, monitormixen en groepen 4-1. AUX-bussen voor monitor-sends en algehele effecten Er zijn een aantal redenen waarom u het signaal dat door de mixer gaat vanaf verschillende punten voor de uitgangen zou willen “aftappen”: de twee meest algemene zijn 1) om een monitormix te creëren die afwijkt van de algemene mix, en 2) om het signaal via een extern effectapparaat te bewerken en dan weer terug in de mix te voeren.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 4-2. Groepen gebruiken Groepsbussen en -faders kunnen het mixproces sterk vereenvoudigen — met name bij live-situaties waarbij veranderingen zo snel mogelijk doorgevoerd moeten worden. Als u een groep kanalen heeft waarbij het nodig is dat ze allemaal tegelijk geregeld worden, waarbij ze hun relatieve niveau’s ten opzichte van elkaar moeten behouden, leveren groepen de oplossing.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 4-3. Kanaalinserties voor kanaalspecifieke processing Een andere manier om de mixer’s signaal het apparaat uit te krijgen is door kanaalinserties te gebruiken. De kanaalinserties bevinden zich bijna altijd voor de kanaalfader en “onderbreken”, als ze worden gebruikt, in feite de interne signaalbaan van de mixer. In tegenstelling tot bij de AUX-sends en -returns, geldt de kanaalinsertie alleen voor het betreffende kanaal.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 5 Betere mixen maken 5-1. Aan de gang met de mix — Hoe te beginnen? Mixen is makkelijk, of niet? Gewoon de faders verplaatsen totdat het geluid goed klinkt? Goed, u kunt het op die manier doen, maar een meer systematische benadering aangepast aan het materiaal dat u gaat mixen zal veel betere resultaten geven, en sneller. Er zijn geen regels en uiteindelijk zult u een systeem ontwikkelen dat u het meest bevalt.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 5-2. Pannen voor heldere mixen Niet alleen bepaalt de manier waarop u uw afzonderlijke kanalen pant waar de instrumenten in het stereogeluidsbeeld verschijnen, maar het is ook van vitaal belang om elk instrument zijn eigen “ruimte” te geven, zodat deze niet met andere instrumenten in conflict komt.
Optimaal gebruik maken van uw mixer 5-4. Ambiance Verstandige toepassing van reverb en/of delay via de mixer’s AUX-bussen kan een mix oppoetsen, maar teveel kan de mix "verdrinken" en de totale helderheid verminderen. De manier waarop u uw reverbgeluid instelt kan een enorm verschil geven in de manier waarop het in de mix klinkt.
Bedienings- & achterpaneel 1 GAIN-regelaar Kanaalregelsectie Kanalen 1 t/m 8 (Mono) Past het ingangssignaalniveau aan. Pas, om de beste balans tussen de S/R-verhouding en het dynamische bereik te krijgen, het niveau zo aan dat de PEAK-indicator (2) alleen bij ongeveer het maximale ingangsniveau oplicht. De –60 tot –16 schaalverdeling geeft het MIC-ingangsaanpassingsniveau aan. De –34 tot +10 schaalverdeling geeft het LINE-ingangsaanpassingsniveau aan.
Bedienings- & achterpaneel 5 AUX1- en AUX2-regelaars De AUX1-knop regelt het signaalniveau dat het kanaal naar de AUX1-bus stuurt; de AUX2-knop regelt het signaalniveau naar de AUX2-bus. Deze knoppen zouden in het algemeen in de buurt van de -positie moeten worden ingesteld. Als u stereokanalen gebruikt worden de signalen van de L (oneven) en R (even) kanalen gemixt en naar de AUX1- en AUX2-bussen gestuurd.
Bedienings- & achterpaneel 3 TO ST-schakelaar MASTER-regelsectie Als deze schakelaar aan staat ( ), stuurt de mixer de signalen, nadat ze door de GROUP-faders (2) zijn geregeld, naar de STEREO-bus. Het GROUP 1/3-signaal gaat naar STEREO L en het GROUP 2/4-signaal naar STEREO R. 4 Master SEND C • AUX1- en AUX2-regelaars Past het niveau van het signaal aan, dat naar de AUX1 SENDen AUX2 SEND-aansluitingen wordt gestuurd. • Master EFFECT-regelaars Past het niveau aan van het signaal op de EFFECT-bus.
Bedienings- & achterpaneel 8 Niveaumetersignaalschakelaars C PHONES-aansluiting Deze niveaumeterschakelaars, samen met de kanaal PFL-schakelaars, selecteren het signaal dat via de C-R/PHONES-knop naar de C-R OUT-aansluitingen, de PHONES-aansluiting en de niveaumeter wordt gestuurd. Aansluiting voor hoofdtelefoon. Dit is een gebalanceerde stereo steekpluguitgangsaansluiting. OPMERKING De volgende illustratie laat zien hoe de schakelaarinstellingen overeenkomen met de signaalselectie.
Bedienings- & achterpaneel Achterkant ingangs-/uitgangssectie A 6 7 8 0 B 5 9 3 4 1 1 Kanaalingangsaansluitingen 3 Kanaalingangsaansluitingen • MIC-aansluitingen (kanalen 1 t/m 8, 9/10, 11/12) Dit zijn gebalanceerde XLR-ingangsaansluitingen. • LINE-aansluitingen (kanalen 1 t/m 8) Dit zijn gebalanceerde steekplugingangsaansluitingen. U kunt of gebalanceerde of ongebalanceerde steekpluggen op de aansluitingen aansluiten.
Bedienings- & achterpaneel 6 C-R OUT-aansluitingen 9 REC OUT (L, R)-aansluitingen Dit zijn impedantiegebalanceerde steekpluguitgangsaansluitingen. Deze aansluitingen voeren het gemixte signaal uit waarvan het niveau is aangepast met de C-R/PHONES-regelaar. De uitvoer is in stereo (L en R). Deze aansluitingen worden gewoonlijk gebruikt om een monitorsysteem op aan te sluiten.
Opstellen Opstelprocedure OPMERKING (1) Zorg er voor dat, voordat u microfoons en instrumenten aansluit, alle apparaten zijn uitgezet. Let er ook op dat alle kanaalfaders en masterfaders van de mixer helemaal zijn dichtgezet. (2) Bij elke aansluiting sluit u het éne eind van de kabel op de betreffende microfoon of het betreffende instrument aan, en het andere eind op de daarvoor geschikte LINE- of MIC-aansluiting op de mixer. (LINE-aansluitingen: kanalen 1 t/m 8.
Opstellen ■ PA-installatie voor live optredens Monitorluidsprekers (intern) Drums Eindversterker Effectapparaat Microfoons DI CD, cassette- of DAT-recorder Bas CD-speler Synthesizer Effectapparaat Gitaar Microfoons Eindversterker Hoofdtelefoon Gitaar Zaalluidsprekers (extern) Voorbeeld van een luidsprekeropstelling Podium (intern) AUX 1 Publiek (extern) ST 26 MG16/6FX ST
Opstellen Rekbevestiging ■ Bevestiging (1) Er zijn twee metalen rekbevestigingsbeugels aan het apparaat geschroefd. Gebruik een schroevendraaier om deze beugels los te schroeven. (2) Draai de beugels om en plaats ze weer terug en zet ze vast met gebruikmaking van dezelfde schroeven. (3) Bevestig het apparaat in het rek en schroef deze op zijn plaats. OPMERKING Indien gewenst kunt u de linkerbeugel naar rechts verplaatsen en de rechterbeugel naar links, zoals aangegeven in de illustratie.
Appendix Specificaties ■ Algemene specificaties Frequentiekarakteristieken (ST OUT) Totale harmonische vervorming (ST OUT) Brom en Ruis 1 Maximale spanningsversterking 2 Mono/stereo-ingangsversterkingsregelaar Mono/Stereo-hoogdoorlaatfilter Overspraak (1 kHz) Mono-ingangskanaaltoonregeling: Max. variatie (kanalen 1 t/m 8) 3 Stereo-ingangskanaaltoonregeling: Max.
Appendix ■ Ingangsspecificaties Ingangsaansluiting Verster- Ingangsking impedantie Geschikte impedantie Standaardniveau Max.
Appendix Afmetingsoverzichten 393 H 108 101,3 309,6 D 416,6 3 B 423 31,5 27,5 428 480 Bij rekbevestiging 30 MG16/6FX Eenheid: mm
Appendix Blokdiagram en niveaudiagram MG16/6FX 31
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht. NORTH AMERICA CANADA Yamaha Canada Music Ltd. 135 Milner Avenue, Scarborough, Ontario, M1S 3R1, Canada Tel: 416-298-1311 U.S.A. Yamaha Corporation of America 6600 Orangethorpe Ave., Buena Park, Calif. 90620, U.S.A. Tel: 714-522-9011 CENTRAL & SOUTH AMERICA MEXICO Yamaha de Mexico S.A. De C.V.