HANDLEIDING FJR1300 FJR1300A YAMAHA MOTOR CO., LTD. GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER PRINTED IN JAPAN 2004.08-0.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM DAU26941 VERKLARING VAN CONFORMITEIT DECLARATION of CONFORMITY We Wij, Company: MORIC CO., LTD. Address: 1450-6 Mori Mori-Machi Shuchi-gun Shizuoka 437-0292 Japan Bedrijf: MORIC CO., LTD.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM INLEIDING DAU10100 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als eigenaar van de FJR1300/FJR1300A profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw FJR1300/FJR1300A.
U5JWD4D0.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10200 FJR1300/FJR1300A HANDLEIDING ©2004 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e uitgave, juli 2004 Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden. Printed in Japan.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1 BESCHRIJVING ................................2-1 Aanzicht linkerzijde..........................2-1 Aanzicht rechterzijde .......................2-2 Bedieningen en instrumenten..........2-3 FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN .............................3-1 Startblokkeersysteem .....................3-1 Contactslot/stuurslot .......................3-2 Controle- en waarschuwingslampjes ...........
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM INHOUDSOPGAVE Smeren van de achterwielophanging .................6-24 Voorvork controleren ....................6-25 Controle van stuursysteem ...........6-25 Controleren van wiellagers ...........6-26 Accu .............................................6-26 Zekeringen vervangen ..................6-27 Koplampgloeilamp vervangen ......6-29 Gloeilampen voor de achterste richtingaanwijzer of het achterlicht/remlicht vervangen .................................
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU10281 1 MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELIGE VOERTUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK EN WERKING ZIJN AFHANKELIJK VAN JUISTE RIJTECHNIEKEN EN VAN DE DESKUNDIGHEID VAN DE BESTUURDER. ELKE BESTUURDER MOET BEKEND ZIJN MET DE VOLGENDE VEREISTEN ALVORENS MET DEZE MOTOR TE GAAN RIJDEN. HIJ OF ZIJ MOET: ● DOOR EEN COMPETENTE INFORMATIEBRON GRONDIG ZIJN INGELICHT OVER ALLE ASPECTEN VAN HET MOTORRIJDEN.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE • Geef altijd richting aan voordat u afslaat of van rijstrook wisselt. Zorg dat andere weggebruikers u kunnen zien. ● De zithouding van de bestuurder en de passagier is belangrijk voor een goede besturing. • De bestuurder moet tijdens het rijden beide handen aan het stuur houden en beide voeten op de bestuurdersvoetsteunen, om zo de macht over het stuur te behouden.
U5JWD4D0.book Page 3 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE Maximale belasting: FJR1300 201 kg (443 lb) FJR1300A 194 kg (428 lb) 1 Let op het volgende wanneer u tot deze gewichtslimiet belaadt: ● Het zwaartepunt van bagage en accessoires moet zo laag mogelijk liggen en zo dicht mogelijk bij de motor. Zorg dat het gewicht zo gelijkmatig mogelijk over beide zijden van de motor wordt verdeeld, om zo onbalans of instabiliteit te beperken.
U5JWD4D0.book Page 4 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM VEILIGHEIDSINFORMATIE • Pas op en mors tijdens het tanken geen benzine op de motor of op het uitlaatsysteem. • Tank niet terwijl u rookt of in de nabijheid bent van open vuur. ● Start de motor nooit in een afgesloten ruimte en laat hem dan niet draaien. De uitlaatgassen zijn giftig en kunnen al heel snel bewusteloosheid of dodelijk letsel veroorzaken. Start de motor alleen in de open lucht of in een ruimte die voldoende ventilatie heeft.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM BESCHRIJVING DAU10410 Aanzicht linkerzijde 2 12.Stelknop voor uitveerdemping schokdemperunit (pagina 3-18) 13.Stelhefboom voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-18) 14.Luchtfilterelement (pagina 6-14) 15.Schakelpedaal (pagina 3-10) 16.Oliefilterpatroon (pagina 6-9) 17.Kijkglas olieniveau (pagina 6-9) 1. Zekeringenkastje (pagina 6-27) 2. Accessoirebox (pagina 3-15) 3. Stelbout voor veervoorspanning voorvork (pagina 3-16) 4.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM BESCHRIJVING DAU10420 Aanzicht rechterzijde 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. Voetsteun passagier Opbergcompartiment (pagina 3-15) Koelvloeistofreservoir (pagina 6-12) Accu (pagina 6-26) Kuipruit (pagina 3-8) Hoofdzekering en zekering elektonisch brandstofinjectiesysteem (pagina 6-27) 7. Stelschroef voor inveerdemping voorvork (pagina 3-16) 8. Rempedaal (pagina 3-11) 9.
U5JWD4D0.book Page 3 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM BESCHRIJVING DAU10430 Bedieningen en instrumenten 2 1. Koppelingshendel (pagina 3-9) 2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-8) 3. Toerenteller (pagina 3-5) 4. Snelheidsmeter (pagina 3-5) 5. Multifunctioneel display (pagina 3-6) 6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-8) 7. Remhendel (pagina 3-10) 8. Gasgreep (pagina 6-15) 9. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2) 10.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10972 Startblokkeersysteem 1. Codeersleutel (rood bovendeel) 2. Standaardsleutels (zwart bovendeel) Dit voertuig is voorzien van een startblokkeersysteem waarmee diefstal kan worden bemoeilijkt door de codering van de standaardsleutels te wijzigen.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10471 Contactslot/stuurslot DAU26810 ON Alle elektrische circuits worden voorzien van stroom; de instrumentenverlichting, het achterlicht en het parkeerlicht gaan branden en de motor kan worden gestart. De sleutel kan niet worden uitgenomen. Om het stuur te vergrendelen OPMERKING: De koplampen gaan automatisch branden wanneer de motor is gestart en blijven branden tot de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid.
U5JWD4D0.book Page 3 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Om het stuur te ontgrendelen DAU10910 (Parkeren) The steering is locked, the taillights and auxiliary lights are on, and the hazard light can be turned on, but all other electrical systems are off. De sleutel kan worden uitgenomen. Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
U5JWD4D0.book Page 4 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU11060 DAU11530 Vrijstandcontrolelampje “ ” Dit controlelampje brandt terwijl de versnellingsbak in de vrijstand staat. Waarschuwingslampje motorstoring “ ” Dit waarschuwingslampje gaat branden of knippert wanneer een elektrisch circuit dat de motorwerking controleert defect is. Vraag in dat geval een Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem te controleren.
U5JWD4D0.book Page 5 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU11601 OPMERKING: Snelheidsmeter DAU11872 Toerenteller Dit model is ook uitgerust met een zelfdiagnosesysteem voor het startblokkeersysteem. Als het startblokkeersysteem defect is, gaat het controlelampje knipperen en toont het multifunctionele display een foutcode wanneer de contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid. (Zie “Zelfdiagnosesysteem” op pagina 3-6 voor meer informatie.) 3 1. Toerenteller 2.
U5JWD4D0.book Page 6 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU26861 Multifunctioneel display 3 1. Multifunctioneel display 2. “SELECT”-toets 3.
U5JWD4D0.book Page 7 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN OPMERKING: Als het multifunctionele display foutcode 52 weergeeft, betreft dit mogelijk een storing in het transpondersignaal. Als deze fout zich voordoet, probeer dan het volgende. 1. Start de motor met behulp van de codeersleutel.
U5JWD4D0.book Page 8 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12343 DAU12350 Lichtsignaalschakelaar “ ” Druk deze schakelaar in om de koplamp een lichtsignaal te laten afgeven. Stuurschakelaars Links DAU12400 Dimlichtschakelaar “ / ” Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht en op “ ” voor dimlicht. 3 DAU12460 1. 2. 3. 4. 5.
U5JWD4D0.book Page 9 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12710 Startknop “ ” Druk deze knop in om via de startmotor de motor rond te draaien. DCA10050 LET OP: DCA10060 DAU12830 Koppelingshendel LET OP: Gebruik de alarmverlichting niet gedurende langere tijd, anders kan de accu ontladen raken. Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat u de motor start. 3 DAU12731 Schakelaar alarmverlichting “ ” 1. 2. 3. 4. 1.
U5JWD4D0.book Page 10 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN houden. Controleer of het correcte instelpunt op het stelwiel tegenover het pijlteken op de koppelingshendel staat. De koppelingshendel is voorzien van een sperschakelaar die deel uitmaakt van het startspersysteem. (Zie pagina 3-19.) DAU12870 Schakelpedaal DAU26822 Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechterstuurgreep. Trek de hendel naar het stuur toe om de voorrem te bekrachtigen. 3 1.
U5JWD4D0.book Page 11 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12941 Rempedaal DAU26792 ABS (voor modellen met ABS) Het Yamaha ABS (Anti-lock Brake System) bestaat uit een dubbel uitgevoerd elektronisch regelsysteem dat de voorrem en achterrem onafhankelijk aanstuurt. De ABSwerking wordt gecontroleerd door een ECU (Electronic Control Unit) die bij een systeemstoring uitgaat van handmatig remmen. DWA10090 WAARSCHUWING 1.
U5JWD4D0.book Page 12 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13070 Tankdop DAU13210 OPMERKING: Brandstof De tankdop kan alleen worden gesloten met de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tankdop niet correct gesloten en vergrendeld is. DWA11090 WAARSCHUWING 3 Controleer voor u gaat rijden of de tankdop correct is afgesloten. 1. Slotplaatje tankdop 2. Ontgrendelen. 1. Vulpijp brandstoftank 2.
U5JWD4D0.book Page 13 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DCA10070 LET OP: Veeg gemorste brandstof direct af met een schone, droge en zachte doek, de brandstof kan immers schade toebrengen aan de lak of aan kunststof onderdelen. gebruik loodvrije superbenzine. Door loodvrije benzine te gebruiken gaan bougies langer mee en blijven de onderhoudskosten beperkt.
U5JWD4D0.book Page 14 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13430 Uitlaatkatalysator DAU14080 Zadels Dit model is uitgerust met een uitlaatkatalysator. Bestuurderszadel DWA10860 WAARSCHUWING 3 Het uitlaatsysteem is heet nadat de motor heeft gedraaid. Controleer of het uitlaatsysteem is afgekoeld alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Verwijderen van het bestuurderszadel 1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai hem dan zoals afgebeeld. 1.
U5JWD4D0.book Page 15 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU14411 Opbergcompartiment DAU26882 Accessoirebox 3 1. Uitsteeksel 2. Zadelbevestiging 2. Breng het bestuurderszadel aan. OPMERKING: Controleer of de zadels stevig zijn vergrendeld alvorens te gaan rijden. 1. Yamaha U-slot (optie) 1. Accessoirebox Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het opbergen van een origineel Yamaha U-slot. (Andere typen sloten passen mogelijk niet.
U5JWD4D0.book Page 16 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DWA11421 WAARSCHUWING ● Overschrijd het maximumlaadge- 3 wicht van 0.3 kg (0.66 lb) voor de accessoirebox niet. ● Overschrijd het maximumgewicht van FJR1300 201 kg (443 lb) FJR1300A 194 kg (428 lb) voor het voertuig niet. DAU14731 Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten voor veervoorspanning, stelknoppen voor uitveerdemping en stelschroeven voor inveerdemping.
U5JWD4D0.book Page 17 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Uitveerdemping Inveerdemping DCA10100 LET OP: Probeer nooit een stelmechanisme voorbij de maximum- of minimuminstelwaarden te verdraaien. OPMERKING: 1. Stelknop voor uitveerdemping 1. Stelschroef voor inveerdemping Draai om de uitveerdemping te verhogen en zo de vering stugger te maken de stelknop op beide vorkpoten in de richting (a).
U5JWD4D0.book Page 18 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU14911 Afstellen van de schokdemperunit Uitveerdemping DWA10220 WAARSCHUWING Deze schokdemperunit is uitgerust met een stelhefboom voor veervoorspanning en een stelknop voor uitveerdemping. DCA10100 LET OP: 3 Probeer nooit een stelmechanisme voorbij de maximum- of minimuminstelwaarden te verdraaien. 1. Stelknop voor uitveerdemping Veervoorspanning 1.
U5JWD4D0.book Page 19 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU15290 Sloten voor optionele zijkoffers en topkoffer DAU15300 Startspersysteem De zijstandaard bevindt zich aan de linkerzijde van het frame. Trek of druk de zijstandaard met uw voet omhoog of omlaag terwijl u de motorfiets verticaal houdt.
U5JWD4D0.book Page 20 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te controleren.
U5JWD4D0.book Page 21 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Met de motor uit: 1. Beweeg de zijstandaard omlaag. 2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat. 3. Draai de sleutel naar aan. 4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand. 5. Druk op de startknop. Start de motor? JA OPMERKING: Deze controle is vooral betrouwbaar als hij wordt uitgevoerd met een warme motor. De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM CONTROLES VOOR HET STARTEN DAU15591 De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM CONTROLES VOOR HET STARTEN DAU15603 Controlelijst voor gebruik ITEM CONTROLES PAGINA Brandstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. • Vul indien nodig brandstof bij. • Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-12 Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor. • Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau. • Controleer de machine op olielekkage.
U5JWD4D0.book Page 3 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM CONTROLES VOOR HET STARTEN ITEM CONTROLES PAGINA Koppeling • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten. • Controleer het vloeistofniveau in het reservoir. • Vul indien nodig het aanbevolen type vloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau. • Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-19, 6-20 Gasgreep • Controleer of de werking soepel is.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU15950 DAU26801 Starten van de motor DWA10270 WAARSCHUWING ● Zorg dat u volkomen vertrouwd bent met alle bedieningsfuncties en hun werking voordat u gaat rijden. Informeer bij een Yamaha dealer als u de werking van een schakelaar of functie niet volkomen begrijpt. ● Start de motor nooit in een afgesloten ruimte en laat deze hierin ook niet lange tijd aaneen draaien.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16671 OPMERKING: Schakelen De motor is voldoende warm als deze snel reageert op de gasbediening. 5 DCA10260 LET OP: ● Rijd niet lange tijd met afgezette 1. Schakelpedaal 2. Vrijstand Door de versnellingen te schakelen kunt u het beschikbare motorvermogen doseren bij het wegrijden, optrekken, tegen een helling oprijden etc. De schakelstanden worden getoond in de afbeelding.
U5JWD4D0.book Page 3 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU16810 Tips voor een zuinig brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om het brandstofverbruik te verlagen: ● Schakel snel en soepel door en vermijd hoge toerentallen terwijl u accelereert. ● Geef geen gas tijdens het terugschakelen en voorkom dat de motor onbelast met een hoog toerental draait.
U5JWD4D0.book Page 4 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU17212 Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem dan de sleutel uit het contactslot. DWA10310 WAARSCHUWING ● De motor en het uitlaatsysteem 5 kunnen zeer heet worden, parkeer dus op een plek waar voetgangers of kinderen niet gemakkelijk met deze onderdelen in aanraking kunnen komen. ● Parkeer niet op een helling of op een zachte ondergrond, de machine zou dan kunnen omvallen.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU17240 DAU17360 Boordgereedschapsset De eigenaar is verplicht de optimale veiligheid te waarborgen. Door periodiek inspecties, afstellingen en smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de volgende pagina’s wordt de belangrijkste informatie met betrekking tot inspecties, afstellingen en smeerbeurten gegeven.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU17705 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING: ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht. ● Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 km.
U5JWD4D0.book Page 3 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1000 km) NR. ITEM 7 * Achterrem CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT • Controleer de werking en het vloeistofniveau en controleer de machine op vloeistoflekkage. 1 10 20 30 40 √ √ √ √ √ • Vervang de remblokken. 8 * Remslangen √ • Controleer op scheurtjes en beschadigingen. • Vervangen. √ √ √ • Controleer de speling en controleer op beschadigingen.
U5JWD4D0.book Page 4 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES KILOMETERSTAND (× 1000 km) NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT 1 10 20 30 40 √ √ √ √ JAARLIJKSE CONTROLE 19 * Relaisarm achterwielophanging en scharnierpunten verbindingsarm 20 * Elektronisch brandstofinjectiesysteem • Stel het stationair toerental en de synchronisatie af. √ √ √ √ √ √ 21 Motorolie • Verversen. • Controleer het olieniveau en controleer de machine op olielekkage.
U5JWD4D0.book Page 5 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU17670 OPMERKING: ● Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt. ● Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem • Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
U5JWD4D0.book Page 6 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU18771 Panelen verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onderhoudswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden beschreven, moeten de afgebeelde panelen worden verwijderd. Neem deze paragraaf telkens door om een paneel te verwijderen of aan te brengen. 1. Paneel E 1. Bout 2.
U5JWD4D0.book Page 7 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 2. Monteer paneel A (om installatie van paneel B af te maken) of paneel D (om installatie van paneel C af te maken). 2. Verwijder de bouten, de snelsluitschroef en de drukclips en haal dan het paneel los. DAU19193 Paneel D Verwijderen van het paneel Verwijder de bouten en haal het paneel los. 1. Bout 2. Drukclip 1. Bout 2. Snelsluitschroef 3. Drukclip 6 1. Bout 1. Bout 2.
U5JWD4D0.book Page 8 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU19641 Controleren van de bougies 6 Bougies vormen belangrijke onderdelen van de motor die periodiek moeten worden gecontroleerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer. Omdat bougies door verhitting en neerslag altijd langzaam slijten, moeten de bougies worden verwijderd en gecontroleerd volgens de tijden genoemd in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
U5JWD4D0.book Page 9 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU19881 Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieniveau worden gecontroleerd. Verder moet de olie worden ververst en de oliefilterpatroon worden vervangen volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op de middenbok.
U5JWD4D0.book Page 10 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES OPMERKING: Zorg dat de o-ring goed correct aanligt. 6. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon en zet deze dan met een momentsleutel vast met het voorgeschreven aanhaalmoment. OPMERKING: De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel leveren. 5. Smeer een dun laagje motorolie op de o-ring van de nieuwe oliefilterpatroon. 8.
U5JWD4D0.book Page 11 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES ● Zorg dat er geen verontreinigingen in het carter terecht komen. 9. Start de motor, laat hem een paar minuten stationair draaien en controleer daarbij op olielekkage. Als er sprake is van olielekkage, zet de motor dan direct af en zoek de oorzaak. OPMERKING: Nadat de motor is gestart moet het waarschuwingslampje olieniveau uitgaan, als het olieniveau correct is.
U5JWD4D0.book Page 12 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Verversen van de cardanolie 1. Plaats een oliecarter onder het cardanhuis om de gebruikte olie op te vangen. 2. Verwijder de olievulplug en de aftapplug om de olie uit het cardanhuis af te tappen. 3. Breng de olieaftapplug voor het cardanhuis aan en zet hem vast met het voorgeschreven aanhaalmoment. 6. Controleer het cardanhuis op olielekkage. Zoek in geval van lekkage naar de oorzaak.
U5JWD4D0.book Page 13 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES OPMERKING: Het koelvloeistofniveau moet tussen de merkstrepen voor minimum- en maximumniveau staan. 1. Bout 2. Deksel dop koelvloeistofreservoir 3. Dop koelvloeistofreservoir 1. Merkstreep maximumniveau 2. Merkstreep minimumniveau 3. Als de koelvloeistof bij of beneden de merkstreep voor minimumniveau staat, verwijder dan de bout, open het deksel over de reservoirdop en open de reservoirdop zelf. 4.
U5JWD4D0.book Page 14 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU33030 De koelvloeistof verversen DWA10380 WAARSCHUWING Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop nooit terwijl de motor nog heet is. De koelvloeistof moet volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeeren onderhoudsschema ververst worden. Laat de koelvloeistof verversen door een Yamaha dealer.
U5JWD4D0.book Page 15 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU21310 Controleren van stationair toerental 6. Steek het luchtfilterelement in het luchtfilterhuis. DCA10480 LET OP: ● Controleer of het luchtfilterelement correct in het luchtfilterhuis is geplaatst. ● Laat de motor nooit draaien zonder dat het luchtfilterelement aanwezig is, dat kan leiden tot overmatige slijtage bij de zuiger(s) en/of de cilinder(s).
U5JWD4D0.book Page 16 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU21401 DAU21771 Klepspeling Banden De klepspeling kan tijdens gebruik gaan afwijken, waardoor de lucht/brandstof-verhouding kan veranderen en/of het motorgeluid toeneemt. Om dit te voorkomen moet de klepspeling door een Yamaha dealer worden afgesteld volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
U5JWD4D0.book Page 17 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES ● DE MOTORFIETS NOOIT OVERBE- ● ● ● ● LADEN! Rijden met een overbeladen motorfiets kan leiden tot beschadiging van de banden, controleverlies of ernstig letsel. Zorg dat het totale gewicht van de motorrijder, de passagier, de bagage en de gemonteerde accessoires nooit het voorgeschreven maximumlaadgewicht voor de machine overschrijdt.
U5JWD4D0.book Page 18 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Bandeninformatie 1. Bandventiel 2. Bandventielbuis 3. Bandventieldop met afdichting 6 Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen en tubeless banden met bandventielen. DWA10480 WAARSCHUWING ● De banden op de voor- en achter- wielen dienen van hetzelfde merk en dezelfde constructie te zijn, anders is het weggedrag van de motor mogelijk niet normaal.
U5JWD4D0.book Page 19 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU21960 DAU22071 Gietwielen Vrije slag van koppelingshendel Let ten aanzien van de voorgeschreven wielen op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw motorfiets. ● Controleer de velgen voor iedere rit op scheurtjes, verbuiging of kromtrekken. Laat ingeval van schade het wiel door een Yamaha dealer vervangen.
U5JWD4D0.book Page 20 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU22390 DAU22500 Remblokken achterrem Controleren van voor- en achterremblokken De remblokken in de voor- en achterrem moeten worden gecontroleerd op slijtage volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. DAU22680 Niveaus van rem- en koppelingsvloeistof controleren Voorrem DAU22420 Remblokken voorrem 1.
U5JWD4D0.book Page 21 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Koppeling Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: ● Bij het controleren van het vloeistofniveau moet het bovenvlak van het remof koppelingvloeistofreservoir horizontaal staan. ● Gebruik uitsluitend de voorgeschreven kwaliteit remvloeistof, anders kunnen de rubber afdichtingen verslechteren en zo lekkage en slechte werking van rem of koppeling teweegbrengen. 1.
U5JWD4D0.book Page 22 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU22750 6 DAU23100 DAU23110 Rem- en koppelingsvloeistof verversen Controleren en smeren van kabels Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof en de koppelingsvloeistof te verversen volgens de intervalperioden voorgeschreven onder OPMERKING bij het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
U5JWD4D0.book Page 23 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23131 Controleren en smeren van remen schakelpedalen DAU23140 Controleren en smeren van remen koppelingshendels Aanbevolen smeermiddel: Lithiumvet (universeel vet) Remhendel Koppelingshendel 6 De werking van het rem- en het schakelpedaal moet voorafgaand aan elke rit worden gecontroleerd en de pedaalscharnierpunten moeten indien nodig worden gesmeerd.
U5JWD4D0.book Page 24 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23210 6 DAUM1650 DAU23250 Controleren en smeren van middenbok en zijstandaard De achterbrugscharnierpunten smeren Smeren van de achterwielophanging De werking van de middenbok en de zijstandaard moet voorafgaand aan elke rit worden gecontroleerd en de scharnierpunten en de metaal-op-metaal contactvlakken moeten indien nodig worden gesmeerd.
U5JWD4D0.book Page 25 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23271 DAU23280 Voorvork controleren Controle van stuursysteem De conditie en de werking van de voorvork moeten als volgt worden gecontroleerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Losse of versleten balhoofdlagers kunnen gevaarlijk zijn.
U5JWD4D0.book Page 26 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU23290 Controleren van wiellagers DAU23400 Accu De voor- en achterwiellagers moeten worden gecontroleerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Als de wielnaaf speling vertoont of het wiel niet soepel draait, vraag dan een Yamaha dealer de wiellagers te controleren. ● Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om- 1. Accu 2. Positieve accupool 3.
U5JWD4D0.book Page 27 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Om de accu op te bergen 1. Verwijder de accu als de machine langer dan een maand niet wordt gebruikt, laad volledig bij en zet dan weg op een koele en droge plek. 2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze minstens eenmaal per maand worden gecontroleerd; laad de accu dan indien nodig steeds volledig bij. 3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. 4.
U5JWD4D0.book Page 28 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. 2. 3. 4. 5. 6. 6 Koplampzekering Zekering signaleringssysteem Zekering ontstekingssysteem Zekering kuipruitstelmotor Zekering radiatorkoelvin Backup-zekering (voor kilometerteller, klok en startblokkeersysteem) 7. Reservezekering 8. Zekering alarmverlichtingssysteem 9. Zekering ABS-regeleenheid (voor modellen met ABS) 10.Zekering parkeerlichten 1. Hoofdzekering 2.
U5JWD4D0.book Page 29 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DCA10640 LET OP: Gebruik geen zekering met een hoger ampèrage dan is voorgeschreven, om ernstige schade aan het elektrisch systeem en mogelijk brandgevaar te vermijden. 3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische circuit in om te zien of de apparatuur werkt. 4. Als de zekering direct opnieuw doorbrandt, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch systeem te controleren.
U5JWD4D0.book Page 30 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES vensduur nadelig worden beïnvloed. Wrijf eventuele verontreinigingen en vingerafdrukken op het gloeilampglas weg met een doekje gedrenkt in alcohol of thinner. ● Koplamplens Plak geen kleurfolie of stickers op de koplamplens. Gebruik geen koplampgloeilamp met een hoger wattage dan is voorgeschreven. DAU27000 Gloeilampen voor de achterste richtingaanwijzer of het achterlicht/remlicht vervangen 1.
U5JWD4D0.book Page 31 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU25870 Problemen oplossen 1. Gloeilamp parkeerlicht 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fitting. 5. Monteer de parkeerlichtlampfitting (samen met de kabelboomstekker) door deze in te drukken en rechtsom te draaien. Yamaha motorfietsen ondergaan een grondige inspectie voordat ze vanaf de fabriek op transport gaan, maar tijdens gebruik kunnen toch storingen optreden.
U5JWD4D0.book Page 32 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU25911 Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor DWA10840 WAARSCHUWING Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. 1. Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. Er is voldoende brandstof aanwezig. Controleer de compressie. Er is geen brandstof aanwezig. Vul brandstof bij. De motor start niet.
U5JWD4D0.book Page 33 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Oververhitte motor DWA10400 WAARSCHUWING ● Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26060 Verzorging De open constructie van een motorfiets maakt de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de machine is hierdoor ook meer kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roestvorming en corrosie, ook al zijn hoogwaardige componenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een motorfiets is dit echter nadelig voor de algehele aanblik.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Na normaal gebruik Verwijder vuil met warm water, zachte zeep en een zachte, schone spons en spoel dan grondig met schoon water. Gebruik een tandenborstel of een flessenborstel op moeilijk bereikbare plekken. Hardnekkig vastzittend vuil en insectenresten laten gemakkelijker los als de bewuste plek alvorens te reinigen een paar minuten met een vochtige doek wordt bedekt.
U5JWD4D0.book Page 3 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26240 Stalling Korte termijn Stal uw motorfiets steeds op een koele en droge plek en bescherm indien nodig tegen stof met een luchtdoorlatende stallinghoes. DCA10810 LET OP: ● Als de motorfiets wordt gestald in 7 een slecht geventileerde ruimte of in vochtige toestand wordt afgedekt met een hoes of een dekzeil, zal water en vocht kunnen binnendringen en roestvorming veroorzaken.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM SPECIFICATIES Afmetingen: Totale lengte: 2195 mm (86.4 in) Totale breedte: 760 mm (29.9 in) Totale hoogte: 1435 mm (56.5 in) Zadelhoogte: 805 mm (31.7 in) Wielbasis: 1515 mm (59.6 in) Grondspeling: 135 mm (5.31 in) Kleinste draaicirkel: 3100 mm (122.0 in) Gewicht: Incl. olie en brandstof: FJR1300 275.0 kg (606 lb) FJR1300A 282.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM SPECIFICATIES 3e: 31/23 (1.348) 4e: 28/26 (1.077) 5e: 26/28 (0.929) Chassis: Type frame: Diamantframe Spoorhoek: 26.00 ° Naspoor: 109.0 mm (4.
chapter8 Page 3 Thursday, July 29, 2004 5:28 PM SPECIFICATIES Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente magneten Accu: Model: GT14B-4 Voltage, capaciteit: 12 V, 12.0 A/u Koplamp: Type gloeilamp: Halogeenlamp Gloeilampen voltage, wattage × aantal: Koplamp: 12 V, 60 W/55.0 W × 2 Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 2 Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2 Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 21.0 W × 2 Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W × 2 Instrumentenverlichting: 14 V, 1.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM GEBRUIKERSINFORMATIE DAU26351 Identificatienummers DAU26381 DAU26400 Sleutelnummer Voertuigidentificatienummer 1. Sleutelnummer 2. Codeersleutel (rood bovendeel) 3. Standaardsleutels (zwart bovendeel) 1. Voertuigidentificatienummer Noteer het sleutelnummer, het voertuigidentificatienummer en de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes.
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM GEBRUIKERSINFORMATIE DAU26470 Modelinformatiesticker 1. Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is onder het bestuurderszadel bevestigd aan het frame. (Zie pagina 3-14.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze informatie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.
U5JWD4D0.book Page 1 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM INDEX A ABS (voor modellen met ABS).............. 3-11 ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS) ..................... 3-4 Accessoirebox....................................... 3-15 Accu ...................................................... 6-26 Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-24 Achterwielophanging, smeren............... 6-24 Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-19 Antidiefstal-alarmsysteem (optie)............ 3-7 B Banden..
U5JWD4D0.book Page 2 Thursday, July 29, 2004 11:23 AM INDEX V Veiligheidsinformatie .............................. 1-1 Verstelknop kuipruit ................................ 3-8 Verzorging .............................................. 7-1 Voertuigidentificatienummer ................... 9-1 Voor- en achterremblokken controleren ......................................... 6-20 Voorvork, afstellen................................ 3-16 Voorvork, controleren ...........................
A5-yoko_Blank.
A5-yoko_Blank.
HANDLEIDING FJR1300 FJR1300A YAMAHA MOTOR CO., LTD. GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER PRINTED IN JAPAN 2004.08-0.