HANDLEIDING FZS1000 FZS1000S YAMAHA MOTOR CO., LTD. GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER PRINTED IN JAPAN 2004.09-0.
U1C2D1D0.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM INLEIDING DAU10100 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als eigenaar van de FZS1000/FZS1000S profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw FZS1000/FZS1000S.
U1C2D1D0.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10200 FZS1000/FZS1000S HANDLEIDING ©2004 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e uitgave, juli 2004 Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden. Printed in Japan.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1 BESCHRIJVING ................................2-1 Aanzicht linkerzijde..........................2-1 Aanzicht rechterzijde .......................2-2 Bedieningen en instrumenten..........2-3 FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN .............................3-1 Contactslot/stuurslot .......................3-1 Controle- en waarschuwingslampjes ...............3-2 Snelheidsmeterunit .................
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM INHOUDSOPGAVE De achterbrugscharnierpunten smeren ......................................6-26 Smeren van de achterwielophanging .................6-26 Voorvork controleren ....................6-27 Controle van stuursysteem ...........6-27 Controleren van wiellagers ...........6-28 Accu .............................................6-28 Zekeringen vervangen ..................6-29 Koplampgloeilamp vervangen ......
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU10271 1 MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELIGE VOERTUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK EN WERKING ZIJN AFHANKELIJK VAN JUISTE RIJTECHNIEKEN EN VAN DE DESKUNDIGHEID VAN DE BESTUURDER. ELKE BESTUURDER MOET BEKEND ZIJN MET DE VOLGENDE VEREISTEN ALVORENS MET DEZE MOTOR TE GAAN RIJDEN. HIJ OF ZIJ MOET: ● DOOR EEN COMPETENTE INFORMATIEBRON GRONDIG ZIJN INGELICHT OVER ALLE ASPECTEN VAN HET MOTORRIJDEN.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE • Geef altijd richting aan voordat u afslaat of van rijstrook wisselt. Zorg dat andere weggebruikers u kunnen zien. ● De zithouding van de bestuurder en de passagier is belangrijk voor een goede besturing. • De bestuurder moet tijdens het rijden beide handen aan het stuur houden en beide voeten op de bestuurdersvoetsteunen, om zo de macht over het stuur te behouden.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE 1 Let op het volgende wanneer u tot deze gewichtslimiet belaadt: ● Het zwaartepunt van bagage en accessoires moet zo laag mogelijk liggen en zo dicht mogelijk bij de motor. Zorg dat het gewicht zo gelijkmatig mogelijk over beide zijden van de motor wordt verdeeld, om zo onbalans of instabiliteit te beperken. ● Als gewicht gaat schuiven kan zich een plotselinge onbalans voordoen.
U1C2D1D0.book Page 4 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE ● Start de motor nooit in een afgesloten ● Roep onmiddellijk medische hulp in ruimte en laat hem dan niet draaien. De uitlaatgassen zijn giftig en kunnen al heel snel bewusteloosheid of dodelijk letsel veroorzaken. Start de motor alleen in de open lucht of in een ruimte die voldoende ventilatie heeft. ● Zet de motor altijd uit voordat u de motorfiets onbeheerd achterlaat en neem de sleutel uit het contactslot.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM BESCHRIJVING DAU10410 Aanzicht linkerzijde 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Zadelslot/helmbevestiging (pagina 3-11/pagina 3-12) 10.Stelschroef voor inveerdemping schokdemperunit (pagina 3-14) 11.Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-14) 12.Stelknop voor uitveerdemping schokdemperunit (pagina 3-14) 13.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM BESCHRIJVING DAU10420 Aanzicht rechterzijde 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM BESCHRIJVING DAU10430 Bedieningen en instrumenten 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Remhendel (pagina 3-8) 10.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10460 DAU10660 OFF Alle elektrische systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan worden uitgenomen. Contactslot/stuurslot Om het stuur te ontgrendelen DAU10680 LOCK Het stuur is vergrendeld en alle elektrische systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan worden uitgenomen. 3 Om het stuur te vergrendelen 1. Drukken. 2. Draaien.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10910 (Parkeren) The steering is locked, the taillights and auxiliary lights are on, and the hazard light can be turned on, but all other electrical systems are off. De sleutel kan worden uitgenomen. Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleutel naar “ ” te kunnen draaien. 3 DAU11002 DAU11060 Vrijstandcontrolelampje “ ” Dit controlelampje brandt terwijl de versnellingsbak in de vrijstand staat.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU11350 Waarschuwingslampje brandstofniveau “ ” Dit waarschuwingslampje gaat branden wanneer het brandstofniveau daalt tot beneden ca. 4.1 L (1.08 US gal) (0.90 Imp.gal). Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof bij. Het elektrisch circuit voor het waarschuwingslampje controleert u door de sleutel naar “ON” te draaien.
U1C2D1D0.book Page 4 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN die met een volle brandstoftank kan worden afgelegd. Deze informatie stelt u in staat de volgende tankstops te plannen. 3 DAU11891 Toerentellerunit Instellen van een weergavemode Door indrukken van de “SELECT”-knop wisselt de weergave volgens onderstaande volgorde tussen kilometerteller-mode “ODO”- en de ritteller-modes “TRIP 1” en “TRIP 2”.
U1C2D1D0.book Page 5 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12100 Zelfdiagnosesystemen Dit model is uitgerust met een zelfdiagnosesysteem voor de volgende elektrische circuits: ● gasklepsensor ● rijsnelheidssensor ● EXUP-systeem ● valschakelaar Als een van deze circuits defect is, zal de toerenteller bij herhaling de volgende foutcode weergeven: 0 tpm gedurende 3 seconden Circuitspecifiek nummer in tpm gedurende 2.5 seconden (zie de tabel hierna.
U1C2D1D0.book Page 6 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12330 Antidiefstal-alarmsysteem (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer worden uitgerust met een optioneel antidiefstal-alarmsysteem. Neem contact op met een Yamaha dealer voor nadere informatie. DAU12343 DAU12370 Lichtsignaalschakelaar “PASS” Druk deze schakelaar in om met de koplampen een lichtsignaal te geven.
U1C2D1D0.book Page 7 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12710 Startknop “ ” Druk deze knop in om via de startmotor de motor rond te draaien. DAU12820 Koppelingshendel DAU12870 Schakelpedaal DCA10050 LET OP: Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat u de motor start.
U1C2D1D0.book Page 8 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12930 Remhendel DAU12941 DAU13070 Rempedaal Tankdop 1. Rempedaal 1. Slotplaatje tankdop 2. Ontgrendelen. De remhendel bevindt zich aan de rechterstuurgreep. Trek de hendel naar het stuur toe om de voorrem te bekrachtigen. 3 1. 2. 3. 4. Remhendel Stelwiel afstelpositie remhendel Pijlteken Afstand tussen remhendel en stuurgreep Het rempedaal bevindt zich aan de rechterzijde van de motorfiets.
U1C2D1D0.book Page 9 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13210 OPMERKING: Brandstof DCA10070 LET OP: De tankdop kan alleen worden gesloten met de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tankdop niet correct gesloten en vergrendeld is. Veeg gemorste brandstof direct af met een schone, droge en zachte doek, de brandstof kan immers schade toebrengen aan de lak of aan kunststof onderdelen.
U1C2D1D0.book Page 10 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN gebruik loodvrije superbenzine. Door loodvrije benzine te gebruiken gaan bougies langer mee en blijven de onderhoudskosten beperkt. DAU13410 Tankbeluchtingsslang DAU13440 Uitlaatkatalysator Deze machine heeft een uitlaatkatalysator die gemonteerd is in de uitlaatdemper. DWA10860 WAARSCHUWING Het uitlaatsysteem is heet nadat de motor heeft gedraaid.
U1C2D1D0.book Page 11 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13590 Chokehendel “ ” DAU13940 Zadel Verwijderen van het zadel 1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai rechtsom. 3 1. Uitsteeksel 2. Zadelbevestiging 1. Chokehendel “ ” Voor het starten van een koude motor is een rijker lucht/brandstof mengsel nodig; via de choke wordt dit mengsel geleverd. Beweeg de hendel in richting (a) om de choke aan te zetten.
U1C2D1D0.book Page 12 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU14350 Helmbevestiging DAU14411 Opbergcompartiment 3 1. Helmbevestiging 2. Ontgrendelen. 1. Opbergcompartiment Steek de sleutel in het zadelslot en draai deze dan zoals getoond om de helmbevestiging te openen. Vergrendel de helmbevestiging door de sleutel in de oorspronkelijke positie te draaien en deze dan uit te nemen.
U1C2D1D0.book Page 13 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU14751 Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten voor veervoorspanning, stelschroeven voor uitveerdemping en stelschroeven voor inveerdemping. DWA10180 WAARSCHUWING Draai om de veervoorspanning te verlagen en zo de vering zachter te maken de stelbout op beide vorkpoten in de richting (b).
U1C2D1D0.book Page 14 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Inveerdemping DCA10100 LET OP: Probeer nooit een stelmechanisme voorbij de maximum- of minimuminstelwaarden te verdraaien. OPMERKING: 3 1. Stelschroef voor inveerdemping Draai om de inveerdemping te verhogen en zo de vering stugger te maken de stelschroef op beide vorkpoten in de richting (a).
U1C2D1D0.book Page 15 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN spanning te verlagen en zo de vering zachter te maken de stelring in de richting (b). OPMERKING: ● Zet de gewenste inkeping in de stel- ring tegenover de positie-indicator op de schokdemper. ● Verricht de afstelling met de speciale sleutel in de boordgereedschapsset.
U1C2D1D0.book Page 16 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3 schokdemper te gebruiken. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan eigendommen of voor persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit verkeerd gebruik. ● Probeer de gascilinder niet te openen en blijf er verder vanaf. ● Stel de schokdemper niet bloot aan open vuur of aan andere hittebronnen, anders kan deze door de oplopende druk exploderen.
U1C2D1D0.book Page 17 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU15321 Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de sperschakelaar voor de zijstandaard, de sperschakelaar voor de koppelingshendel en de vrijstandschakelaar deel uitmaken) heeft de volgende functies. ● Het verhindert starten wanneer de versnellingsbak in een versnelling geschakeld is en de zijstandaard is opgeklapt, terwijl de koppelingshendel niet is ingetrokken.
U1C2D1D0.book Page 18 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Met de motor uit: 1. Beweeg de zijstandaard omlaag. 2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat. 3. Draai de sleutel naar aan. 4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand. 5. Druk op de startknop. Start de motor? OPMERKING: Deze controle is vooral betrouwbaar als hij wordt uitgevoerd met een warme motor. De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM CONTROLES VOOR HET STARTEN DAU15591 De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM CONTROLES VOOR HET STARTEN DAU15603 Controlelijst voor gebruik ITEM 4 CONTROLES PAGINA Brandstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. • Vul indien nodig brandstof bij. • Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-9 Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor. • Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau. • Controleer de machine op olielekkage.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM CONTROLES VOOR HET STARTEN ITEM CONTROLES Controleer de werking. Smeer indien nodig de kabel. Controleer de vrije slag van de koppelingshendel. Stel indien nodig bij. PAGINA Koppeling • • • • Gasgreep • Controleer of de werking soepel is. • Controleer de vrije slag van de kabel. • Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
U1C2D1D0.book Page 4 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM CONTROLES VOOR HET STARTEN ITEM Sperschakelaar voor de zijstandaard CONTROLES PAGINA • Controleer de werking van het startspersysteem. • Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15950 DAU16220 Starten van een koude motor DWA10270 WAARSCHUWING ● Zorg dat u volkomen vertrouwd bent met alle bedieningsfuncties en hun werking voordat u gaat rijden. Informeer bij een Yamaha dealer als u de werking van een schakelaar of functie niet volkomen begrijpt. ● Start de motor nooit in een afgesloten ruimte en laat deze hierin ook niet lange tijd aaneen draaien.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5 olielekkage. Vul indien nodig motorolie bij en controleer het waarschuwingslampje dan opnieuw. Als bij het naar “ON” draaien van de contactsleutel het waarschuwingslampje niet een paar seconden brandt en dan dooft, of als het lampje niet uitgaat na starten met voldoende motorolie, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch circuit te controleren.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16671 Schakelen DCA10260 LET OP: ● Rijd niet lange tijd met afgezette 1. Schakelpedaal 2. Vrijstand Door de versnellingen te schakelen kunt u het beschikbare motorvermogen doseren bij het wegrijden, optrekken, tegen een helling oprijden etc. De schakelstanden worden getoond in de afbeelding. motor, ook niet met de versnellingsbak in de vrijstand, en sleep de motorfiets niet over lange afstanden.
U1C2D1D0.book Page 4 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16841 Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur van het motorblok is de tijd tussen 0 en 1600 km (1000 mi). Lees daarom de volgende informatie aandachtig door. Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar worden belast. De verschillende onderdelen van de motor slijten op elkaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU17240 DAU17520 Boordgereedschapsset De eigenaar is verplicht de optimale veiligheid te waarborgen. Door periodiek inspecties, afstellingen en smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de volgende pagina’s wordt de belangrijkste informatie met betrekking tot inspecties, afstellingen en smeerbeurten gegeven.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU17705 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING: ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht. ● Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 km.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1000 km) NR. ITEM 8 * Achterrem CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT • Controleer de werking en het vloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage. 1 10 20 30 40 √ √ √ √ √ • Vervang de remblokken. 9 * Remslangen √ • Controleer op scheurtjes en beschadigingen. • Vervangen. √ √ √ • Controleer de speling en controleer op beschadigingen.
U1C2D1D0.book Page 4 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1000 km) NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT 1 20 30 40 19 * Voorvork • Controleer op een correcte werking en olielekkage. √ √ √ √ 20 * Schokdemperunit • Controleer op een correcte werking en olielekkage. √ √ √ √ • Controleer de werking. √ √ √ √ 21 * 6 10 Relaisarm achterwielophanging en scharnierpunten verbindingsarm √ • Smeren met lithiumvet.
U1C2D1D0.book Page 5 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1000 km) NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT 1 10 20 30 40 30 * Uitlaatdemper en uitlaatpijp • Controleer of de schroefklem goed vastzit. √ √ √ √ √ 31 * Lampen, richtingaanwijzers en schakelaars • Controleer de werking. • Stel de koplamplichtbundel af.
U1C2D1D0.book Page 6 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU18771 Panelen verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onderhoudswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden beschreven, moeten de afgebeelde panelen worden verwijderd. Neem deze paragraaf telkens door om een paneel te verwijderen of aan te brengen. 1. Paneel C 2. Paneel D 1. Paneel C 2.
U1C2D1D0.book Page 7 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU36570 Panelen B en D Verwijderen van een paneel Verwijder de schroeven en de bout en haal dan het paneel los. DAU19543 Controleren van de bougies De bougies zijn belangrijke onderdelen van de motor die gemakkelijk kunnen worden gecontroleerd.
U1C2D1D0.book Page 8 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Voorgeschreven bougie: NGK/CR9E DENSO/U27ESR-N Een bougie aanbrengen 1. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat. Stel de afstand indien nodig af volgens de specificatie. Aanhaalmoment: Bougie: 12.5 Nm (1.25 m·kgf, 9.0 ft·lbf) OPMERKING: Als geen momentsleutel beschikbaar is, wordt de bougie correct vastgezet door handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag verder te draaien.
U1C2D1D0.book Page 9 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. 2. 3. 4. Olievuldop Kijkglas olieniveau Merkstreep maximumniveau Merkstreep minimumniveau 1. Olieaftapplug 1. Oliefiltersleutel 2. Oliefilterpatroon OPMERKING: ● Sla de stappen 4–6 over als de oliefil- OPMERKING: 4. Als de motorolie beneden de merkstreep voor minimumniveau staat, vul dan voldoende olie, van de aanbevolen soort, bij tot het correcte niveau. terpatroon niet wordt vervangen.
U1C2D1D0.book Page 10 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES OPMERKING: Zorg dat de o-ring goed in de groef valt. 6. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel en zet hem dan met een momentsleutel vast met het voorgeschreven aanhaalmoment. 8. Vul bij met de voorgeschreven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie, monteer dan de olievuldop en zet deze vast. Aanbevolen motorolie: Zie pagina 8-1.
U1C2D1D0.book Page 11 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU20070 Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau worden gecontroleerd. Ook moet de koelvloeistof worden ververst volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. DAU20101 Controleren van het koelvloeistofniveau 1. Zet de machine op de middenbok.
U1C2D1D0.book Page 12 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU20431 Verversen van de koelvloeistof 1. Zet de machine op de middenbok en laat het motorblok indien nodig afkoelen. 2. Verwijder de panelen A en B. (Zie pagina 6-6.) 3. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te vangen. 4. Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop. DWA10380 WAARSCHUWING Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop nooit terwijl de motor nog heet is. 6 1.
U1C2D1D0.book Page 13 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES koelvloeistof te controleren, anders zal de koelvloeistof minder effectief zijn. 9. Breng de radiatorvuldop aan, start de motor, laat een paar minuten stationair draaien en zet hem dan uit. 10. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te controleren. Vul indien nodig zoveel koelvloeistof bij tot het niveau bovenin de radiator staat en breng dan de radiatorvuldop aan. 11.
U1C2D1D0.book Page 14 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DWA11290 WAARSCHUWING ● Controleer voor de installatie van 1. Luchtfilterdeksel 2. Schroef 7. Trek het luchtfilterelement los. 1. Luchtfilterelement 9. Steek het luchtfilterelement in het luchtfilterhuis. DCA11330 LET OP: Laat de motor nooit draaien zonder dat het luchtfilterelement aanwezig is, dat kan leiden tot overmatige slijtage bij de zuiger(s) en/of de cilinder(s). 6 1. Luchtfilterelement 8.
U1C2D1D0.book Page 15 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 14. Breng het zadel aan. DAU21290 Afstellen van de carburateurs De carburateurs vormen een belangrijk onderdeel van de motor en moeten zeer precies worden afgesteld. Laat daarom de meeste carburateurafstellingen over aan een Yamaha dealer die over de benodigde vakkennis en ervaring beschikt.
U1C2D1D0.book Page 16 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Stationair motortoerental: 1050–1150 tpm DAU21381 Controleren van de vrije slag gaskabel OPMERKING: Als het voorgeschreven stationair toerental niet haalbaar is volgens de hierboven beschreven werkwijze, vraag dan een Yamaha dealer de afstelling uit te voeren. 1. Vrije slag gaskabel 6 De vrije slag van de gaskabel dient 3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in) te bedragen bij de gasgreep.
U1C2D1D0.book Page 17 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU21771 Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven banden op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw motorfiets. Bandspanning De bandspanning moet voor elke rit worden gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld.
U1C2D1D0.book Page 18 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Inspectie van banden DWA10470 Bandeninformatie WAARSCHUWING ● Laat sterk versleten banden door 1. Wang van band 2. Bandprofieldiepte 6 Voor elke rit moeten de banden worden gecontroleerd.
U1C2D1D0.book Page 19 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES ● Gebruik uitsluitend de hierna ver- ● Gebruik bij vervanging uitsluitend melde bandventielen en luchtventielbuisjes om bij hoge rijsnelheden een te lage bandspanning te voorkomen. het voorgeschreven type banden. Bij andere banden is het risico op een klapband bij zeer hoge rijsnelheden niet denkbeeldig. ● Gloednieuwe banden bieden op sommige typen wegdek relatief weinig grip totdat ze zijn “ingereden”.
U1C2D1D0.book Page 20 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU22080 Vrije slag van koppelingshendel afstellen DAU22270 OPMERKING: Remlichtschakelaar afstellen Als de voorgeschreven vrije slag niet kan worden gehaald op de hierboven beschreven wijze, vraag dan een Yamaha dealer het inwendig koppelingsmechanisme te controleren. 1. Remlichtschakelaar 2. Stelmoer remlichtschakelaar 1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel 2.
U1C2D1D0.book Page 21 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU22321 Controleren van voor- en achterremblokken Voorrem ven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Elk remblok heeft een eigen slijtage-indicatorgroef, zodat het remblok kan worden gecontroleerd zonder de rem te hoeven demonteren. Let op de slijtage-indicatorgroeven om de remblokslijtage te controleren.
U1C2D1D0.book Page 22 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6 Controleer alvorens te gaan rijden of de remvloeistof boven de merkstreep voor minimumniveau staat en vul indien nodig bij. Een laag remvloeistofniveau wijst mogelijk op verregaande remblokslijtage en/of lekkage in het remsysteem. Als het remvloeistofniveau laag is, controleer dan de remblokken op slijtage en het remsysteem op lekkage.
U1C2D1D0.book Page 23 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU22760 Spanning aandrijfketting De spanning van de aandrijfketting moet voorafgaand aan elke rit worden gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld. DAU22791 Aandrijfketting controleren op spanning 1. Zet de motorfiets op de middenbok. 2. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand. 3. Draai het achterwiel enkele malen rond en zoek de stand waarin de ketting het meest strak staat. 4.
U1C2D1D0.book Page 24 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23021 Smeren van de aandrijfketting De aandrijfketting moet worden gereinigd en gesmeerd volgens de intervalperioden zoals voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema, anders zal de ketting snel slijten, met name in vochtige of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting als volgt.
U1C2D1D0.book Page 25 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23110 Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel DAU23131 DAU23140 Controleren en smeren van remen schakelpedalen Controleren en smeren van remen koppelingshendels De werking van het rem- en het schakelpedaal moet voorafgaand aan elke rit worden gecontroleerd en de pedaalscharnierpunten moeten indien nodig worden gesmeerd.
U1C2D1D0.book Page 26 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23210 Controleren en smeren van middenbok en zijstandaard DAUM1650 Smeren van de achterwielophanging Het achterbrugscharnierpunt moet worden gesmeerd volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. De scharnierpunten in de achterwielophanging moeten worden gesmeerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
U1C2D1D0.book Page 27 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23271 DAU23280 Voorvork controleren Controle van stuursysteem De conditie en de werking van de voorvork moeten als volgt worden gecontroleerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Losse of versleten balhoofdlagers kunnen gevaarlijk zijn.
U1C2D1D0.book Page 28 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23290 Controleren van wiellagers DAU33650 Accu De voor- en achterwiellagers moeten worden gecontroleerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Als de wielnaaf speling vertoont of het wiel niet soepel draait, vraag dan een Yamaha dealer de wiellagers te controleren. 1. Negatieve accupool 2.
U1C2D1D0.book Page 29 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Om de accu op te bergen 1. Verwijder de accu als het voertuig langer dan een maand niet wordt gebruikt, laad hem volledig bij en zet dan weg op een koele en droge plek. 2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze minstens eenmaal per maand worden gecontroleerd; laad de accu dan indien nodig steeds volledig bij. 3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. 4.
U1C2D1D0.book Page 30 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de voorgeschreven ampèrewaarde aan. 6 4. Als de zekering direct opnieuw doorbrandt, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch systeem te controleren. Voorgeschreven zekeringen: Hoofdzekering: 30.0 A Koplampzekering: 20.0 A Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A Zekering signaleringssysteem: 20.
U1C2D1D0.book Page 31 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES vensduur nadelig worden beïnvloed. Wrijf eventuele verontreinigingen en vingerafdrukken op het gloeilampglas weg met een doekje gedrenkt in alcohol of thinner. ● Koplamplens Plak geen kleurfolie of stickers op de koplamplens. Gebruik geen koplampgloeilamp met een hoger wattage dan is voorgeschreven. 1. Gloeilamphouder DAU24160 Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen 1. Verwijder het zadel.
U1C2D1D0.book Page 32 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU24201 Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtingaanwijzer door de schroeven te verwijderen. 1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht 6 4. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draaien. 5. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de fitting, druk de lamp aan en draai rechtsom tot hij stuit. 6.
U1C2D1D0.book Page 33 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 3. Verwijder aan beide zijden de remslanghouders door de bouten los te halen. 4. Verwijder aan beide zijden de remklauwen door de bouten los te halen. DAU24360 Voorwiel DAU24470 Verwijderen van het voorwiel DWA10820 WAARSCHUWING ● Het is aan te bevelen om onderhoud 1. Gloeilamp parkeerlicht 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fitting. 5.
U1C2D1D0.book Page 34 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU25020 Aanbrengen van het voorwiel 1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten. 2. Steek de wielas naar binnen. 3. Laat het voorwiel zakken zodat dit op de grond rust. 4. Monteer de remklauwen door de bouten aan te brengen. OPMERKING: Kijk of er voldoende afstand tussen de remblokken is voordat de remklauwen over de remschijven worden gemonteerd. 6 5.
U1C2D1D0.book Page 35 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Aanhaalmomenten: Wielasmoer: 150 Nm (15.0 m·kgf, 108 ft·lbf) Remklauwbout: 40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf) Bevestigingsmoer remankerstang: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf) 1. Stelbout spanning aandrijfketting 2. Borgmoer OPMERKING: De aandrijfketting hoeft niet te worden gedemonteerd om het achterwiel te verwijderen en aan te brengen. 8. Ondersteun het wiel en trek dan de wielas uit. 9. Verwijder het wiel.
U1C2D1D0.book Page 36 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU25870 Problemen oplossen 6 Yamaha motorfietsen ondergaan een grondige inspectie voordat ze vanaf de fabriek op transport gaan, maar tijdens gebruik kunnen toch storingen optreden. Problemen in de brandstof-, compressie- of ontstekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn van slecht starten of een afname in motorvermogen.
U1C2D1D0.book Page 37 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU25911 Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor DWA10840 WAARSCHUWING Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. 1. Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. Er is voldoende brandstof aanwezig. Controleer de compressie. Er is geen brandstof aanwezig. Vul brandstof bij.
U1C2D1D0.book Page 38 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Oververhitte motor DWA10400 WAARSCHUWING ● Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26010 Verzorging De open constructie van een motorfiets maakt de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de machine is hierdoor ook meer kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roestvorming en corrosie, ook al zijn hoogwaardige componenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een motorfiets is dit echter nadelig voor de algehele aanblik.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Na normaal gebruik Verwijder vuil met warm water, zachte zeep en een zachte, schone spons en spoel dan grondig met schoon water. Gebruik een tandenborstel op moeilijk bereikbare plekken. Hardnekkig vastzittend vuil en insectenresten laten gemakkelijker los als de bewuste plek alvorens te reinigen een paar minuten met een vochtige doek wordt bedekt.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26160 OPMERKING: Vraag een Yamaha dealer om advies over de te gebruiken producten. Stalling Korte termijn Stal uw motorfiets steeds op een koele en droge plek en bescherm indien nodig tegen stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
U1C2D1D0.book Page 4 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DWA10950 WAARSCHUWING Om schade of letsel door vonkvorming te voorkomen, moeten de bougie-elektroden aan massa liggen terwijl de motor wordt rondgedraaid. 7 OPMERKING: Voer eventueel benodigde reparaties uit voordat u uw motorfiets stalt. 6. Smeer alle bedieningskabels en scharnierpunten van alle hendels en pedalen en van de zijstandaard/middenbok. 7.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM SPECIFICATIES Afmetingen: Totale lengte: 2125 mm (83.7 in) Totale breedte: 765 mm (30.1 in) Totale hoogte: 1190 mm (46.9 in) Zadelhoogte: 820 mm (32.3 in) Wielbasis: 1450 mm (57.1 in) Grondspeling: 140 mm (5.51 in) Kleinste draaicirkel: 2900 mm (114.2 in) Gewicht: Incl. olie en brandstof: 231.0 kg (509 lb) Motor: Type motor: Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC Cilinderopstelling: 4-cilinder, parallel vooroverhellend Slagvolume: 998.0 cm³ (60.90 cu.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM SPECIFICATIES Bediening: Bediening met linkervoet Overbrengingsverhoudingen: 1e: 35/14 (2.500) 2e: 35/19 (1.842) 3e: 30/20 (1.500) 4e: 28/21 (1.333) 5e: 30/25 (1.200) 6e: 29/26 (1.115) Chassis: Type frame: Dubbel wiegframe Spoorhoek: 26.00 ° Naspoor: 104.0 mm (4.
U1C2D1D0.book Page 3 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM SPECIFICATIES Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente magneten Accu: Model: GT14B-4 Voltage, capaciteit: 12 V, 12.0 A/u Koplamp: Type gloeilamp: Halogeenlamp Gloeilampen voltage, wattage × aantal: Koplamp: 12 V, 60 W/55.0 W × 2 Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 2 Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2 Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2 Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W × 2 Instrumentenverlichting: 12 V, 2.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM GEBRUIKERSINFORMATIE DAU26351 Identificatienummers DAU26381 DAU26400 Sleutelnummer Voertuigidentificatienummer 1. Sleutelnummer 1. Voertuigidentificatienummer Het sleutelnummer is ingeslagen op het sleutelplaatje. Noteer dit nummer in het daartoe bestemde vakje en gebruik dit als referentie bij het bestellen van een nieuwe sleutel. Het voertuigidentificatienummer is ingeslagen op de balhoofdbuis.
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM GEBRUIKERSINFORMATIE DAU26480 Modelinformatiesticker 1. Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is onder het zadel bevestigd aan het frame. (Zie pagina 3-11.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze informatie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.
U1C2D1D0.book Page 1 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM INDEX A Aandrijfketting, smeren ......................... 6-24 Accu ...................................................... 6-28 Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-26 Achterwielophanging, smeren............... 6-26 Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-20 Antidiefstal-alarmsysteem (optie)............ 3-6 H Identificatienummers .............................. 9-1 Inrijperiode..............................................
U1C2D1D0.book Page 2 Wednesday, August 4, 2004 10:06 AM INDEX V Veiligheidsinformatie .............................. 1-1 Verzorging .............................................. 7-1 Voertuigidentificatienummer ................... 9-1 Voor- en achterremblokken, controleren ......................................... 6-21 Voorvork, afstellen................................ 3-13 Voorvork, controleren ........................... 6-27 Vrije slag gaskabel, controleren ........... 6-16 Vrijstandcontrolelampje ....
A5-yoko_Blank.
A5-yoko_Blank.
HANDLEIDING FZS1000 FZS1000S YAMAHA MOTOR CO., LTD. GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER PRINTED IN JAPAN 2004.09-0.